maandag 24 augustus 2015

Sail


De dag begon ijzingwekkend vroeg. Op het vertrekpunt was het zelfs nog schemerig, en er waren weinig ogen die zagen wie er instapten. Eenmaal binnen werd er ook weinig oogcontact gemaakt. Het leek wel of de medereizigers focusten op een onzichtbare horizon, om vooral geen notie te hoeven nemen van de anderen. Ieder reist zijn eigen route, eindbestemming hou je voor jezelf.
Na een dik half uur was het tijd voor de overstap op een nieuw vervoermiddel. Een heikel punt, want…ben je op tijd? En is er dan nog plaats beschikbaar?


Uren later arriveren we op de eindbestemming, die tegelijkertijd ook een nieuw beginpunt is, want vanaf hier gaat de reis voorlopig verder te voet. Dat is de deal. De zon teistert onbarmhartig onze onbedekte armen. We voelen het nauwelijks. De weg vinden, dát is de belangrijkste barrière.

De route voert ons over een grillig pad, kronkelend van links naar rechts, maar ook stijgend en dalend, voerend langs verlokkend water, maar we moeten verder. Eindeloze velden, de horizon schroeiend aan de einder. In de bossen die we doorklieven, komen we bijna niemand tegen. Af en toe een enkeling tussen de bomen, met mysterieuze papieren ritselend in de hand. Een knikje van verstandhouding, zonder woorden begrijpen we van elkaar waarnaar we op weg zijn.

Pas in de late avond zien we de schepen. Het is dringen om aan boord te komen, want – hoe schrijnend – er is lang niet genoeg plek voor iedereen. De touwen staan strakgespannen om de oprukkende meute in goede banen te leiden. Kans op kapseizen is er altijd, risico van verdrinken ook, dat heeft de praktijk aangetoond. En toch, van opgeven wil niemand weten. Nu we zo dichtbij zijn, willen we door.

Wegzinken, dat gebeurt pas vele uren later, waarbij de beelden van die dag nog even in time lapse-vaart voorbij vliegen. 
Het was een mooie dag, want alles deden we voor de lol. Anderhalf traject Pieterpad en na afloop nog even langs Sail.
Thuis wachtte de warme douche, en de heteluchtoven waarin een stokbroodje snel is gebakken. In de koelkast nog een flink stuk brie. Kippenvel en trek zijn dan snel verdwenen. Zeker met een glaasje koele witte wijn zie je de dingen in een heel ander perspectief.

Wegdoezelend in het comfortabele tweepersoonsbed ben ik nog net wakker genoeg om te beseffen; de reis van een vluchteling kent die kanteling niet. Zijn wereld staat altijd op z’n kop.







PS. Google eens ‘Sail, dringen aan boord’ en je krijgt ‘drinken aan boord’. 



donderdag 20 augustus 2015

Kut!


Periodieke malaise. Nee, niet die specifieke vrouwelijke problematiek, en de tussenpauze is gelukkig vele malen groter dan een maand. Maar de bijbehorende symptomen zijn méér dan navenant gigant. De ramp heet: nieuwe telefoon.

Ik verdenk de fabrikanten ervan dat deze als meest vernuftige techniek een zichzelfvoorgoeduitschakelsysteem hebben ingebouwd. Twee weken terug was het zover. Met geen enkele infuus- of accukabel nog tot leven te wekken.

Met een beetje goede wil heb je zo’n nieuwe smartguy redelijk snel in de vingers. Behalve het zogenaamd zelfdenkende toetsenbord. Waarom is in vredesnaam ooit bedacht dat het handig is dat je telefoon woorden afmaakt die jij niet eens wilt zeggen? Backspace wissen en opnieuw beginnen kost meer tijd dan lekker je eigen zinnen verzetten.


“Gewoon doortypen, dan komen alleen jouw letters op het scherm,” zeggen de voorstanders. Ja, m’n neus!
“Fijn dat je me weer even appt,” schrijf ik iemand die uit de contactlijst was verdwenen. Tenminste, dat wilde ik schrijven. “Apotheker,” probeert de nieuwe telefoon slimmer te zijn dan ik. Kies dan desnoods nog voor ‘applaus’.

“Handig juist die voorspellende woorden,” juichen de voorstanders.
Oja? Hoe zou een schilder het vinden als-ie een raamkozijn blauw wil verven, en er spuit rode verf uit zijn kwast? Of de bakker die volkorenbrood wil maken en er rolt vijf kilo rozijnen van het plafond zo in de bakblikken?
Voorspellende woorden? Als ik een waarzegger wil, koop ik wel een glazen bol!


