maandag 24 november 2014

Lopen voor de lol

Pieterpadstappers. Nee, dat zijn geen speciale schoenen, bijvoorbeeld zoiets als bordeelsluipers, maar dan anders. Pieterpadstappers, dat zijn mensen. Gewone mensen? Ja, dat weet ik dan weer niet zo goed, want wie gaat er nou vrijwillig een slordige 500 kilometer dwars door Nederland lopen? Van noord naar zuid? Of andersom, dat kan ook nog. Want… waarheen leidt de weg? Naar nergens!
Ja, naar duizenden stappen op de teller van de benenwagen. Lopen voor de lol, that’s all!

Ze zullen het zich niet eens afgevraagd hebben waarnaar wij op weg waren, afgelopen zaterdag een paar kilometer voor station Ommen. Ze hadden genoeg aan zichzelf, sjouwend met zichtbaar zware tassen, de mensen met een getinte huidskleur. We passeerden er tientallen, in vele schakeringen van lichtbruin tot bijna-zwart. De grootste gemene deler was de gele plastic draagzak. Van de lokale Jumbo.

Twee kindjes maakten zich los van de rest. In hun wat scheef staande ogen (afkomstig uit China of de contreien van Oezbekistan?) lag nog niks van berusting. Integendeel, de vrolijkheid spatte er bijna vanaf. Ze renden ons tegemoet, klapwiekend met hun blote armpjes. Hadden ze het niet koud? Of simpelweg geen dikkere winterkleren? “GGGaat het ggggoed?” riep de oudste, een jongetje van een jaar of zeven, en hij keek een beetje brutaal.
“Prima,” zeiden wij tegelijkertijd en wisselden een glimlach met de man en vrouw die volgden. De vrouw een beetje scheef, door de zwaartekracht van de volle boodschappentas.

Ons vermoeden van waarnaar zij op weg waren, werd later thuis bevestigd door de alwetende Google-encyclopedie. Sinds begin oktober zijn bijna 400 asielzoekers ondergebracht in een recreatiepark middenin het bos. Prachtige locatie, maar toch weer anders als je bijna tien kilometer moet lopen voor je wekelijkse boodschappen. Het was gelukkig een mooie herfstmiddag, maar de regen en kou (en wie weet ook sneeuw) zullen niet lang meer op zich laten wachten.

Op dat bospad, vol knisperende bladeren, kruisten even onze wegen. Wij met onze lichtgewicht rugzak (gewoon maar van Aldi) en sportieve stappers (gelukkig van Lidl in plaats van een duur sportmerk), zij zeulend met de primaire levensbehoeften. Ik weet, in hun thuisland waren ze vast gewend aan tien kilometer lopen voor een beetje water, balancerend op hun hoofd. Evengoed, wat een wereld van verschil.
Wij op weg naar de trein. Anderhalf uur en weer lekker thuis. Zij naar de tijdelijke opvang in het bos, maar nog een veel langere weg te gaan voordat ze zich ooit thuis zullen voelen in een vreemd land en een vreemde cultuur.



Lopen voor de lol? Wie weet dat hun kinderen dat ooit doen, als ze de kans maar krijgen zich te vestigen in een land waar je (bijna altijd) veilig rond kan lopen zonder op je tellen te hoeven passen voor gevaar van bommen en scherpschutters. Veel beter kan je gewoon je passen tellen.




donderdag 13 november 2014

Geluksdruppels









De 'verdrietrivier' vanbinnen,
trekt meestal kabbelend zijn spoor.
Soms tornodo’s, waterkolken,
dan weer geruisloos door.

Als louter ijzige stiltes klinken,
is het water vast bevroren.
Glijgevaar? Beter dan verdrinken.
Nog niet alles is verloren.

Zomaar een blik, als zonnestraal,
op een verrassendgoeie dag,
vanuit lieve, oude rimpelogen,
of een stralendblije kinderlach.

Zelfs de dikste ijslaag die smelt stuk.
Tranen? 
Dat zijn druppels van geluk!




dinsdag 4 november 2014

Schapenwolken en mist

Zo'n beetje het mooiste moment van de dag is het verschonen van de kattenbak. Tussen de bomen achter ons huis scharrelen zes schapen, en dat geeft zo’n lekker buitengevoel. Om dat wat te verlengen neem ik me voor die middag een uurtje te gaan bladharken in de tuin. Ik sta net boven een spijkerbroek aan te trekken, als er aan de deur wordt geklopt. Voor Sint en Piet is het nog een beetje vroeg. Wie het zou zijn laat zich kort raden, want er klinkt een luide schreeuw. “Help!” De buurvrouw. “Schaap in de sloot.”

Echtgenoot komt meteen in actie. Als ik achter hem aan ben gerend, staat de zwemmer al weer op het droge, rillend, zijn bruine krulletjes kleddernat. Hij lekt niet louter kleurloos, uit zijn nek drupt bloed. Stroomt bloed! Gebeten door een hond, begrijp ik van het buurmeisje die het heeft zien gebeuren. Manlief rent naar huis voor de verbandtrommel. Geen schaapachtig getreuzel, snelle actie is geboden. Powerlifting met een schaap? Dat lukt, in geval van nood. Wijdbeens wankel ik huiswaarts, het schaap hangend in mijn armen en even voel ik zo’n zwoegende deelnemer aan Krachtpatsers of de Zwaarste Man.

Taakverdeling en teamwork in stroomversnelling. Buurmeisje kondigt de patiënt vast aan bij de dierenarts, buurvrouw haalt nog meer verband, en manlief tovert een groot groen zeil tevoorschijn voor het vervoer. Geen tijd voor dramatiek. Pas als we wegrijden – schaap en ik samen in de achterbak – denk ik even terug de dramatische geboorte van een lammetje, lang geleden in een duistere stal. De voorpootjes zaten verstrikt in de navelstreng, maar de zoon van de boer weigerde de dierenarts te waarschuwen. Het lammetje was dood, moederschaap bloedde … als een rund! In allerijl moest ze worden vervoerd naar de noodslachter, want het was zaterdag. Ook toen zat ik met het schaap tussen mijn knieën achterin, en mijn tranen drupten op de witte wol.


In drie decennia ben ik toch wat stoerder geworden. Zelfs als de dierenarts onze amateuristische verbandwikkels weghaalt, maar er geen doekjes om windt: hier is geen redding meer mogelijk.
Nu is het alleen nog wachten op de komst van zijn eigenaar die toestemming moet geven voor de injectie die leven verandert in grazige weiden waar schapen kunnen ronddartelen, samen met huppelende honden zonder scherpe tanden, onder een blauwe lucht. Of hooguit een schapenwolkje.


In shock blijft het arme schaap achter in zijn hokje. Precies als wij teruglopen naar de auto, arriveert de schapenman, met een meisje dat vast zijn dochter is. Snikkend. Stoerheid komt met de jaren. 
De ongrijpbare fase tussen waak en slaap duurt die avond langer dan normaal. Schaapjes tellen? Beter van niet.


Een nieuwe dag, en de kattenbak is alweer verschoond. Er hingen flarden mist tussen de bomen, dus alle schapen waren onzichtbaar. Gelukkig.



Met dank aan Sandra en Yvonne Graaf