Hij klopt, veegt en zuigt; die oude reclameslogan voor stofzuigers geldt niet voor mijn echtgenoot. Maar als levensgenieter bruist hij van verrassende ideeën die het leven leuker maken, dus dweilen doe ik er gewoon tussendoor.
Dat emancipatiestrijd andere proporties kan aannemen, zie ik door de ogen van mijn Turkse vriendin. Ons contact begint met hulp bij de inburgeringscursus. Door de persoonlijke ‘klik’ legt ze al snel haar hoofddoekje af, een eervol bewijs van vertrouwen en verbondenheid.
Een minder blije verandering is haar transformatie van vrolijkheid naar verdriet, wat later. Ze is geslagen door haar man omdat hun zoontje moest kotsen op het pluchen tapijt. Ze is tot in haar binnenste vernederd, maar gelukkig mentaal niet murw geslagen. De boze fonkeling in haar vochtige ogen zegt genoeg.
Je inleven in de Nederlandse maatschappij heeft meer om het lijf dan grammatica en spelling. Maar haar keurslijf zit strak. Samen een dagje Den Haag om te zien waar de Nederlandse regering zetelt, daartegen spreekt haar echtgenoot zijn veto uit.
“Ik ben geen oppas.”
Ook een eigen bankrekening wordt afgekeurd. Mijn loyaliteitsbalans slaat door naar haar kant en mijn vriendin opent een rekening op haar naam en mijn adres. Geen bankpost op haar mat.
Onze wekelijkse ontmoetingen worden overschreeuwd door de jongste man in huis, net drie, maar nu al heer en meester. Mijn Nederlandse blik ergert zich kapot aan hoe zijn moeder de scherven van de peertjes die hij uit de lamp voetbalt, gedienstig opruimt.
De dag waarop ik voorzichtig protesteer, stompt hij me met zoveel boze kracht dat hij bijna omvalt. Een fractie ben ik uit het veld geslagen. Omdat ik dit niet had zien aankomen en dit de eerste (en laatste) keer is dat ik een klap krijg van een man. Omdat zijn moeder zwijgend toekijkt.
Terugmeppen mag niet, noch van Allah noch van God. Corrigerend optreden moet!
Ik grijp het ventje bij beide armen en boor mijn blik diep naar binnen. Hij staat stokstijf, grote ogen van verbijstering. Voor hem een nieuwe ervaring, maar ik hoop dat de boodschap overkomt. Respect voor vrouwen, dat moet je leren in de kinderschoenen.
Een week later ben ik een paar dagen weg van huis. Bij terugkomst staat de vaat opgestapeld op het aanrecht en draaien er grijze stofwolken in de rondte over het laminaat.
Manliefs vergoelijkende “ik heb niets gedaan, hoor,” bedoelt hij vast anders dan ik het interpreteer. Troep ontstaat vanzelf en vaatwassers en stofzuigers doen het niet automatisch.
Maar er staat een fles rode wijn paraat en de oven ruikt naar stokbrood. Opruimen kan morgen. Voor vandaag kan het me niks schelen. Geen klap!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten