donderdag 14 februari 2013

Kattenpraat die niemand verstaat


“Ik heb zoveel gezelligheid aan mijn kat. Ze loopt als een hondje zo trouw achter me aan, bijna de hele dag en door het hele huis. We ‘praten’ veel met elkaar.”
De openingszinnen in een e-mailberichtje van een vriendin. Wat een vrolijk en gelukkig leven, met zo’n wollig diertje, ronkend van aanhankelijkheid. In mijn fantasie kan ik haar zien zitten op de bank, gevulde koek onder handbereik, bosje tulpen van de markt op tafel en die knusjes ronkende spinmotor op haar schoot.



De waarheid is een beetje anders. Want Natalya stuurt haar mailtje vanuit Kazachstan. Niet vanuit huis - want daar heeft ze geen computer - maar vanaf haar werk in de oude tochtige bibliotheek in Alma-Ata, twintig jaar terug nog de hoofdstad van het land, maar vooral bekend vanwege de Olympische schaatsbaan waarop veel wereldrecords zijn gereden. 
Het enige wat Natalya merkt van die glitter & glamour is dat het in haar kantoortje in de bieb bijna net zo koud is als in de ijshal. Binnenkort maakt haar uitgeblazen adem misschien geen ijswolkjes meer in de lucht, want haar nieuwe baas wil haar ontslaan.
“Iedereen die twee keer te laat komt, al is het maar een paar minuten, hoeft niet meer terug te komen!” luidde de ferme uiting van een extreem laag human interest gehalte in het personeelsbeleid.
“Dat is omdat deze vrouw ons allemaal wil vervangen door haar vrienden,” verklaart Natalya me het klappen van de zweep in haar wereld.

Het bibliotheekwerk is voor haar geen luxe. Geen leuke afleiding om er eventjes ‘uit’ te zijn, maar bittere noodzaak om nog een beetje inkomen bij elkaar te schrapen. En voor de rest heeft ze gelukkig de oogst van haar dacha, de volkstuin (ook al niet louter voor de meditatieve ontspanning) waar ze regelmatig heen gaat met een rammelende bus waarin nauwelijks plaats is voor alle passagiers, laat staan voor de emmer appelen van eigen oogst.

Drie jaar terug kwam haar echtgenoot op een avond niet meer thuis. Geen bericht is goed bericht? Die wet gaat niet op in Kazachstan, maar de politie kwam niet in actie en er verscheen ook een opsporingsbericht op de TV. Er verdwenen weleens meer mensen, zomaar. Niemand die er erg van opkeek. Het duurde drie lange weken voordat ‘Mikael’ werd gevonden. Zijn lichaam lag in het park, onder een struik. Door de kou en sneeuw nog nauwelijks in staat van ontbinding. In de plastic jerrycan naast zijn lijf dreef nog een laagje huisgestookte wodka. Anti-vries om de harde randjes van het ijzige leven weg te smelten.

Als weduwe krijgt Natalya geen uitkering. Haar dochter deed een dappere poging om elders geluk te vergaren en boekte een treinticket naar Parijs. Hoe ze maandenlang de kost heeft verdiend in de Franse lichtstad, wil Natalya niet weten. Haar dochter is teruggekeerd vanuit het licht naar de duisternis, zoals ze dat noemen een illusie armer en een ervaring rijker. Maar wat koop je voor dat laatste?
Met haar kersverse echtgenoot Oleg is Svetlana ingetrokken in de tweekamerflat van haar moeder. Werkloos zijn ze allebei. 

“Mijn werk helpt me om niet voortdurend te denken aan vroeger. De tijd dat mijn man er nog was, lijkt soms zover weg, als een heel ander leven,” schrijft Natalya. “Thuis praten we niet zoveel, eigenlijk maar een paar minuten per dag, maar ik voel me toch niet eenzaam. Ik ben blij voor mijn dochter, volgens mij is ze erg gelukkig met haar man. Zij praten en lachen veel, vooral om mijn manier van praten met de kat. Maar alleen ik weet dat zij me dingen probeert te vertellen die niemand anders verstaat.”


2 opmerkingen: