Habbibabbi’s. Op het eerste gehoor bekt het lekker genoeg
voor een fijn buikgevoel, maar nee, het blijkt geen variant op boterbabbelaars
of krakelingen van de warme bakker. Habbibabbi’s is een woordvondst van een van
de deelnemers aan het nieuwe EO-programma ‘Rot op naar je eigen land.’
Wie precies tot de habbibabbi’s behoren? “Gewoon, alles wat
niet Nederlands is. Eh, alles met een kleurtje,” formuleerde de bedenkster haar
ferme omkadering.
Moeten we blij zijn dat zonnebankbruin uit is?
In ‘Rot op naar je eigen land’ maken de zes deelnemers de
tegengestelde reis van een vluchteling. Dus vanuit Nederland naar ergens in het
middenoosten. Onder het mom: ervaring maakt de beste barmhartige Samaritaan?
Ben ik nog wel benieuwd naar het effect? Want na een bezoek
aan een asielzoekerscentrum en een nachtje in een gevangeniscel blijkt het logischerwijze
voor iederéén fijn om gast aan tafel te zijn bij medelanders uit Afghanistan,
Syrië of was het nou Irak? Oja, dat laatste. Want nadat vader op een feestje
met een grote plaksnor een imitatie van Saddam Hussein had gegeven, werd hij
diezelfde nacht nog opgepakt en moest zijn gezin vluchten. Nee, dat was geen ludieke
tv-show, maar real life drama. Na vier dagen en drie nachten in een vrachtauto (in
de laadruimte wel te verstaan) kwamen ze in Nederland terecht. Aflevering één
eindigde met – dat voelde je op je Hollandse klompen al aankomen – het
embarkement van de zes Rotop-ers in de stikdonkere buik van een
scheepscontainer op wielen. Bestemming onbekend.
Ik aanschouw het allemaal, lekker beetje onderuit gezakt
op de bank, mok koffie en plak krentenbrood met roomboter. Een habbikratsje,
want de donkere dagen ná de feestmaand zijn een periode van buik inhouden. De
mijne is trouwens verdacht rustig de laatste tijd. Geen geborrel, geen opgepropt
gevoel; de symptomen waarmee inspiratie vaak gepaard gaat. IJzingwekkende stilte.
Weinig te melden dat de moeite van het lezen, laat staan schrijven, waard is.
Tot dat ene, korte telefoontje met grote impact. Twee goeie
vrienden uit Iran, de een al jarenlang in Nederland (en bijna accentloos
sprekend in onze taal) mogen blijven!
Van nabij heb ik hun reis door de tijd aanschouwd. Vooral
hun angst over de onbekende bestemming, want de weg terug was definitief
afgesloten.
Met een dienblaadje in de rij voor de gaarkeuken. Persoonspasje
in je hand voor iedere manoeuvre die je maakt. Dat zijn er overigens weinig, want
als asielzoeker heb je maar één activiteit die je eindeloos herhaalt: wachten-wachten-wachten.
Uitgestelde gesprekken, verlengde procedures. Iedere keer op een andere
locatie, en nooit enig idee hoe lang je hier nu weer zal blijven. Je draai
proberen te vinden in een meltpot van diverse culturen en vreemde luchtjes. En een
Oezbeekse mevrouw die met een aan obsessie grenzende reinheidscultus het gedeelde
aanrecht tien keer per dag schoon schrobt.
En dan… een paar dagen na Blue Monday is het onzekere
bestaan teneinde. Van asielzoeker naar de eerlijke vinder van een nieuwe bestemming.
Vrijheid – blijheid, of andersom? Wat maakt het uit? Ineens staat voor twee
mensen de hele wereld even op z’n kop. Die boodschap moet er even uit.
Wie weet kantelen er nog meer perspectieven binnenkort?
Vooral kijken mensen, tien over negen, NPO 2.
Dit is geweldig nieuws voor Danial en zijn moeder en natuurlijk ook voor jullie ! Geniet er allemaal van. Jo en Marij
BeantwoordenVerwijderen