maandag 17 oktober 2011

IJstijd

Half oktober. Hemelsblauwe lucht en een dagtemperatuur die de 20 graden nog weet te ontstijgen. Zo’n weekenddag die de benaming ‘zóndag’ echt verdient. De lange parkeerfile bij de Oostvaardersplassen illustreert het al: velen willen nog even profiteren van die koesterend warme stralen, die voorlopig de laatste kunnen zijn.




Het natuurgebied tussen Almere en Lelystad nodigt uit tot losbreken. Uit nabije en verre omgeving stromen bezoekers toe om zich even één met de natuur te wanen. Met aan hun camera geschroefde telelenzen van een halve meter lengte, soms achter zich aantrekkend in een golfkarretje, verschansen ze zich in het al wat kalende struikgewas voor het schieten van het steigerende silhouet in stilstaand beeld van een van de vele Konikpaarden. Je moet weten dat dit het ‘oerpaard’ is om er iets bijzonders aan te ontdekken. Of hooguit dat deze dieren in draf hun benen zo sierlijk optillen dat ze van nature de tred van Anky van Grunsven benaderen.

Serieuzer nog de sfeer in de speciale schuilhutten, waar fotofanatici hun lens door gluursleuven schuiven voor een ‘lucky shot’ van een landende lepelaar. In schemer worden stemmen gedempt tot eerbiedig gefluister als in een kerk, maar de religieuze meerwaarde van de natuur lijkt op te lossen zodra iedereen huiswaarts keert met luid geknal van autodeuren en achterkleppen, en startende motoren.

Als de rust is weergekeerd, blijft hij achter. Meneer Bakema, acht uur ’s morgens al op zijn vaste plek in de betonnen bunker. Het imponerend lange objectief in de aanslag, voor het met mitrailleursnelheid vuren op Het Juiste Moment. Geen enkel vluchtschema, maar de stellige overtuiging dat het ieder moment gebeuren kan: het neerstrijken van die zeldzame lichtblauwe schoonheid, de ijsvogel, op die ene tak.

IJsberend in zijn grot, waar geen enkele zonnestraal door de spelonken binnendringt, een zak krentenbollen en een thermoskan koffie als enige gezelschap, geeft Bakema ‘pluk de dag’ een eigen invulling. Brengt een visser na een hele dag dobberstaren nog weleens een emmertje vis mee naar huis, zijn jacht naar de schat eindigt bijna steevast met lege handen. En ik vrees dat het aan de haak slaan van een vrouw ook nog niet is gelukt. Uit solidariteit maak ik ook een plaatje van diezelfde tak.
De enige keer dat ik ooit een ijsvogel in het echt zag, heb ik maar verzwegen; niet eens in levende lijve, maar doodgebeten, tussen de kaken van mijn trotse kater.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten