zaterdag 13 juni 2015

In/uit het dal

De helikopter (op weg naar het ziekenhuis, gezien de ambulance er vlakbij) bracht al een onverwachte wending in de dag. Maar voor ons, passanten, was dat vast niet het ergst.




Op het programma stond een rustiek dagje, wat koeter(d) walen door het authentieke Ahrndal met een kabbelend watertje en wat grazige koeien.
Direct na de start voelen we het al hangen, ergens in de lucht. Een trilling, dit keer niet veroorzaakt door helikopterwieken. Dit is een spiritueel pad met halverwege een kerk. Een soort kruistocht, waar gelovigen hun zonden kunnen achterlaten, al was het maar voor even. And...don't we have them all?



Vóór het binnen gaan der kerke, bezondigen wij ons nog even aan iets licht onschuldigs dat wel absoluut zwáár op de maag ligt. Apfelstrudel, hausgemacht...niet van die dunne slappe bladerdeegplakjes, maar van dik, door struise boerenhanden zelfgekneed deeg. Daar kunnen we op vooruit.



In de dames-wc blijkt dat er naast dat spirituele ook nog best wat humoristisch in de lucht hangt. Een dringend advies voor de beste houding voor wie moet kotsen. Hebben wij niet gedaan, zo’n stevige Strudel spuug je niet uit.


De stoere wielrenners naast ons, die zich tegoed doen aan een Schnaps (ook een soort bezondigen voor wie nog moet fietsen) hebben ook geen behoefte aan overgeven. Met zo'n borrel gaan de haarspeldbochten net even wat soepeler.


De kerk staat stijf zij-aan-zij met een rots. Religion rocks?
Het glas in lood laat maar weer eens zien dat het maar nét is door welke ruit je kijkt, hoe je de wereld 
ziet.








En dan, eindelijk, met een beduidend lichtere rugzak na het afgooien van wat overtredingen, gaan we op weg naar de koeien. Die komen nieuwsgierig aangedarteld. Nog maar net deze week voor het eerst buiten, begrijpen we later van een lokale boerenvrouw die iedere dag vanuit haar huis naar de berghut komt (wel met de auto, de tijd staat ook hier niet stil!) om haar man - die hier in de zomermaanden bivakkeert - van vers eten te voorzien. En vast ook van een portie liefde.

De jolige runderen voelen zich prima thuis tussen de boterbloemen. En bij de 'heilige koe'. Nee, niks spiritueels, meer kattenkwaad. Met hun klingelbellen maakten ze lelijke krassen in de lak.




Waaróm ze nog maar net buiten zijn? Dat zien we in één oogopslag eenmaal om de hoek. Op het pad dat sterk stijgt, dus zwaar klimmen. Hoezo dal???
Aan de overkant van het water loopt de veel makkelijker route, 'gelijkvloers'. Maar...net zoals eigenlijk het hele leven... juist naast de gebaande paden is de route weliswaar lastiger maar vele malen mooier, en het uitzicht is zoveel beter!





Ja hoor, ook hier. Het uitzicht is een grote uitloper van een gletsjer, in smeltende staat van ontbinding. Meteen duidelijk waar dat beekje vandaan komt. Pad loopt dood op de sneeuwvlakte, dus lunchpauze. Met een vleugje 'amore'.



En dan...ineens...duiken ze op...de stoere stoklopers, hij gewapend met een grote ruige baard. Hoezo doodlopend pad? Er is altijd weer een weg, áls je maar écht wilt.



Terug bij het bezoekerscentrum wisselen we nog wat woorden met de man van middelbare leeftijd die ons bij het begin van de tocht wat aarzelend had nagekeken. Zo'n man met een merkrugzak, een gigagrote camera om de nek, een vrouw die vruchteloze pogingen deed om de wifi te vangen...
Als we vertellen hoe mooi we het vinden, 'zijn' dal (en in het echie is dat vele malen indrukwekkender dan op de foto's) gaat zijn artistieke oogopslag open en raken we aan de praat. Echt aan de praat.
Als ex-alcoholist is hij zijn baan (in een autofabriek) ooit verloren. Hier, op zijn nieuwe werkplek, repareert hij geen wagenpark meer, maar mensen, die vaak gehaast en gestrest binnen komen rennen. En onthaast (en soms bijna herboren) terug komen na de wandeling.
Hij weet als geen ander hoe het is...uit het dal klimmen.


Een beetje van zijn spiritualiteit hebben we meegenomen, als onzichtbaar souvenir.



maandag 1 juni 2015

De kat of het ei?


Wie kent nog de waarde van etiquette? Vroeger was alles veel simpeler en het leven heerlijk overzichtelijk. Immers, voor iedere zet op het schaakbord dat leven heet, gold een regel. Pardon, etiquette, op z’n Frans. Want uit dat land komt het vandaan, het decorum aan beleefdheidsnormen en omgangsvormen.

Wat ook steevast uit la douce France kwam, was wijn. Is het daarom dat god er zo graag schijnt te vertoeven? Tegenwoordig kan dat de reden niet meer zijn, want met mondialisering en globalisatie komt ons alcoholische druivensap nu zo’n beetje overal vandaan. Daarmee zijn ook de traditiegetrouwe Franse wijnkastelen meer en meer uit de schappen verdwenen. Die chateaux gingen af, en daarmee meteen ook ‘op de fles’.

Kijk vóórdat je gaat drinken vooral eens even naar het plaatje onder de flessenhals. 
‘Het enige wat je weggooit, is de verpakking’ probeerde in de jaren ’70 van de vorige eeuw een reclamestem ons te laten geloven in de twijfelachtige kwaliteit van een brood dat je nog het beste kon gebruiken om er hengelballetjes van te rollen voor bij het vissen. Dat brood was namelijk zo luchtig dat je het als een harmonica kon invouwen. Dat was nou écht gebakken lucht. 
Nee, dan had de Britste popgroep ABC heel wat beter door hoe het werkt. 'You judge book by the cover, and the look of the lover,' zongen ze in ‘The look of love.’
Precies, het oog wil ook wat. Dat hebben de moderne wijnmakers goed in de smiezen. Vrolijkheid alom, nog voor de afdronk.

De Franse vignerons zijn trouwens ook uit een ander vaatje gaan tappen. Vive la France met 'Chat en oeuf' (als humoritische variant op Châteauneuf-du-Pape, letterlijk vertaald het nieuwe kasteel van de paus). De kat of het ei? That’s the (new) question.  Zeker na een glaasje op een heel logische.


Maar... hoe zit het dan met de wijnkwaliteit? Om traditionele critici vóór te zijn, roep ik graag een verhaal uit mijn verleden op. Een vriend raakte zo verbolgen over de strikte eis van zijn schoonmoeder om bij bezoekjes altijd sherry geserveerd te krijgen van exclusief merk, dat hij deze exorbitant dure gewoonte wilde doorbreken. Want van die in zijn ogen verschrikkelijke verspilling kreeg hij het Spaans benauwd. Hij kocht een jerrycan (sherrycan?) voordelige jerez en trechterde die zorgvuldig in de bekende bokaal.
'Heerlijk,' aldus schoonmama. 'Dit verrukkelijke vocht is het geld meer dan waard!'

Sinds die tijd laat ik me zorgeloos leiden door de uitnodigende plaatjes op de fles. Wijn én design, dubbelplezier voor de prijs van één. Ik ben namelijk dol op etiquette. En tuurlijk, ook op wat er in de fles zit.