vrijdag 4 november 2011

Dûh!

Een installateur van verwarmingssystemen koos voor klantenbinding via een nieuwsbrief, huis aan huis verspreid. Vóór het koude seizoen moest die bij 50.000 adressen op de mat liggen, dus er was wat druk op de ketel. Op het laatste moment koos hij voor een bundeling van louter technische informatie over cv’s. Voordeliger, maar minder persoonlijk en ik vraag me af zijn klanten daar een warm gevoel van kregen.



Nog meer kan ik mijmeren over de toekomst van het schrijversvak over de gehele linie. Duidelijk, het schoonschrift van de monniken is al eeuwen geleden afgeschreven. Een paar jaar terug oefende ik nog eventjes, samen met een Tekstnetcollega, met de ganzenveer in het Letterkundig Museum in Den Haag, louter voor de lol. Maar hoe zit het met de edele schrijfkunst met Word? Wordt dat ook iets van oude beroepen en dingen die voorbij gaan?

De tijd dat de (dagblad)journalist tot de notabelen van de maatschappij behoorde, ligt mijlenver achter ons. Met internetforums en weblogs is er voor iedereen een spreek- en schrijfpodium. Met twitter zijn tweets beperkt tot 140 tekens en in SMS-taal moet alles krt & krchtg.

Vroeger had ik weleens woorden met een designer, omdat mijn tekst precies moest passen in de blokjes die hij had bedacht. Tegenwoordig lijkt tekst nog veel meer een rekbaar begrip. Websitebouwers bieden een zee aan ICT-service, maar de inhoudelijke vulling van de website?
“Och, dat maakt niet zoveel uit.” Edoch, wat betekent dat voor de kwaliteit?

Is de tijd dat er waardering was voor goed geformuleerd tekstwerk echt voltooid verleden tijd? Tot op heden heb ik dat niet kunnen geloven. Niet willen geloven. En waar een wil is, is een weg.
Wie schrijft die blijft, daar moet tegenwoordig simpelweg een woordje bij: bij.
Onder die noemer ‘bijblijven’ vallen bondige berichten, het besef dat kort, krachtig en kernachtig ook prachtig kan zijn. Maar ook dan is er nog behoefte aan iemand die de schrijfkunst verstaat, de d- en t-regels kent en niet te vergeten de lidwoorden.

Gisterenavond werd het achteloos gepresenteerd, tussen neus en lippen door, op het nieuws. Het gaat verdwijnen. Wat? Het! Binnenkort mogen alle woorden met het lidwoord ‘de’.
De gedachte die toen even opborrelde, is weer te geven in zegge en schrijve één woordje, helemaal van deze tijd: dûh!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten