Vroeger was het leven overzichtelijk. De werkweek op kantoor begon met vaste startrituelen. ‘s Morgens met z’n allen rond de koffiemachine en verplicht luisteren naar de weekendbelevenissen van de baas. Verhalen als de koffie zelf: sterk.
In mijn eerste werkkring, bij de AMRO-bank (destijds nog niet gefuseerd met ABN), gold een extra beginritueel voor de hoogste regionen. Mijn werkplek was weliswaar op de veertiende verdieping, maar mijn functieniveau kwam nog niet aan de onderste maatschappelijke traptrede voor de paradepas-der-pikorde. Door de glazen ruiten van de kantoortuin zag je ze gaan, de krijtstreeppakkenpolonaise in optocht door het heilige der heilige, de kamer van de hoogste directeur. Vriendelijke hoofdknik naar opzij en de bijbehorende vraag hoe het weekend was geweest. Veel tijd om naar het antwoord te luisteren zal er niet geweest zijn, want het bank-stel moest in beweging blijven. Tijd was geld, en dat gold zeker voor het salaris van de financiële superman.
Nu, decennia later, blik ik soms met glimlach terug op die hiërarchische plichtplegingen uit de oude doos. De intrede der digitalisering heeft alles zoveel makkelijker gemaakt.
Leve de flexplek! Het thuiswerkkantoor! De laptops. De i-Pads. De smartphones. Ongebonden. Draadloos. Vrijheid, blijheid, gelijkheid! Toch?
Maar… gekoppeld aan Linked-In, met gekwetter op Twitter, houvast aan Hyves en Facebook krijgt het moderne werken een nieuw - tijdrovend - gezicht. Netwerken en lobbyen zijn werkwoorden met de nadruk op ‘werk’. In de virtuele wereld lijken relaties soms collectors items. Hoe meer schakels, hoe sterker de keten? Het bijhouden van social media is een dagtaak. Houden we nog tijd over voor het échte werk?
En eigenlijk, met die steeds grotere virtuele maatschappij groeit stiekem mijn heimwee naar de werkelijke wereld. Die van vlees en bloed. Vorige week kreeg ik een uitnodiging voor een koffieochtend met ondernemers. Hoera! Even lekker bijbabbelen zonder plichtplegingen.
Ont-moeten!
“Moet je zeker bij zijn,” motiveerde een collega per e-mail. “Als je daar je gezicht laat zien, groeit je digitale netwerk tegen de klippen op.”
Ahw… in wat voor wereld leven we nu eigenlijk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten