zondag 1 juli 2012

‘Onze’ ruimtevaarder is terug. Proost!




Je hebt van die mannen die met kop en schouders boven zo’n beetje iedereen uitsteken. Vooral in hun eigen hoofd. Voor hun belangrijke baan moeten ze verre reizen maken, en de wetenschap van zoveel mensen onder zich te hebben is een zware verantwoordelijke druk. Eentje die ze overigens maar al te graag dragen, want daardoor stijg je automatisch ook in je sociale leven tot ongekende hoogte. In hun vrije tijd zijn ze ook al zo bijzonder in de weer. In één etmaal rijden ze zomaar naar Zuid-Spanje en reken maar dat ze in vliegende vaart over de snelweg scheuren.

Zelfverzekerd, aantrekkelijk en ook nog eens rijk. Volgens de biologische wetten zouden zulke alfamannen een bijna magnetische aantrekkingskracht hebben op de vrouwen, maar mijn sonarsysteem raakt alleen maar verstoord door zulke machotypes. Lastig in de omgang en doodsbang om overtroffen te worden door een al even irritante concurrent.

Gelukkig is er af en toe ook aangenaam tegenwicht van al dat opgeklopte gedoe. Mannen die niks zweverigs hebben in hun karakter. Mannen die toch tot behoorlijke hoogte zijn gestegen, maar vooral heel erg down to earth zijn gebleven. Er is er zelfs eentje die er voor mij met kop en schouders bovenuit springt. Zelfs the sky is niet the limit voor zijn toch best bijzondere beroep, de personificatie van science fiction in real life.

Ik heb het natuurlijk over onze ´eigen´ astronaut, die zichzelf liever ruimtevaarder noemt: André Kuipers. Op de dag dat een groot gedeelte van de wereld in gespannen afwachting de adem inhield voor de afloop Spanje- Italië landde hij keurig op de middenstip in de steppe van Kazachstan.
Met 27.000 kilometer per uur de dampkring binnen suizend, tientallen wetenschappelijke experimenten op extreem grote hoogte achter de rug en een half jaar lang op toch best verre zakenreis.

En wat waren zijn eerste woorden toen het koepeltje van zijn Sojoez-capsule werd opgelicht?
“Hoi schat, ik ben d’r weer”. Met zo´n gulle glimlach dat ik op het puntje van mijn stoel zat te wachten of die tweede vraag – die of een bepaalde borrel koud stond – zou volgen. Die bleef uit. Waarschijnlijk is jonge jenever niet het beste drankje als je zes maanden bijna gewichtsloos door de ruimte hebt gezweefd. Maar wie zo nuchter op aarde landt, is wat mij betreft een echte zwaargewicht. Laat ons daarop proosten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten