Posts tonen met het label boerenkool. Alle posts tonen
Posts tonen met het label boerenkool. Alle posts tonen

dinsdag 7 oktober 2014

Boerenkool in juni

‘Eet de groenten van het seizoen!’ (liefst vanuit die – natuurlijk papieren – zakken die wekelijks aan je deurknop worden gehangen als je je abonneert op de groenteboer aan huis). Dit is hot en trendy. Maar we zijn toch zeker niet vergeten dat er een tijd was waarin je niet anders kon? Sla en spinazie in de zomer, boerenkool en hutspot in de winter.




Waren het de eighties toen anticyclisch consumeren in opkomst kwam? In ieder geval was dat de tijd dat ik kennismaakte met superdunne sperzieboontjes in december, vol trots gepresenteerd door een oudere, mannelijke collega die zijn culinaire kunsten graag onderstreepte met ‘exclusieve menukeuzen’. “Die boontjes komen helemaal uit Colombia,” meldde hij vol trots, met volle mond.

Nu, vele vliegjaren later, zijn we tot de conclusie gekomen dat het helemaal niet zo logisch (en zeker niet milieuvriendelijk) is om álle groenten het hele jaar rond te kunnen eten. Bovendien, al die keuzestress ligt zwaar op de maag. 

Voor de broodnodige variatie komen ook de onbekendere producten van het land weer in opmars: meiknol, snijbiet, schorseneren, pastinaak. Als ‘vergeten groenten’ staan ze nogal eens op de menukaart. Soms zelfs een beetje too much. “Nou heb ik deze laatste maand al vier keer pastinaak gekregen in het eetcafé,” grapte mijn dochter. “Denk maar niet dat ik dit ooit nog vergeet.”


Het variatiemenu toen ik net op mezelf woonde is ook makkelijk te onthouden. Vertrokken uit een – laten we het noemen – gespannen thuissituatie bracht de woonomgeving in het pand voor ‘probleemjongeren’ (huh? ik?) ook de nodige besognes met zich mee. Met een alcoholverslaafde ganggenote die regelmatig haar overdosis uitbraakte in de openbare ruimte was de keuken geen aantrekkelijke plek. Koken kon dus niet, en wat ik at was in ieder geval consequent van vorm: cilindrisch. Rollen autodrop en mariabiskwie. En soms pepermunt. Verandering van smaak doet eten!

Toen raakte ik bevriend met een jongen met een ‘spruitenbroek’. Zo’n soort neplederen tuinbroek, waarin hij niet stond te vissen, maar zijn professionele haak uitsloeg naar groene kolen. Dat hij mij ook aan de haak wilde slaan, drong eerst niet zo goed tot me door. Tot de avond waarop hij zijn priemende blauwe ogen strak focuste en me die ene, intieme vraag stelde.
“Wat heb jij eigenlijk gegeten vandaag?”
De waarheid was vast niet wat hij graag wilde horen.
“Boerenkool!” Een lukrake greep.
De blauwe ogen vernauwden zich. “Jaja. Enneh… diepvries of vers?”
Dat was een inkoppertje. “Vers!”
“Boerenkool in juni? Waar heb je dat dan precies gekocht?”
Driewerf irritante bemoeizucht vond ik het. Eerst…
Maar boerenkool bleek de basis van nu al 31 jaar huwelijk ; - )

Ook in Amerika staat boerenkool sinds kort in de top drie. Logisch. Er zitten veel antioxidanten in, waardoor je jong blijft. Het is rijk aan vitamine A en C, dus goed voor je immuunsysteem, je ogen en huid. En...ook nog eens supergoed voor je relatie.
Alleen, in juni? Nee, dat wordt diepvries.


Boerenkool verdringt de hamburger in de United States
http://www.gezondheidenco.nl/de-boerenkool-amper-aan-te-slepen/

woensdag 20 juni 2012

Boerenkool, baklava en half bloot




Is Nederland Nederland nog wel? Ach ja, ons land nieuwe stijl is gewoon kleurrijker geworden. Smakelijker ook. Zonder couscous en baklava waren we altijd bij boerenkool en boterkoek blijven hangen. Best lekker op z’n tijd, maar verandering van spijs doet eten.




Wél even de taal leren, dat geldt voor iedereen die hier officieel wil meetellen. En dat tellen, dat gaat niet altijd zo ééntweedrie. Hoezo zeven EN twintig? Waarom niet, net zoals in het Engels, de logische lijn? Twenty seven! Wie begint er nou achteraan? We zijn toch zeker geen Arabieren!

Tot tien tellen is sowieso moeilijk als je in je vader- of moederland nauwelijks onderwijs hebt genoten. Zo’n wankele educatieve ondergrond blijft bestaan, ook bij verhuizing naar de andere kant van de wereld. En je zal maar uit een land komen waar mensen soms van de honger sterven op straat. Hoe voel je je dan als je voor het eerst van je leven een supermarkt bezoekt? Met al dat eten, zomaar voor het grijpen. En wat te denken van die billboards van katten en honden boven het schap met dierenvoer? “Wow, kan je die beesten hier ook al kopen?” dacht een jongeman uit Somalië. Dat al die dozen en blikken gevuld waren met dierenvoer was voor hem een onbegrijpelijk wereldwonder.

Verder kan er in de supermarkt weinig mis gaan. Behalve als je in de rij voor de kassa het dringende verzoek krijgt je wagentje even vooruit te schuiven. Vol onbegrip blijf je stokstijf staan. Actie ho maar. ‘Heb je weer zo’n luie buitenlander’, denkt de caissière en geeft een ongeduldige ruk. Weet zij veel wat jij net geleerd hebt in de Nederlandse les? ‘Boodschappenkarretje’.  
En waarom in de vredesnaam naar de groenteboer gestuurd voor een peertje?
Gaat er nou niemand een lichtje op dat je dat dáár niet kopen kan: een bolletje voor in de lamp!
En dan hebben we het nog niet eens over de betekenis van al die onbegrijpelijke uitdrukkingen.

Babylonische spraakverwarring zorgt soms voor humoristische vergissingen. Maar vaak ook, ondanks alle cultuurverschillen, willen we in feite allemaal hetzelfde. ‘Een economische school voor de kinderen,’ zoals een Egyptische moeder het formuleerde. Betekende dit dat ze niet bereid was te investeren in het onderwijs? Integendeel! Maar ‘oecumenisch’ is zo’n woord waarover zelfs veel Nederlanders nog struikelen.


Soms zit een valkuil in onverwachtse hoek. Zoals bij de bestelling van een blijmoedige buitenlandse die de warme bakker een kriebel in de buik bezorgde: “Een half wit bloot.” 
Nee, geen Chinese die de R niet kon uitspreken, maar een Spaanse schone met een lollige schoonvader die graag wat verwarring zaaide bij het dagelijks brood.
Weinig om het lijf? Zij kwam wel thuis met het schaamrood op de kaken. 
Of schoonpapa begreep dat hij bij zulke humor vooral zelf in zijn hemd stond, valt te betwijfelen. De betekenis van 'met lege handen staan' snapte hij meteen, want zij ging voorlopig geen boodschappen meer doen.