Posts tonen met het label gelukkig nieuwjaar. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gelukkig nieuwjaar. Alle posts tonen

dinsdag 7 januari 2014

Gelukkig & gezond gaat niet altijd over rozen


De kop is eraf. Het nieuwe jaar is al niet echt nieuw meer. Nog een paar dagen kunnen we het elkaar toewensen, liefst met stralende lach: veel geluk in 2014. Oja, en een goede gezondheid. Dat laatste wordt er zo’n beetje bijgemoffeld, want eigenlijk is dat toch vanzelfsprekend?

De meeste mensen onderschatten de waarde van hun gezondheid. Ze komen er pas achter als ze die al aan het verliezen zijn. Die tekst riekt naar moraliserende woorden, een wijsheid op een tegeltje. Maar daarom niet minder waar.
Op de grens van oud naar nieuw, precies in de periode waarin we het elkaar zo spontaan uit de losse pols toeroepen, “gelukkig en gezond nieuw jaar” was er – nog vóór het vroege oliebollen haleneen onverwachtse wending aan de dag. Mijn echtgenoot, zo gezond als een vis, stond op met pijn in de borststreek. Met een vader die ooit overleden is aan een hartkwaal, is dat niet fijn.

Na een telefoontje met de huisarts kwam alles in een stroomversnelling. Tien minuten later zat ik in de wachtkamer, manlief in de spreekkamer. Een kwartier later was die situatie onveranderd. Waarom duurde het zo lang? Er was vast iets ergs aan de hand. Het was dokter himself die me opschrikte uit mijn gepieker. Of ik ook even wilde komen. Ik moest niet schrikken, want  … daar lag mijn echtgenoot, gevloerd en met een grijzige gloed over zijn gezicht.
“Ik heb hem een spray gegeven onder de tong,” haastte de medicus me met informatie te kalmeren. “Om zijn bloedvaten te verwijden, om te checken of echt iets mis is met zijn hart. Maar ja, iemand met een toch al lage bloeddruk als uw man, kan daarvan flauwvallen.”

Met een korte sprong door tijd en ruimte bevonden we een klein half uur later aan de balie van de spoedeisende harthulp. “Met de lift naar boven graag,” maande de receptioniste. Dit was duidelijk serious stuff, niet even een sprintje op de trap. “Vraagt u op de vierde verdieping maar naar…”
De naam van de verpleegkundige die ons zou opvangen, herinner ik me nog dankzij de opmerking van de goedlachse man in het groene kostuum die net vanuit de klapdeuren tevoorschijn kwam. Een cardioloog?
“Kan ik u helpen?”
“Wij zoeken Sandra.”
“Haha, nou die staat daar al op u te wachten. Hebt u toch wel rozen meegenomen?”
Die lollige verwijzing naar het stokoude lied van – was het Ronnie Tober – stelde alles even in een ander licht.

Even, want zodra je man in een van de ziekenhuisbedden ligt, omhuld door zo’n wit gordijn aan een roe, met talloze plakkertjes aangesloten op een monitor die de hartslag registreert, lijkt alles toch weer bloedserieus. In de roes van ECG-hartfilmpje en bloedonderzoek verdampten en bevroren de minuten tegelijkertijd. Tijdens de röntgenfoto (“We nemen uw man even mee in de rolstoel”) vielen ze me pas op, de ambulancebroeders en -zusters die in en uit renden in dit zenuwcentrum van het ziekenhuis. Aan de andere kant van het witte gordijn maakte een oudere patiënt (incontinent? Of gewoonweg bang?) zijn bed nat. Snel en efficiënt werd hij verschoond, de man er nog in. In die hectiek bleef Sandra de rots in de branding, voor zo’n beetje iedereen.

Halverwege de middag bracht ze de primeur van het verlossende woord: geen afschrikwekkende afwijking geconstateerd en mijn man mocht naar huis. Ze leek net zo blij als wij en vond zelfs tijd voor nazwaaien. Met een ommetje langs de bakker werd het toch nog de jaarwisseling thuis, mét oliebollen.

Schril is het contrast met de kaart die arriveert na het vuurwerk, tussen de laatste kerst- en nieuwjaarswensen. Afkomstig van vrienden. Hun zoon was niet meer.
“Zijn leven was klaar, op zijn eigen tijd” meldt de licht mysterieuze omschrijving.
Zwaar is de harde werkelijkheid; in de ‘gesloten’ inrichting was hij erin geslaagd een opening te vinden: een dakraam (gek dat ze zulke dingen ‘lichtkoepels’ noemen) en de trieste werkelijkheid laat zich raden.
Over een paar dagen is de crematie.
“Onze zoon hield van bloemen.”

Met de kaart in mijn hand denk ik nog even aan Sandra. We hebben haar niet eens rozen gebracht. 


zaterdag 31 december 2011

Ont-moeten en flexibili-tijd, mijn wens voor 2012.

“Today is the First day of the rest of your life.”
Deze misschien wel mooiste spreuk die ik ken, hangt hier aan de muur. Nee, niet op zo’n Delfts blauw tegeltje, maar steekje voor steekje geborduurd door mijn oma. Toen zij tien jaar terug overleed, was dat schilderijtje de tastbare herinnering die ik graag wilde erven. En kreeg!

Ik was dolblij, want vond dit een mooi teken aan de wand van positief leven. Wat is er hoopvoller dan iedere dag opnieuw de kans om ermee te beginnen?
Maar waarmee eigenlijk?
Vooral een Beter Mens te worden.
Maar… beter dan wat? Is het niet al goed zoals het is?


En toch, ieder jaar is er wéér zo’n dag om het roer om te gooien. De jaarwisseling, het ultieme moment om je te laten verleiden tot het maken van iets wat bijna automatisch lijkt te horen bij het duo oliebollen en bubbelwijn: goede voornemens.

En ik ben duidelijk de enige niet. Afvallen, onthaasten, uitroken, afbouwen, ontstoppen en vooral uitbannen van al die slechte gewoonten…. velen hebben er de mond van vol. Alleen jammer dat je nu al bijna de nare nasmaak van het mislukken van al die goede bedoelingen kan proeven.
Maar nog even een stapje terug: de hinkstapsprongroute zelf. Want waar eindigt het pad van goede voornemens ook alweer?

Zo’n strak stappenplan lijkt op het eerste gezicht een stimulans om de bakens te verzetten, maar die helletocht van ellenlange lijsten geeft ook bitter weinig ruimte om af te wijken van het pad. Terwijl de zijweggetjes juist zo vaak de mooiste vergezichten geven, vooral omdat je er even kan blijven staan om van het hemelse uitzicht te genieten.

Met die gedachte in het hoofd doe ik er dit jaar niet aan, goede voornemens. Of ja, eigenlijk toch wel. Eentje! Ont-moeten. Wat een tijd maakt dat vrij voor de dingen die er echt toe doen. Flexibili-tijd.

En nou maar hopen dat het niet bij dromen blijft, maar dat het er ook echt van komt.
Moet ik om dat waar te maken misschien ook eens gaan borduren?
De spreuk heb ik al:
“The best way to make your dreams come true is to wake up.”