dinsdag 5 juni 2012

Leve de leesbril



Ouderdom komt met gebreken. Niet voor niks is dat zo’n ouderwetse uitdrukking, want dit was vroeger zo. Tegenwoordig blijft iedereen gewoon lekker jong. En lukt dat niet puur natuur, dan zijn er allerlei trucjes om die natuur een handje te helpen.
Dat hoeft heus niet zo ingrijpend met messen, spuiten, en naald en draad. In plaats van naar de plastisch chirurg stap ik naar de lokale opticien. Eigenlijk heeft de natuur het allemaal perfect geregeld. Tegen de tijd dat je toe bent aan een up-to-date bril voor een oppeppend nieuwe ‘look’, gaat je gezichtsvermogen voldoende achteruit zodat je die kijkglazen ook hard nodig hebt.

Met zo’n balancerend brilletje op de neusbrug en een verleidelijke, schalkse blik over de glazen heen voel ik me een vernieuwd mens. Maar vooral ook door de bril ziet de wereld er ineens anders uit, en dat geldt beslist niet alleen voor de letters in boeken en bladen die ik nu weer scherp kan lezen.
Net zoals je conditie achteruit gaat als je niet voldoende sport, geldt dat kennelijk ook voor je kijkspieren. Steeds vaker moet het brilletje eraan te pas komen als mijn luie ogen het weer eens vertikken om te focussen, zoals op de kleine lettertjes van het pak cakemeel.
Wat een schrik, als ik nietsvermoedend even snel iets pak uit de bestekla. Zijn die kruimels er altijd geweest? En die spetters op de keukentegels? En dat stof op het aanrechtplintje? En, nog belangrijker, wil ik dat allemaal wel zo graag zien? Vertroebeling en verminderde poetsdrang passen perfect bij het levensritme van de rijpere vrouw. Dus toch maar beter die bril niet altijd op?

Nog zo’n teken van de tand des tijds is de verminderde souplesse van de huid, omgekeerd evenredig aan het stijgen der jaren. Maar ook daar is gelukkig wat aan te doen. Kwistige kwakken voedende bodylotions verdwijnen met gulzig opslorpend vermogen in mijn hongerige huid. Tot een paar dagen terug. Met een licht schuimeffect blijft de zachte crème op mijn hals en armen liggen. Zijn de poriën verzadigd? Toch blijf ik trouw smeren, volgens het persoonlijk parool van ‘pappen en nathouden’. Met Hollandse zuinigheid zet ik het bijna lege flesje op zijn kop voor de volgende dag.
Zo ver komt het niet. “Dit maak ik wel even op,” grist mijn echtgenoot en verdwijnt ermee onder de douche. Dat hij ook de crème de la crème van de bodybuilding heeft ontdekt, vind ik niet zo gek. Maar wat heeft dat voor zin als alles toch meteen weer wegspoelt?
Pas de volgende dag zie ik de door hem weggegooide fles in de prullenbak. Creamy shampoo.


1 opmerking:

  1. Ach, als het bij het brilletje blijft valt het allemaal nog wel mee... Het wordt natuurlijk anders als er nog meer protheses bijkomen en afgeschroefd, uitgedaan of afgezet moeten worden. En a.u.b. geen glaasje water naast het bed met een zootje tanden erin!

    BeantwoordenVerwijderen