Inmiddels heb ik het toetsenbord weer volledig onder controle, dankzij wat handige hulp bij een verbazingwekkend uitgebreid voorkeuzesysteem met zelfs een functie voor ‘grof taalgebruik’.

Nu kan ik weer letterlijk kiezen wat ik schrijft. Inderdaad, met risico op fauten.
Maar zelf blijven denken houdt de geest scherp. Monddood gemaakt worden door je eigen telefoon, dat is
Kunstenmakerij?
Kunst- en vliegwerk?
Kut!*


* Pardon, grof taalgebruik geactiveerd







woensdag 19 augustus 2015

Groot, tot in de dood


Het overlijden van iemand in de nabije kring brengt vaak ook de gemoederen in beweging over rouwadvertentie of -kaart. Pas stond er zo’n afscheidsgroet in een lokale krant die hier niet in de bus rolt. 'Met ernaast zó’n gigantisch tekstblok, dat het alle aandacht opeiste',  zo berichtte een gemeenschappelijke bekende van de overledene. Naar haar idee ‘vast en zeker een miskend talent, dat met die enorme advertentie toch nog postuum zijn gram kon halen’.


Gelukkig is het niet de afmeting van de overlijdensadvertentie die bepaalt of iemand een waardevol mens is geweest. (Wie wel? Dat is weer een heel andere discussie.)
Bij leven en welvaart kan je je omringen met villa’s, auto’s, motoren en andere slagschepen van formaat XXL. Daarna speelt geld geen enkele rol meer, dus … iedereen gelijk?

Die gelijkwaardigheid ligt wel op verdacht hoog niveau op Sicilië. Grafmonumenten als complete villaparken, of in ieder geval formaat fijn vakantiehuisje, met eromheen tientallen treurende weduwen (?) in de weer met bloemenvaas en borstel. 
Mafiamores van gene zijde?

Dichterbij huis bezoek ik zelden een begraafplaats, omdat ik er gevoelsmatig weinig vind. Vooral door de herinnering aan de woorden van mijn gestorven grootmoeder die daarmee hun kracht bewijzen:  ‘Zolang er nog iemand aan je denkt, ben je niet echt dood’. Haar vertaalslag van ‘de doden zijn niet weg, alleen onzichtbaar’ van filosoof Victor Hugo.

Zo’n rondje begraafplaats is een filosofische beschouwing op zich.
Geboortedata (ver) na de mijne, als een ware wake up call. Sta ik hier toch maar mooi in de reservetijd!
Grafschriften in de trant van ‘onze lieve, dierbare, innig gemiste….’ maken vaak wat achterdochtig. Zijn die versteende superlatieven bedoeld om postuum iets goed te maken?
Bij de kindergrafjes loop ik sneller. Al die scheefgezakte beertjes die de tijd niet hebben gehad om te verslijten.

De boventoon voert Abcoude. Alweer een half jaar terug deed ik daar een rondje begraafplaats om… ja, de tijd te doden… wachtend op de trein.
Een simpele rechthoekige steen, een man van ergens in de 40.
‘Paul, forever young’.


Die heeft in elk geval gelééfd.










dinsdag 18 augustus 2015

In de lappenmand



Oude gebruiken, die zijn er om in ere te houden. Ook in de moderne snelle tijd? Juist dan! Lappendag is er zo eentje *. Dus loop ik op de derde maandagmorgen van augustus al om half zeven ’s morgens door de binnenstad van Hoorn, terwijl een hoosbui mijn krakkemikkige pluutje teistert en een compleet waterballet van opspattende bellen zorgt voor natte sokken. Maar ik heb een missie - koopjesjacht - en die laat zich door geen enkel weerbeeld stoppen.  



Het weekend vóór Lappendag was roerig. Hormonen of de tijd van het jaar? Wat dan ook, zaterdagmorgen was ik het ineens Zo Zat dat ik zomaar ergens ben begonnen. Overal ligt zooi. Zo liggen er bijvoorbeeld twee afgekoppelde rookmelders al negen maanden (!) ongebruikt op een kast. Ik krijg er een kind van! Geen woorden maar daden, weg ermee.
In de grijze vuilcontainer was volstrekt verboden, riep mijn eega. Hij zou er hoogstpersoonlijk zorg voor dragen.
Die nacht werden we wakker van luid gepiep. Nee, geen variant op snurken. Het was een alarm. De boel stond toch niet in de hens? Maar het geluid kwam duidelijk van buiten.
Bij nadere research bleken het de rookmelders. Die had manlief voor het gemak op de tuintafel geparkeerd.  En toen, door de regen, werden ze geactiveerd.

Troepalarm twee was er toen ik zaterdagmiddag, na een fietstochtje en met tien kermisoliebollen in de fietstas, thuiskwam. Bloedvlekken in de garage en dat spoor liep door naar de bijkeuken. Echtgenoot liep te hinkelen op het keukenlaminaat. Hij was bij de garagedeur in een van zijn eigen harken gestapt. Waarom staan die tuingereedschappen daar ook in tientallen én met de tanden op scherp omhoog?
Gelukkig was het met een paar pleisters en wat dweilen weer snel onder controle, maar je houdt je hart vast voor de gevreesde derde 'wake up call'.

Was dat het, waarom ik als het ware wakker schrok uit mijn Lappenroes? Tussen alle graaiende handen was er plotsklaps dat visioen van mijn klerenkast. Net nieuw, en eindeloos groot, zolang hij nog leeg was. Maar met alle kleding erin, heb ik meer dan ik me had kunnen voorstellen.
Waarom heb ik zes zwarte blouses? Twintig truien? En tien spijkerbroeken? Tien! Ik kan zowat een compleet elftal aankleden.
De moed zakt me in de schoenen. Die heb ik ook al niet meer nodig. Voor het eerst van mijn leven kom ik thuis met de beste score ooit. Volmaakt gelukkig.

Hoe noemen ze dat ook alweer? Het boetekleed?
Gelukkig is binnenkort de nieuwe wintercollectie op komst.


*Voor wie er niet mee bekend is, de Lappendagmarkt is een eeuwenoude traditie, ter afsluiting van de jaarlijkse kermis in Hoorn. Honderden marktkramen en bijna alle winkels hebben een verbluffend en vooral voordelig aanbod aan stoffen, kleding, bad- en bedtextiel en overige koopwaren. Duizenden kooplustigen gaan er op jacht naar dé schat.


maandag 17 augustus 2015

’t Is weer voorbij die mooie zomer



Mijn moeder had vroeger een la. Zo’n uitschuifbaar vakje in het teakhouten bergmeubel, met daarin zo’n beetje haar grootste relikwie; een pick-up. Draaitafel, om het wat moderner te formuleren. Verder was het verre van bijdetijds. Toen de cassetterecorders en later de cd-spelers het hoogste lied gingen zingen, bleef mijn moeder stoïcijns trouw aan haar platenspeler, verdekt opgesteld in die - als je dat maar vaak genoeg achter elkaar zei, was het bijna vanzelf al een lied - la la la.
Het repertoire kende weinig variatie. Tientallen keren achter elkaar bleef de naald steken (en anders werd die wel een handje geholpen) bij die appelige Gerard Cox, ’t Is weer voorbij die mooie zomer.
Mijn moeder en haar generatiegenoten kenden hun klassiekers.


Dan doen de belegen luisteraars van nu het toch heel wat beter. Onze flink doorgerijpte gehoororganen kunnen nog heel wat muzikale moderniteiten verstouwen. Leeftijdsgrenzen zijn als een elastiek opgerekt.

Kijk eens naar Madonna! Met 60 onder handbereik (laat ze het niet horen) zwieren haar netkousbenen onvermoeid ogend boven het kekke stretchjurkje in tijgerprint. Bitch, I’m Madonna.
Ik schaam me wel wat om het toe te geven, maar bij het aanschouwen van het bijbehorende YouTube-filmpje popte er even zo’n inwendig irritant vraagblokje op: is het niet gek dat een bijna-oma zich zo uitdost en gedraagt? Gelukkig lukte het vrij snel die ouderwetse hokjesgeest het zwijgen op te leggen.

Afgelopen weekend doodde ik samen met een goeie bekende wat tijd op het wereldwijde web. 25 jaar leeftijdsverschil is daarbij geen centje pijn.
“Laten we eens tellen hoeveel bekenden er meedoen in Madonna’s nieuwste video.”
Zijn voorstel, maar ik was niet minder enthousiast. Strak focuste ik op het scherm. Serious stuff.
Maar binnen twintig maten liep ik al minstens vijf muzikale vrienden achter.  
Rita Ora.
Chris Rocket.
Nicky Minaj.
En nog wat namen die ik zelfs nog nooit gehoord heb!
Miley Cyrus.
Hey, zat die niet vorig jaar op zo’n grote bouwkogel? Maar die herken je toch niet achter drie doosjes zilveren oogmake-up?

