donderdag 4 april 2013

Mét



Wie niet eet, gaat dood. Een waarheid als een koe. Maar wat we zoal naar binnen proppen en hoe slecht dat vaak voor ons is, daarbij sta je veel te weinig stil. Met die gedachte bezie ik het ‘graasgedrag’ van mensen om me heen. Het is bij het inchecken in een vliegtuig dat we, à la Efteling-wachtrij, tussen de linten door zigzaggen op weg naar de slurf. Links en rechts allerhande verlokkingen om de tijd te doden. Automaten met chocoladegedrochten gevuld met karamelcrème, kokospulp of vette pinda’s (‘een vuistvol in iedere reep’). Rijk gevulde frisdrankapparaten, de inhoud bruisend van minstens tien klontjes suiker per blik. Het ratelend geluid van ingeworpen munten accentueert de gretigheid waarmee ze aftrek vinden, al die aanslagen op het leven.

Aanslagen op het leven, ja! Mij kost het nauwelijks moeite al die calorieënbommen stoïcijns voorbij te lopen. Ik heb net iets heel anders achter de kiezen; ‘De voedselzandloper’, een wetenschappelijk onderbouwd boekwerkje van een Belgische arts over het effect van voeding op onze gezondheid.
De invloed van voedsel bij het ontstaan van kanker en op de werking van onze hersenen. Maar ook hoe vet je aderen dichtslibt (hoge bloeddruk, hartaanval) en hoe suiker zorgt voor gigantische energiepieken. Dat laatste lijkt leuk, maar hoogmoed komt voor de val; zo’n vliegensvlug opgebouwd hoogtefront stort weer net zo snel ineen. En wat een energie het kost om al die verkeerde voedingsmiddelen weer weg te werken; een aanslag op je huid, die door ongezond eetgedrag veel te vroeg verandert in een soort craquelé.
Al die wijsheid ligt me zo zwaar op de maag dat ik me voortaan drie keer bedenk alvorens me vol te proppen met onverantwoorde vetten. Gelukkig zijn er ook goede. Met noten word je niet ‘nuts’ maar blijft je geest werken als een goed geoliede machine. Wie de calorieën uitgebalanceerd wikt en weegt, wordt niet alleen gemiddeld veel ouder, maar ook de kwaliteit van leven is beduidend beter. Living to the max.

We schuifelen verder richting ingang. Krap tien minuten voor het verplichte uitschakelen van de mobiele telefoon zoemt er een berichtje binnen bij mijn reispartner. Een e-mail van het werk. Gisteren is er een ongeluk gebeurd op de snelweg vlakbij kantoor. Een vrachtwagen gekanteld en twee automobilisten erbij betrokken, waarvan eentje een collega. Achtentwintig en net een half jaar in dienst. “Onze gedachten gaan uit naar zijn echtgenote, vijf maanden zwanger van hun eerste kind.” 
Slik.

Vijf dagen later zit ik weer in het vliegtuig, terug naar huis. Bij het landen houd ik, als altijd, even de adem in. Toch altijd een tricky moment vlak voordat de wielen de grond raken. Remmen, remmen! Pas als we bijna tot stilstand gekomen zijn, dringt tot me door wat er op het plaatje staat op de stoel voor me, waarnaar ik strak heb zitten staren. Een supersize hamburger met dikke klodders gele saus.

Na de lange wandeling naar de aankomsthal en het wachten op de koffer, heb ik – etenstijd - net de trein gemist. Een half uurtje wachten is net genoeg voor een snelle hap. Een bak patat, van die lekkere dikke, met een grote klodder mayonaise. Want natuurlijk kies ik mét.
Lang leven, dat is vooral ook een enorme dosis geluk. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten