Vroeger (alleen het gebruik van dat woord al…) was er nog een vrij strikte scheiding tussen werk en privé. Pas als je je collega echt wat beter kende, hoorde je dat hij in zijn vrije tijd graag ging hardlopen of dat hij keepte in het lokale elftal. En niet eerder dan dat je wist door te dringen tot de kring intimi die eens op de thee werd uitgenodigd, zag je dat Karel groente teelde in de achtertuin en zich ’s avonds over de keukentafel boog om duizenden kartonnen puzzelstukjes aaneen te leggen tot het portret van een kat.
Tegenwoordig ligt alles voor het grijpen. Via Hyves en Facebook worden hobby’s, vakantieavonturen en alle andere vreugdevolle momenten - liefst ook nog met foto’s - kwistig gedeeld op de zogeheten vriendensites. Die naam dekt niet helemaal de lading, want via een paar gerichte muisklikken bereik je via je relatienetwerk ook de fotoalbums van volslagen onbekenden. Als je dat al wilt natuurlijk.
Aan een kijkje achter de schermen van iemands leven gaat geen degelijke portie ‘social talk’ meer vooraf. ‘Social sharing’ op internet is onbegrensd.
Hoe anders was dat… vroeger. Ooit was de dikte van je poëziealbum tekenend voor je populariteit. In een ver verleden werd er in december door de huiskamer een lijntje gespannen, waaraan met minuscule knijpertjes de kerstpost werd uitgestald. En ook de stapel verjaardagskaarten ging trots rond in de visitekring.
Wat een wereld van verschil met nu! In de virtuele samenleving stijgen je naam en faam met het aantal shares en likes op je account. En niet te vergeten de ‘welgemeende’ felicitatiewensen als je weer een jaartje ouder wordt, waarvan het tijdstip overigens automatisch wordt doorgeven aan je ongebreideld uitdijende vriendennet.
Zelfs spioneren is nu sociaal aanvaard. Het wordt zelfs van harte gestimuleerd in de vorm van het uitbouwen van de groepen Followers en Following op je Twitterpage.
Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. En deze aloude spreuk is weer goed van kracht, want vrienden veranderen van tastbare types die je nog eens een ferme klap op de schouder kunt verkopen, steeds meer in de geestige plaatjes op postzegelformaat die je persoonlijke webpagina inkleuren.
Toon mij uw profiel en ik zal zeggen wie u bent.
Maar ook al herinner ik me dan nog goed de tijd van vroeger, ik ben zeker niet van gisteren. Om te blijven bestaan moet je méé met je tijd. Met die gedachte in het hoofd heb ik het vandaag gedaan, voor de allereerste keer. Een tweet de wereld in gestuurd. Een superkleine stap voor de virtuele mensheid, een megastap voor iemand die eigenlijk nog liever met beide benen in het echte leven blijft staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten