Een groot gebouw, tralies voor de ramen, hekken eromheen.
Afgebakend, want ze horen niet in de maatschappij, de
plegers van de daden die het daglicht niet kunnen verdragen. Veilig opgeborgen,
zodat ze geen gevaar vormen, vooral niet voor de anderen.
Daarbuiten.
Zoals de jonge vrouw, die droomt van haar nieuwe rol. De
mooiste die je je kunt indenken. Die van moeder. Haar hand gaat gedachteloos naar
haar buik. Ze voelt, van buiten en van binnen.
Zij, die zelf zo weinig gekoesterd is, heeft veel liefde
te geven. Een inhaalmanoeuvre met emotionele slagkracht. Het zoveelste paar
witkanten babysokjes dat ze snel in haar tas propt - na eerlijk afrekenen bij
de kassa - hoort daarbij.
Helaas, onvoltooid verleden tijd.
Want de vader wilde niet die nieuwe rol. Niet als vader
van haar kind, niet als deler van haar leven. Als grootste gemene non-deler was
hij weg. Hoe ze haar kindje verloor doet er niet toe.
Niet langer een dikke buik, maar een holte. Vooral van
binnen.
Babysokjes en rompertjes bleven verweven met het ritme
van haar leven. Een doel om te blijven bestaan. Tot die dag waarop ze hem weer
zag. Na maanden van ploeteren om jezelf zelfs maar uit bed te krijgen, dag na
dag na dag.
Hij zag haar niet, maar zij had een messcherpe focus op
zijn hand, op die buik, van een vrouw.
Mensen doen elkaar pijn, maar vooral ook zichzelf. Met een
nieuwe reden om uit bed te komen, dag na dag en te posten bij dat bekende huis
om vanaf afstand gade te slaan hoe hij groeide, die andere buik. Of was het een zij?
Op een dag is de maat vol, klapt de zelfbeheersing,
verliezen de remmingen hun functie, val je in een onbekende diepte en… woon je
ineens in een wereld die de jouwe niet is. Wás.
Want je hoort er nu toch thuis, achter de hekken, de
tralies voor de ramen?
Er is veel tijd om te overdenken. Teveel tijd waarin je je
schrap moet zetten om niet knettergek te worden. Of… ben je dat al?
Toeleven naar de ‘uitgerekende datum’ is al net zo lastig
als toen, want ook hier staat die niet precies vast. Eén ding is zeker: het is
een zware bevalling voordat de vrijheid weer begint.
Hopelijk wel de geboorte van een nieuw leven, waarin het lukt
om weer omhoog te kijken, in plaats van vol schaamte naar de grond. In de
overtuiging dat de scheidslijn tussen goed en slecht niet simpelweg wordt bepaald
door tralies en hekken.
En wie weet…