donderdag 22 augustus 2013

Roestige scharnieren in mijn hoofd


Soms zie je, ergens langs een bospad, van die roodbruine, door corrosie aangetaste treinrails die in onbruik zijn geraakt. Te duur om ze weg te halen, blijven ze daar maar liggen. Het dode spoor van een ver verleden. Ook zonder concrete eindbestemming hebben ze nog wel degelijk een functie; een waarschuwing, samen te ballen in twee woordjes: rust roest!

Wat je niet gebruikt, verstoft en verslapt. Dat geldt zowel voor ongelezen boeken in de kast als jammer genoeg ook voor buik- en armspieren. Ach, misschien die boeken regelmatig even liften? Dan wappert het stof eraf en perfectioneer je meteen je pezen. De zogeheten win-winsituatie.  
In werkelijkheid wordt stoffen, zemen en zwabberen (bestaat dat laatste eigenlijk nog wel?) steeds vaker uitbesteed aan de interieurverzorgster. Bijna dagelijks komt er hier wel eentje de straat in fietsen, mandje met schoonmaakspullen voorop. Om zelf ook voldoende beweging te krijgen, bezoeken de bewoners de sportschool. Liefst met de auto. Een inmiddels uitgebalanceerde onlogica.

Meer zorgen maak ik me over de werking van die andere grote spier, die van het brein. Wat lijkt het al lang geleden, vroeger op school: tafels, Duitse naamvallen… complete reeksen stampten we in ons hoofd. Nuttig? In ieder geval wel een koploper om je brein een beetje in de running te houden.



Alles wat we nu nog moeten onthouden, wordt opgeslagen op de harde schijf. De externe, wel te verstaan. Eén geruststelling, dat komt geen enge operatieve ingreep aan te pas, Maar hoe zit het met de knarsende raderen in ons hoofd? 
Iets willen weten? Opzoeken bij www.simsalabimmijn brein een 'googledoos'. 

En dan hebben we het nog niet eens over de smartphone die zo'n beetje alle parate kennis (telefoonnummer van tante Mien?) heeft ingepikt. Alleen, wat als de batterij leeg is? Ben ik dan zelf ook meteen buiten gebruik? 

We zoeken niet eens meer houvast meer aan ezelsbruggetjes. Die dieren schijnen trouwens vele malen slimmer dan wij onszelf wijsmaken, terwijl ons eigen IQ hard hollend in onbruik raakt. 
Stop! Vanaf vandaag ga ik ze doorsmeren, de roestige scharnieren in mijn hoofd. Ze hebben verontrustende namen als ‘hersenkrakers’ en ‘breinbrekers’ die push-ups voor het brein. Maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Memory en Tetris here I come!




PS. 
Net 'Digitale Dementie' achter de kiezen, van Manfred Spitzer, een Duitse geheugenonderzoeker die probeert te bewijzen dat hoe meer we gebruikmaken van computers, hoe meer ons geheugen terugloopt. Ik had gehoopt op interessante bewijzen die mijn vrees en vermoeden konden staven, maar extra overtuigd ben ik niet geraakt door de auteur die een beetje blijft steken in de kwalijke effecten van computerspellen en zelf niet eens televisie kijkt (dus niet bepaald ervaringsdeskundige is).
Maar... wel ben ik ineens meer gaan nadenken over de effecten van het 'uitbesteden' van geheugencapaciteit naar computerbestanden en wolkenmassa's. Dát heeft die Spitzer dan toch in ieder geval bereikt. 

PS.2
Wie ook interesse heeft weer eens een lichtje aan te steken onder de duistere hersenpan? Kijk op: www.lumosity.com

maandag 19 augustus 2013

Dwalende door het paleis


Vorige week was ik in het Paleis van Justitie, gelegen aan het Amsterdamse IJ. Binnenkomen bleek niet moeilijk. Voor ik het wist zat ik - na balie en poortje - op de eerste verdieping, te wachten op ‘de zaak’. Dé zaak ja, want ik was een vrouw met een missie. Ik had connecties met de dader, en dat maakt zo’n proces toch meteen een stuk persoonlijker.


Voor de verschillende rechtszalen was het een drukte van belang. Mensen wiebelden onrustig van het linker- op het rechterbeen, terwijl de toiletten toch dichtbij waren. Maar ja, nervositeit over de uitspraak raak je daar niet kwijt. Pas toen ik beter luisterde naar de flarden van een gesprek ter linkerzijde, drong tot me door waar het over ging.
“Zijn vader heeft mij dus zo hard geslagen, dat ik er nu nog last heb.”
“Maar dan moeten we er ook bij vertellen dat hij pas ook zijn buurman heeft aangereden.”
“Ja, en dan zeg ik dat die nog steeds pijn heeft in zijn been.”
Een andere wereld, met andere waarden?

De meeste aandacht trokken de mannen en vrouwen die binnen kwamen rennen in casual spijkerbroeken en zeulend met grote boodschappentassen. Vlak voor de bodebalie trokken ze daar geroutineerd zwarte lappen uit tevoorschijn die me deden denken aan een boerka. Wit servetje omgeknoopt en … ze waren advocaat.

Toen onze ‘zaak’ werd aangekondigd, schoven de mensen die ik familiaire betrekkingen toedichtte, aan de rechterkant. Als vrijwilliger van Gevangenenzorg had ik de linkerbank voor mij alleen. Comfortabel werd het niet, dat harde hout.  

