De dag
begon ijzingwekkend vroeg. Op het vertrekpunt was het zelfs nog schemerig, en er
waren weinig ogen die zagen wie er instapten. Eenmaal binnen werd er ook weinig
oogcontact gemaakt. Het leek wel of de medereizigers focusten op een
onzichtbare horizon, om vooral geen notie te hoeven nemen van de anderen. Ieder
reist zijn eigen route, eindbestemming hou je voor jezelf.
Na een
dik half uur was het tijd voor de overstap op een nieuw vervoermiddel. Een
heikel punt, want…ben je op tijd? En is er dan nog plaats beschikbaar?
Uren
later arriveren we op de eindbestemming, die tegelijkertijd ook een nieuw
beginpunt is, want vanaf hier gaat de reis voorlopig verder te voet. Dat is de
deal. De zon teistert onbarmhartig onze onbedekte armen. We voelen het
nauwelijks. De weg vinden, dát is de belangrijkste barrière.
De
route voert ons over een grillig pad, kronkelend van links naar rechts, maar
ook stijgend en dalend, voerend langs verlokkend water, maar we moeten verder. Eindeloze
velden, de horizon schroeiend aan de einder. In de bossen die we doorklieven,
komen we bijna niemand tegen. Af en toe een enkeling tussen de bomen, met mysterieuze
papieren ritselend in de hand. Een knikje van verstandhouding, zonder woorden
begrijpen we van elkaar waarnaar we op weg zijn.
Pas in
de late avond zien we de schepen. Het is dringen om aan boord te komen, want –
hoe schrijnend – er is lang niet genoeg plek voor iedereen. De touwen staan
strakgespannen om de oprukkende meute in goede banen te leiden. Kans op kapseizen
is er altijd, risico van verdrinken ook, dat heeft de praktijk aangetoond. En
toch, van opgeven wil niemand weten. Nu we zo dichtbij zijn, willen we door.
Wegzinken,
dat gebeurt pas vele uren later, waarbij de beelden van die dag nog even in time lapse-vaart voorbij vliegen.
Het was een mooie dag, want alles deden we voor de lol. Anderhalf traject Pieterpad en na afloop nog even langs Sail.
Het was een mooie dag, want alles deden we voor de lol. Anderhalf traject Pieterpad en na afloop nog even langs Sail.
Thuis
wachtte de warme douche, en de heteluchtoven waarin een stokbroodje snel is
gebakken. In de koelkast nog een flink stuk brie. Kippenvel en trek zijn
dan snel verdwenen. Zeker met een glaasje koele witte wijn zie je de dingen in een heel ander perspectief.
Wegdoezelend
in het comfortabele tweepersoonsbed ben ik nog net wakker genoeg om te beseffen;
de reis van een vluchteling kent die kanteling niet. Zijn wereld staat altijd
op z’n kop.
PS. Google
eens ‘Sail, dringen aan boord’ en je krijgt ‘drinken aan boord’.