David Banda.
Geen idéé.
Wààt? Weet ik niet eens dat dit Madonna’s bloedeigen zoon is?

De Sock Puppets.
Kanye West.
That doesn’t ring a bell.
Néé… ik ga toch niet vertellen dat ik niet weet dat hij de man is van die grap met de fishsticks. Je weet wel, van die gay fish parodie op South Park? Heb ik dat ook al gemist?
Dán moeten we ver terug!
Met duizelingwekkende vaart vliegen er fragmenten over het scherm.
Een boze rapper. Een schokkerig bewegend poppetje.
Ken ik niet. 
Inderdaad, Kennie.

Gigantisch gefotoshopte billen boven een laken.
Kim Kardashian, de vrouw van Kanye West. Dát weet ik toch zeker wel?
Eén seconde aarzeling geeft al een meewarige blik.
In sneltreinvaart vliegen we nog verder achteruit naar… ja, zo’n beetje naar dat irritant bekende deuntje.

’t Is weer voorbij die mooie zomer.



Met dank aan Emil Doychev



maandag 10 augustus 2015

WimWim-situatie



Je hebt van die mensen die elkaar echt niks meer te zeggen hebben. Tenminste, dat is de indruk die ze maken, in ijzige stilte aan weerszijden van een restauranttafeltje. Thuis, op de bank, is dat zo erg nog niet. Dan is er altijd nog de TV. Maar de grote leegte tussen blik op de menukaart en wachten op de dingen die gaan komen, ervaar ik vaak als pijnlijk kijkje in de keuken van hun samenspel. Dat wordt nog erger zodra de culinaire creaties zijn geserveerd. Als twee schaakspelers gaan ze fanatiek aan de slag op het bord. Simultaan, maar zonder greintje belangstelling voor de bewegingen aan de overzijde. Tegenspelers, dat lijkt hier een treffende woordkeuze. 






Hoe het óók kan, blijkt in de trein tussen Zaandam en Zutphen. Een paar plaatsen terug zit een koppel van (zo te horen) middelbare leeftijd. ´s Mans naam valt niet te ontgaan, want de vrouw noemt die minstens iedere twee zinnen, met zo´n vette Amerikaanse tongval.

Kijk die koeien eens in het weiland staan, Wwwimmm. Ze hebben geen hoorns, die worden zomaar afgebrrrand. Met verdoving, zeggen ze. Maarrr rrreken dat het pijn doet. Net als kiespijn. Dat voel je ook.

Hampshire, klinkt de man, doorrookt.
Hampshire, daar ben ik geweest, Wwwimmm. Engeland!
Nee, Hengelo. Het hotel. Nu in de aanbieding. Ik zag het in het Algemeen Dagblad. Drie nachten voor 99 euro, met ook nog een gratis fiets.

Wwwimmm, hij gaat niet echt snel hè? We zitten toch in de sneltrein? Maar ik vind het niet zo snel.

Ik weet alleen niet meer waar die advertentie is.
De krrranten moet je zoeken in de stapel, Wwwimmm. En die advertentie uitscheurrren.
Het lijkt de man beter om te kijken in zijn computer. Die heeft net een nieuw beveiligingssysteem gekregen. MacAfee.
De vrouw heeft ook iets nieuws, een koelkast.
Die ouwe was alweer tien jaar oud Wwwimmm.
(Dus geen echtpaar?)
Gisteren heeft ze de kersverse koelruimte meteen gevuld.  
Weet je wat ik gekocht heb Wwwimmm? Kwemberrries.

Hengelo, Boekelo. We kunnen ook naar Haarlem. Dat is een mooie en rustige stad.
Kwemberrries! En weet je wie er vandeweek bij me kwam eten Wwwimmm? Marjorie, net terug van vakantie naar Corfu. Je weet wel, vlak naast de Spaanse grens.
Wim is nog blijven steken bij het hotel.
Boek jij het maarrr Wwwimmm. Als we maar niet in the middle of ergens-nergens zitten.

Ook daar zal de tijd moeiteloos worden gevuld met causerie.

Soms kan je misschien maar beter samen veelbetekenend zwijgen.