Het leek of iedereen de adem inhield, wachtend op de komst van de dader. Gek om hem zo te zien, gechaperonneerd door twee bewakers. Na vele gesprekjes in het bezoekerskamertje in de gevangenis was hij voor mij allang niet meer de man met de initialen uit de krant, veroordeeld tot vier jaar. Dat deze voor Nederlandse begrippen lange straf geheel terecht was, daarover bestond geen twijfel, aldus de advocaat-generaal. Een grijze vrouw met een koude blik die de aanklacht voordroeg, zonder enige emotie in haar stem.

Ik zag de rug van de aangeklaagde even verstrakken. Maar hij slaagde erin zijn hoger beroep te motiveren. Door te vertellen hoe hij zichzelf had teruggevonden in de gevangenis, na een leven vol met drugs. Hoe alles anders was geworden sinds hij vader is. En vooral, hoeveel spijt hij had over zijn daad, gepleegd in een vlaag van verstandsverbijstering, nota bene officieel aangetoond met psychologisch onderzoek. De ogen van de rechter keken aimabel en vooral wijs. Levenswijs. Ze lichtten even op bij de geboorte van het dochtertje, maar de advocaat-generaal bleef bij haar standpunt. “Geen reden voor strafvermindering.” Onvermurwbaar als het stenen tijdperk. Wie zonder zonde is, werpe de eerste?

Van de twee weken wachttijd is nu de helft om, en ik hoop dat de balans doorslaat naar de goede kant. Begrijpt dan niemand dat deze jonge vader liefst zo snel mogelijk voor zijn dochter wil gaan zorgen? Hem zo lang mogelijk opsluiten, daar wordt toch niemand beter van? Ook niet de maatschappij?

Net kreeg ik een mailtje van een medewerker van Gevangenenzorg. “Ik had vorige week een bizarre, maar ook leerzame ervaring. Ze wilden me beroven bij het pinnen. Gelukkig zijn ze op basis van hun nummerbord snel gepakt. Benieuwd hoe die rechtszitting straks verloopt. Ik heb al wel via Slachtoffer in Beeld kenbaar gemaakt dat ik graag eens met ze wil praten. Misschien wel goed zo weer helder te hebben dat we werken voor mensen die echt rotstreken uithalen!”

 




woensdag 14 augustus 2013

Elektrische tijd


Mijn mondhygiëniste heeft altijd wat te mopperen. Vooral over mijn poetsgedrag. Dat doe ik nog handmatig, en dat is hartstikke fout! “Elektrische tandenborstel,” meldt ze, met klemtoon op iedere lettergreep.

Een gebitje poetsen, dat kan toch zeker wel zonder elektriek? Het gaat me niet eens om de aanschaf van zo’n vibrator met borstel (want zo duur zijn ze niet). Het is mijn persoonlijk principe dat veel te kostbaar is om prijs te geven: dingen doen op eigen kracht!

De buxusheggen in de tuin snoei ik met zo’n oude vertrouwde heggenschaar met langs elkaar glijdende snijvlakken. Dat gaat gepaard met rustgevend knirp-knirp. Je kunt de blaadjes bijna horen vallen. Kom daar eens om met het motorieke vrroemmmm van de elektrische heggenhakker.
Zelfs taart en rollade worden al jarenlang gesneden met het elektrisch mes.
Mensen, wat mankeert er aan onze handen?

En nu worden de hulpmotoren ook al ingezet voor onze benen. Als ik op een zonnige zondagmiddag relaxed een rondje fiets, word ik links en rechts ingehaald door mensen met beduidend wat meer jaren op de teller. Ik moet flink aanpoten om ze bij te benen. Ogenschijnlijk onvermoeibaar scheuren ze voorbij. Met pokerface over de brug, geen versnelde ademhaling te bespeuren, zelfs niet bij straffe tegenwind. Zonder te hijgen de helling op? Jaja, daar trappen we niet in!



What you see is not what you get. Want ze lijken te rijden op zo’n solide ouderwetse Gazelle met ferme draai, maar hebben een stiekeme elektromotor die bij iedere trapbeweging een flinke zet extra geeft. Pas wie echt oplettend kijkt, ziet de blikken trommel in het wiel of de ietwat verdikte buis van het frame. En het kan nog stiekemer; sommige steuntjes in de rug zitten verstopt in de fietstas. De actieradius is totaal afhankelijk van de capaciteit van de accu. Is de batterij leeg, dan zijn ze zelf ook uitgeschakeld.

Tuurlijk, het mag allemaal. Hulpmiddelen zijn er om het leven makkelijker te maken. Zelf stop ik ook regelmatig de natte was in de droger in plaats van dat ik alles buiten laat wapperen. Maar die elektrieken fietsen zijn soms een gevaar op de weg. Als je sneller gaat dan je denkt, houdt de fijne motoriek lang niet altijd gelijke tred. Niet zelden moet ik hard in de rem omdat er een ‘motormuis’ in cognito mijn pad kruist zonder uit te kijken. Daar was namelijk niet eens tijd voor.
De oplossing? Misschien zo’n hoog vlaggetje aan een stok op de bagagedrager dat nu vooral nog gebruikt wordt op kinderfietsjes? Of gewoon een duidelijk zichtbare hulpmotor. Kunnen de andere fietsers ook nog eens lachen.




Tot slot, ik denk dat bij de nieuwste spellingsaanpassing het lastige ‘elektriciteit’ ook goedgekeurd gaat worden als ‘elektrische tijd’. Tot die tijd trap ik er lekker obstinaat nog een beetje tegenaan. Volledig op eigen kracht, zonder hulpmotor.