woensdag 26 juli 2017

DINGES




Vroeger snapte ik het leven niet. Als mijn drie jaar jongere broer thuiskwam met een broek onder de modder, mopperde mijn moeder wel eventjes. Dat was vooral voor de show, dat had ik toen heus al wel in de gaten. Want eigenlijk vond zij het ‘vet cool’ dat ze zo’n stoere jongen had gebaard, hoewel ik die, nu al weer verouderde, uitdrukking er natuurlijk pas later bij heb verzonnen.

Mijn gevoel van oneerlijkheid was in alle formuleringen levensecht, want ik, als meisje, moest schóón blijven. “Dat is nu eenmaal zo!”

Bij de buurmoeders was het al niet anders. Zij waren het roerend met de mijne eens. Hun dochtertjes hadden witte sokjes in witte sandaaltjes met van die glimmende sluitinkjes. Ze hinkelden op het trottoir, nadat ze eerst hun handen hadden schoon geklopt als er wat krijtsel aan was blijven handen. Ik vond het leukste van de balsport die voor mij bestemd was - korfbal (niet lachen!) – mijn schoenen met noppen, die een beetje deden denken aan voetbalschoenen.

Op de middelbare school werd het niet beter: de meisjes kregen HW, de jongens HV. In waar die ‘W’ voor stond (handWerken) had ik geen aardigheid, laat stáán vaardigheid. Ik wilde de Vaardigheden waarin de jongens zich mochten bekwamen: lassen en solderen. Het tegenargument van mentor leek verdacht veel op dat van thuis: “Dat is nu eenmaal zo!”

Gelukkig is er van alles (niet alleen uitdrukkingen) ingehaald door de tijd. Mijn dochter vond het heel normaal dat vader kookt, en moeder nog even de raamkozijnen in de grondverf zet. Als jonge dertiger vindt zij ‘emancipatie’ zelfs zo’n door de tijdgeest overbodig geworden thema.
“We zijn inmiddels toch allemaal al gelijk?”

De genderneutrale communicatievoorstellen van Amsterdam laten je inderdaad bijna relaxed achterover leunen: niet meer 'meneer' of 'mevrouw', maar 'beste mensen'.
Om vervolgens weer keihard rechtop te schrikken bij het filmpje van SIRE. Plannen voor Echte Jongens?

Alle frustratie van vroeger kwam boven borrelen. Ja, dat is flauw van mij. Je moet geen ouwe koeien uit de sloot halen, dat weet ik best.

Maar bij zo’n confrontatiemomentje blijkt het onrechtvaardigheidsgevoel van vroeger minder diep te zijn weggezakt dan ik zelf had gehoopt. Dat Is Nu Eenmaal Zo.
DINEZ… Klinkt een beetje als ‘dinges’.
Synoniem voor Huppeldepup. En huppelen, dat is binnenkort alléén nog voor meisjes.

dinsdag 31 januari 2017

De wereld die de jouwe niet is…



Een groot gebouw, tralies voor de ramen, hekken eromheen.
Afgebakend, want ze horen niet in de maatschappij, de plegers van de daden die het daglicht niet kunnen verdragen. Veilig opgeborgen, zodat ze geen gevaar vormen, vooral niet voor de anderen.
Daarbuiten.

Zoals de jonge vrouw, die droomt van haar nieuwe rol. De mooiste die je je kunt indenken. Die van moeder. Haar hand gaat gedachteloos naar haar buik. Ze voelt, van buiten en van binnen.
Zij, die zelf zo weinig gekoesterd is, heeft veel liefde te geven. Een inhaalmanoeuvre met emotionele slagkracht. Het zoveelste paar witkanten babysokjes dat ze snel in haar tas propt - na eerlijk afrekenen bij de kassa - hoort daarbij.

Helaas, onvoltooid verleden tijd.
Want de vader wilde niet die nieuwe rol. Niet als vader van haar kind, niet als deler van haar leven. Als grootste gemene non-deler was hij weg. Hoe ze haar kindje verloor doet er niet toe.
Niet langer een dikke buik, maar een holte. Vooral van binnen.
Babysokjes en rompertjes bleven verweven met het ritme van haar leven. Een doel om te blijven bestaan. Tot die dag waarop ze hem weer zag. Na maanden van ploeteren om jezelf zelfs maar uit bed te krijgen, dag na dag na dag.

Hij zag haar niet, maar zij had een messcherpe focus op zijn hand, op die buik, van een vrouw.
Mensen doen elkaar pijn, maar vooral ook zichzelf. Met een nieuwe reden om uit bed te komen, dag na dag en te posten bij dat bekende huis om vanaf afstand gade te slaan hoe hij groeide, die andere buik. Of was het een zij?

Op een dag is de maat vol, klapt de zelfbeheersing, verliezen de remmingen hun functie, val je in een onbekende diepte en… woon je ineens in een wereld die de jouwe niet is. Wás.
Want je hoort er nu toch thuis, achter de hekken, de tralies voor de ramen?
Er is veel tijd om te overdenken. Teveel tijd waarin je je schrap moet zetten om niet knettergek te worden. Of… ben je dat al?

Toeleven naar de ‘uitgerekende datum’ is al net zo lastig als toen, want ook hier staat die niet precies vast. Eén ding is zeker: het is een zware bevalling voordat de vrijheid weer begint.
Hopelijk wel de geboorte van een nieuw leven, waarin het lukt om weer omhoog te kijken, in plaats van vol schaamte naar de grond. In de overtuiging dat de scheidslijn tussen goed en slecht niet simpelweg wordt bepaald door tralies en hekken.


En wie weet…