Ouderdom komt met gebreken. Niet voor niks is dat zo’n
ouderwetse uitdrukking, want dit was vroeger zo. Tegenwoordig blijft iedereen
gewoon lekker jong. En lukt dat niet puur natuur, dan zijn er allerlei trucjes
om die natuur een handje te helpen.
Dat hoeft heus niet zo ingrijpend met messen, spuiten, en
naald en draad. In plaats van naar de plastisch chirurg stap ik naar de lokale
opticien. Eigenlijk heeft de natuur het allemaal perfect geregeld. Tegen de
tijd dat je toe bent aan een up-to-date
bril voor een oppeppend nieuwe ‘look’,
gaat je gezichtsvermogen voldoende achteruit zodat je die kijkglazen ook hard
nodig hebt.
Met zo’n balancerend brilletje op de neusbrug en een verleidelijke,
schalkse blik over de glazen heen voel ik me een vernieuwd mens. Maar vooral
ook door de bril ziet de wereld er ineens anders uit, en dat geldt beslist niet
alleen voor de letters in boeken en bladen die ik nu weer scherp kan lezen.
Net zoals je conditie achteruit gaat als je niet
voldoende sport, geldt dat kennelijk ook voor je kijkspieren. Steeds vaker moet
het brilletje eraan te pas komen als mijn luie ogen het weer eens vertikken om
te focussen, zoals op de kleine lettertjes van het pak cakemeel.
Wat een schrik, als ik nietsvermoedend even snel iets pak
uit de bestekla. Zijn die kruimels er altijd geweest? En die spetters op de
keukentegels? En dat stof op het aanrechtplintje? En, nog belangrijker, wil ik dat
allemaal wel zo graag zien? Vertroebeling en verminderde poetsdrang passen
perfect bij het levensritme van de rijpere vrouw. Dus toch maar beter die bril niet
altijd op?
Nog zo’n teken van de tand des tijds is de verminderde
souplesse van de huid, omgekeerd evenredig aan het stijgen der jaren. Maar ook
daar is gelukkig wat aan te doen. Kwistige kwakken voedende bodylotions
verdwijnen met gulzig opslorpend vermogen in mijn hongerige huid. Tot een paar
dagen terug. Met een licht schuimeffect blijft de zachte crème op mijn hals en
armen liggen. Zijn de poriën verzadigd? Toch blijf ik trouw smeren, volgens het persoonlijk parool van ‘pappen en nathouden’. Met Hollandse zuinigheid zet ik
het bijna lege flesje op zijn kop voor de volgende dag.
Zo ver komt het niet. “Dit maak ik wel even op,” grist
mijn echtgenoot en verdwijnt ermee onder de douche. Dat hij ook de crème de la crème
van de bodybuilding heeft ontdekt, vind ik niet zo gek. Maar wat heeft dat voor
zin als alles toch meteen weer wegspoelt?
Pas de volgende dag zie ik de door hem weggegooide fles
in de prullenbak. Creamy shampoo.
Ach, als het bij het brilletje blijft valt het allemaal nog wel mee... Het wordt natuurlijk anders als er nog meer protheses bijkomen en afgeschroefd, uitgedaan of afgezet moeten worden. En a.u.b. geen glaasje water naast het bed met een zootje tanden erin!
BeantwoordenVerwijderen