Is Nederland
Nederland nog wel? Ach ja, ons land nieuwe stijl is gewoon kleurrijker
geworden. Smakelijker ook. Zonder couscous en baklava waren we altijd bij
boerenkool en boterkoek blijven hangen. Best lekker op z’n tijd, maar
verandering van spijs doet eten.
Wél
even de taal leren, dat geldt voor iedereen die hier officieel wil meetellen. En
dat tellen, dat gaat niet altijd zo ééntweedrie. Hoezo zeven EN twintig? Waarom niet,
net zoals in het Engels, de logische lijn? Twenty
seven! Wie begint er nou achteraan? We zijn toch zeker geen Arabieren!
Tot tien
tellen is sowieso moeilijk als je in je vader- of moederland nauwelijks
onderwijs hebt genoten. Zo’n wankele educatieve ondergrond blijft bestaan, ook
bij verhuizing naar de andere kant van de wereld. En je zal maar uit een land
komen waar mensen soms van de honger sterven op straat. Hoe voel je je dan als
je voor het eerst van je leven een supermarkt bezoekt? Met al dat eten, zomaar
voor het grijpen. En wat te denken van die billboards van katten en honden
boven het schap met dierenvoer? “Wow, kan je die beesten hier ook al kopen?” dacht
een jongeman uit Somalië. Dat al die dozen en blikken gevuld waren met dierenvoer
was voor hem een onbegrijpelijk wereldwonder.
Verder
kan er in de supermarkt weinig mis gaan. Behalve als je in de rij voor de
kassa het dringende verzoek krijgt je wagentje even vooruit te schuiven. Vol
onbegrip blijf je stokstijf staan. Actie ho maar. ‘Heb je weer zo’n luie
buitenlander’, denkt de caissière en geeft een ongeduldige ruk. Weet zij veel wat
jij net geleerd hebt in de Nederlandse les? ‘Boodschappenkarretje’.
En waarom in de vredesnaam naar de groenteboer gestuurd voor een peertje?
En waarom in de vredesnaam naar de groenteboer gestuurd voor een peertje?
Gaat er nou niemand een lichtje op dat je dat dáár niet
kopen kan: een bolletje voor in de lamp!
En dan hebben we het nog niet eens over de betekenis van al die onbegrijpelijke uitdrukkingen.
En dan hebben we het nog niet eens over de betekenis van al die onbegrijpelijke uitdrukkingen.
Babylonische spraakverwarring zorgt soms voor humoristische
vergissingen. Maar vaak ook, ondanks alle cultuurverschillen, willen we in feite allemaal hetzelfde. ‘Een economische
school voor de kinderen,’ zoals een Egyptische moeder het formuleerde. Betekende
dit dat ze niet bereid was te investeren in het onderwijs? Integendeel! Maar ‘oecumenisch’
is zo’n woord waarover zelfs veel Nederlanders nog struikelen.
Soms zit een
valkuil in onverwachtse hoek. Zoals bij de bestelling van een blijmoedige
buitenlandse die de warme bakker een kriebel in de buik
bezorgde: “Een half wit bloot.”
Nee, geen Chinese die de R niet kon uitspreken,
maar een Spaanse schone met een lollige schoonvader die graag wat verwarring zaaide bij het dagelijks brood.
Weinig om het lijf? Zij kwam wel thuis met het schaamrood op de kaken.
Of schoonpapa begreep dat hij bij zulke humor vooral zelf in zijn hemd stond, valt te betwijfelen. De betekenis van 'met lege handen staan' snapte hij meteen, want zij ging voorlopig geen boodschappen meer doen.
Of schoonpapa begreep dat hij bij zulke humor vooral zelf in zijn hemd stond, valt te betwijfelen. De betekenis van 'met lege handen staan' snapte hij meteen, want zij ging voorlopig geen boodschappen meer doen.