Zaterdagavond ontmoet ik een man met zo’n karakteristieke, rustige uitstraling. Die valt moeilijk te rijmen met de mededeling dat hij iedere dag vóór vieren ontwaakt. Nieuwsgierige navraag leidt tot zijn beroep: vleeskeuring. Voornamelijk kippen. Niks geen ingewikkelde verhalen over microbiologische instrumenten. Gewoon… kijken, op het oog.
Als vegetariër in hart en nieren word ik niet zo blij van zijn schets van ‘bundeltjes bloederige organen’. Maar hij geeft wel toe dat donzige kuikentjes binnen zes weken worden opgeblazen tot formaat slachtrijp. Dat schept vertrouwen.
Werk en privé blijkt hij wonderwel te mixen. Rond zijn huis scharrelen ook kippen en zelf slachten doet hij in een handomdraai.
“Het is leuk dat ze wat langer in de grond kunnen lopen pikken, maar beter smaken doen ze zeker niet,” prikt hij, bloednuchter, de mythe van de sappige bio-kip in één klap lek. Een man die weet waarover hij spreekt.
“Het gaat om de kruiden,” doet zijn vriendin er nog een schepje bovenop.
Zondagmorgen. Weer kip op het conversatiemenu, nu op een zonovergoten terras. Nog nauwelijks mijn keuze tussen appel- en slagroomtaart met de serveerster gedeeld, krijg ik een full colour brochure aangereikt. Snel gebaar van de jongeman aan het tafeltje naast het mijne, met wie ik per ongeluk even oogcontact maak. Ken ik wel het gemak van thuisbezorgde diepgevroren producten? Een indringend gestelde vraag. Opnieuw die mix van werk en privé. Wie gaat er in het weekend met een tas vol folders op stap?
Onwillekeurig babbelblader ik. Als vleesverlater is mijn prijspeilkennis vast niet up to date, maar vijftien euro voor een kilo kipfilet lijkt extreem. Zeker in een tijd waarin we allemaal worden kaal geplukt. Wordt hier soms vetgemest in de vorm van een dikke bravourmarge voor de vriesman himself?
“Maar de smaak is onovertroffen!” Het kakelende protest lijkt rechtstreeks afkomstig uit de legbatterij der ijspaleizen.
De visie van ‘mijn’ professionele vleeskeurder, daar heeft hij geen oren naar, terwijl ik zijn ogen zie inzoomen op het decolleté van de serveerster, met heel wat meer om het lijf dan kippenborst.
Veel gekakel maar geen eieren.
Ach, wat kan je anders verwachten van iemand met haantjesgedrag?
Grappig!
BeantwoordenVerwijderenLeuk! Vraagt om nadenken én doorlezen.
BeantwoordenVerwijderenGoed verhaal.
Leuk verhaal, passend in de paastijd.
BeantwoordenVerwijderen