zondag 31 januari 2016

Gekakel



Zondagmorgen ontwaken. Dat gaat, zoals op alle andere dagen, met de wekkerradio die begint te praten op het plankje boven mijn hoofd. Met dat verschil dat het op zondag vaak gebeurt met Vroege Vogels (zo’n fijne programmanaam, die je het gevoel geeft de héééle dag nog tegoed te hebben). Het is vooral lekker sluimeren bij de ‘fenolijn’ waarop mensen kunnen bellen dat ze in januari al krokussen hebben gespot, de roodborstspecht hebben horen hameren of zelfs de eerste zwaluw alweer hebben zien vliegen. Ah, vrede op aarde…

Vanmorgen ontwaakte mijn bewustzijn net te vroeg (of te laat?) voor zulke rustgevende berichten, en plofte ik linea recta in het nieuws. Dat in het uiterste noorden, als gevolg van de klimaatverandering, de voedselvoorraad van rendieren maandenlang verdwijnt onder een vijftien centimeter dikke ijslaag. Door zo’n lange tijd erbarmelijk lijnen en lijden sterven ze bij tientallen tegelijk. Dat honderden jonge vluchtelingen op hun reis van ergens naar nergens zomaar van de radar zijn verdwenen. Ingelijfd door de lokale maffia? Ingezet in de seksindustrie?

Zo’n mengelmoes aan kommer en kwel krijgt je direct klaarwakker. Daarmee krijgen huis-, tuin- en keukenprobleempjes de ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Zoals manlief die, nog in badjas aan tafel, geen ontbijtkoek of bakje yoghurt blieft. Griep, hem overvallen in de nacht. Zingen kan ik niet goed, maar vanzelfsprekend schiet ik meteen in de rol van die wereldberoemde Nightingale. 
Gepland dagtripje naar dochter vooralsnog maar even afzeggen. Zij snapt het volkomen en wens ons sterkte er maar mee. Kopje thee, geschild appeltje, warm bad. Vooral dat laatste doet een ziek mens goed.

Met die gedachte nog in het hoofd blader ik, met nóg maar een kopje koffie (ik drink nu voor twee), door de dikke zaterdagkrant. En daar zie ik ze staan, met open schreeuwmonden op een plein in Rome. Spandoeken hoog opgeheven. Adoptie door twee vrouwen of twee mannen? Uit den boze! In de ban. Omdat dat gewoon niet kan!
Maar wat is eigenlijk gewoon? Een keurig gezinnetje, waarin papa en mama van je houden? Ouders die je uitgebalanceerd begeleiden naar de volwassenheid? Wenselijk ja, maar gewóón, in de betekenis van ‘vanzelfsprekend’? Komt het allemaal vanzelf goed zolang er maar aan eentje - even citeren uit de rijke vocabulaire der actualiteit - een piemel zit? Was het maar zo simpel.


Volgende week ga ik de fenolijn niet missen. Vooral omdat ik zelf wil bellen. “Gezien, in Italië. Honderden kakelende kippen. Een oorverdovend lawaai. En dat is zeker niet gewoon, voor kippen zonder kop!”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten