Posts tonen met het label regenbui. Alle posts tonen
Posts tonen met het label regenbui. Alle posts tonen

woensdag 10 augustus 2011

De daklozenkrant, da’s lachen

Sommige dagen gaat alles mis. Fietsband zacht. Spinnenwebben in de steeg. Kleddernatte heg, dus doorweekte jasmouw. En dan heb ik al een defecte wekkerradio, halfkoude douche en afgebroken laarshak achter de rug. En een kat die met modderpoten op schoot sprong.

Als het onderweg naar het station ook nog begint te hozen, ik geen plu mee heb en ook geen regenjack, vervloek ik Murphy om zijn irritante wet.

Tuurlijk is de trein net weg. Na woedend wachten op het koude perron zit lekker lezen er niet in, door al die babbelaars die geen seconde hun mond kunnen houden. En is dat echt een mens die naast me plaatsneemt? Ik zit klemvast tussen zijleuning en heupgewricht. Pardon, deze bankjes zijn niet gemaakt voor een mammoet.

Mijn interviewkandidaat is er eentje van het introverte type. Met moeite perst hij er door mediatraining gevormde standaardzinnen uit. Niet één aansprekende quote of treffende uitspraak. Zijn secretaresse serveert koffie uit een apparaat dat thee, chocomel en koffie heeft weten te mixen tot grijsbruine drab die smaakt naar alles en niets. Ze morst ook nog op mijn schrijfblok.

Op de terugweg even naar de winkel. Geen halve euro voor het karretje paraat en ook geen geduld om te wisselen. Hannesend met mandje en tas manoeuvrerend tussen de schappen ongemotiveerd wat spullen bij elkaar grissen. Met handen vol boodschappen en een pak toiletpapier onder de arm proberen het fietssleuteltje uit mijn jaszak te wringen. Dan valt de eierdoos op de grond. Er is er maar eentje stuk, maar mijn humeur ligt nu volledig in gruzelementen.

Als ik weer boos omhoog kom, zie ik haar pas, een beetje verscholen onder de supermarktluifel. De donkere vrouw, kleumend in haar jack. Ze groet met Oost-Europees accent. Haar tanden zijn niet stralendwit en er ontbreken er minstens twee. Maar haar lach is gul en aanstekelijk.

Als ik door de miezerregen naar huis ben getrapt, geeft buurman me een verbaasde blik. Dan pas realiseer ik me dat ik zachtjes zit te zingen op het zadel. Morgen ga ik terug en koop ik haar krant!



maandag 18 juli 2011

Warm gevoel

Naar buiten kijken lukt niet zo goed, want grote waterstralen striemen tegen de ramen en maken het zicht melkachtig transparant. Geeft niets, binnen is het beter dan buiten. Bovendien, met deze slagkracht regenen de ruiten vanzelf schoon.


Een wollige joggingbroek om de benen, lekker onderuitgezakt op de bank. Aan mijn voeten dikke sokken en daaromheen van die handige pittensloffen die je in de magnetron kunt opwarmen. Ideaal, want binnen een minuut is de vulling bloedheet. Die kokende pantoffels laten het bloed weer stromen en ontdooien wintertenen in sneltreinvaart.

Naast me, zo’n beetje tegen me aan geleund, ligt onze rode kater te spinnen. Die heeft ook totaal geen behoefte om nu naar buiten te gaan. Beestenweer!

Wat een bof dat we zo’n handige gaskachel hebben waarin het ‘open haardvuur’ niet van echt is te onderscheiden. Een lekker knus knapperend vlammenspel met één druk op de knop. Die van de afstandsbediening, wel te verstaan.

De vuurgloed schijnt prachtig in onze twee glaasjes rode wijn, die op het bijzettafeltje zo voor het grijpen staan. Lekker Frans kaasje ernaast. Calorieën tellen en lijnen zijn niet nodig, die paar pondjes extra vallen toch niet op, achter de knopen van het behaaglijk dikke vest.

Bijna bedtijd. Ik verheug me nu al op het snel wegtrekken van de koude uit de katoenen lakens, terwijl ik tot aan mijn kin onder het donzige dekbed lig. Hoe kan je behaaglijker wegsoezen, terwijl de wind om het huis huilt en de hagelsteentjes ritmisch tegen het schuine dakraam tokkelen? Zoals het thuis tikt, tikt het nergens.

Op de grens van waken en slapen druppelt het nog even door: mijn natgeregende laarzen staan nog in de huiskamer uit te lekken voor de haard. Ach, morgen is vroeg genoeg om ze terug te zetten op het schoenenrek in de hal. Wie weet wel handig zo, vlakbij de kachel. Is Sinterklaas zo zachtjes aan niet al onderweg? IJs en weder dienende.

Wat is het leven toch gezellig zo. Als je er maar niet bij nadenkt dat het eigenlijk hoogzomer is.