maandag 6 januari 2014

Met wifi in de wolken

Net zoals je niet ineens een fantastisch pianist bent als je maar een dure, glimmende vleugel koopt, heb je ook niet automatisch alle mogelijkheden van mobiele communicatie in de greep. Zo op het eerste gezicht lijkt de parallel vast ver te zoeken. Dat snap ik. Maar als ik vertel dat het er eindelijk van is gekomen, de aanschaf van mijn nieuwe mobiel, dan kan ik er meteen bij vermelden dat er aanvankelijk weinig muziek in zat. Ik wist niet eens hoe ik mijn nieuwe SIM-kaartje moest activeren. 



Goede raad bleek gelukkig niet al te duur. Een vriend met technisch vernuft wilde me ‘best even helpen’. Dat even werd langer dan gedacht, want zo simpel bleek het allemaal niet. Dus dáárom heet zo'n ding een smart-phone. Op allerhande locaties in de virtuele wereld die internet heet, moest ik persoonlijke informatie prijsgeven. Pas daarna gaf een mysterieuze grootheid de beloning: de opname van mijn Sony in de virtuele wereld. En dat niet alléén. “Moet je kijken hoe handig,” toonde mijn redder in technologische nood. Met brede lach toverde hij foto’s op het gloednieuwe scherm van mijn telefoon die ik er nooit in had gezet. Mijn verbazing vond hij ‘erg grappig’, want die foto’s stonden allemaal in zo’n Picasa-album en waren zichtbaar via een simpel linkje. Overal waar maar internet was. 

Nog een verbaasmoment was de extra app die op mijn telefoon werd geïnstalleerd; mocht die ooit gestolen worden, zou er automatisch een foto van de dief wordengemaakt. 
Wààt? Werd die foto dan ook direct doorgemaild naar het politiebureau? 
Dat nog nét niet, maar – zo showde de vriend een landkaart op zijn PC – “er is wel altijd precies te zien waar je mobiel zich bevindt.” 
Het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd, want hoe kan je je veilig voelen als je halve doopceel daar ergens boven in de wolken hangt? En altijd zichtbaar is wat de locatie is van mijn telefoon, en dus ook van mij. Hoezo privacy?  

Nog erger was dat ik zelf de volgende morgen op de computer geen toegang meer had tot mijn eigen informatie. Ik had mezelf nog wel zo ICT-handig gevonden bij het aanmaken van zo’n account voor het delen van documenten - Dropbox - maar nu was die ‘snoeppot’ ineens eng leeg. Waar was alles gebleven? Zoeken op YouTube naar een oplossing lukte totdat…ik het instructiefilmpje wilde afspelen. Ook dat ging niet meer. Het scherm schoot onverbiddelijk op zwart. Wat nou, simpel ‘sharen’ via een link? Pislink zal je bedoelen! Ik voelde me boos, gefrustreerd, oud, en vooral heel erg ‘out’. 

Met ‘a little help from my friend’ en een vleugje TeamViewer (een programma om met een wachtwoord in iemands computer te kunnen kijken) werd het probleem vanaf afstand professioneel verholpen. Wederom met een hele riedel persoonlijke gegevens. 
Het gaf me een wat onbestemd gevoel in de maagstreek. Had ik nu zelf nog wel de controle over wat ik waar aan wie laat zien? Toegegeven, voor wat hoort wat. Wie graag gebruik maakt van het moderne genot, moet niet te moeilijk doen. Maar toch…het was griezelig duidelijk, het sprookje ‘1984’ van George Orwell is écht. ‘Big Brother is watching you’! Wie goed naar het Google-logo kijkt, ziet het eigenlijk al. Twee scherpe ogen die alles in de gaten houden. 
Eén voordeel, het wordt vast niet saai, later, na onze dood. Met al die overload aan informatie is daarboven ‘in the clouds’ heel wat te beleven. Hopelijk hebben ze wifi in de wolken, want natuurlijk willen we ook van tijd tot tijd een live update right from earth. Pardon, Google Earth. Alleen ben ik bang dat ik het allemaal weer niet begrijp. Eigenlijk weet ik nu al hoe mijn wolkje eruit zal zien…



Geen opmerkingen:

Een reactie posten