maandag 29 september 2014

Monsters!

Zomaar zo’n zondagavond. Kaarsje, poes op schoot, kopje koffie, restje cake. En het journaal, verplichte kost. Ogen en gedachten zetten zich al schrap voor een nieuwe lading bombardementen, mensen op de vlucht, slachtoffers die worden weggedragen. Maar dan, Haaksbergen! Profielbanden die ontsporen, dranghekken die mensen insluiten. Ambulances, politie, paniek.
Een monstertruck! Wie kan ook weten dat-ie die naam waarmaakt, zomaar ergens in het veilige oost’n van ons land.

Zomaar een maandagmorgen. Beneden weilanden met tot mistflarden optrekkende dauw, in de lucht verwaaiende wolken waar de ochtendzon al doorheen probeert te piepen. In de tussenliggende laag fiets ik.
‘Ga jij maar vooraan staan, dan kan je beter zien.’ Dat hebben gisterenmiddag vast verschillende papa’s en mama’s gezegd tegen hun kind. Of ‘kijk eens wat een gigantisch grote wielen!’
Monsters, die liggen meestal hooguit onder het bed. En daar zijn ze meestal vrij gemakkelijk weg te jagen door stoere vaders en moeders.

En ik trap hier zomaar voor me uit, tussen de grazige weiden. Op mijn mountainbike op naar het gemeentehuis voor het verlengen van mijn rijbewijs. Hoe kan het dat ik nooit tegen een boom ben geknald met mijn bijna nachtblinde ogen? Of op z’n minst van de weg ben geraakt? Vele treintrips heb gemaakt zonder centje pijn? Vliegreizen met twee keer zoveel risicovolle momenten van dalen en stijgen heb overleefd? Wandelingen door donkere steegjes. Wachttijden op verlaten perrons. Een ballonvaart. Een parachutesprong zelfs. En niet te vergeten al die keren met een te volle wasmand de trap op, vaak met – in één moeite door – de stofzuiger onder mijn rechterarm. Dat die slang nooit is blijven haken aan de leuning.

Het loopt lekker vlot op het gemeentehuis, behalve dan dat twijfelmoment over de kwaliteit van mijn pasfoto, maar daar had ik al op geanticipeerd. ‘Kijk, op mijn paspoort is die ook gebruikt, dus voor mijn rijbewijs toch ook vast goed genoeg.’ Geregeld!

Tien minuten later zit ik alweer op de fiets; het voordeel van een vroege afspraak vóór de vertragende drukte. Onderweg komt er een Engels sprekende motorrijder naast me rijden, om vanuit zijn opengeklapte helm te vragen naar de weg. Wanneer hij, met luide vroem en een opgestoken bedankarm, de vaart er weer in zet, trap ik in mijn eigen tempo de laatste kilometer naar huis. Spannender wordt het niet. Allemaal heel gewoon eigenlijk. En tegelijk, zo verschrikkelijk bijzonder.




Veel sterkte voor alle slachtoffers en hun naastbetrokkenen van het ongeluk in Haaksbergen (en niet te vergeten al diegenen die het van nabij hebben zien gebeuren).

1 opmerking:

  1. Tsja, verschrikkelijk en toch is het leven bijzonder.... wat hebben wij toch een mazzel!

    BeantwoordenVerwijderen