De supermarkt, dat was vroeger een sociaal gebeuren.
In de tijd dat er nog geen internet was (hoe dééd men dat?)
stonden de winkelbezoekers urenlang te turen op het prikbord naast de toonbank.
Zo’n zachtboardplaat, hangend aan roestige schroeven, waar op het laatst zoveel
gaten in zaten dat geen punaise meer hield. Met al die gevallen briefjes was
speurneuzen naar tweedehands driewielers vaak meer een zoektocht op de grond.
Maar het ging vooral om het intermenselijk contact. Geen
idee of de huisvrouwen van destijds afspraken dat ze op een bepaalde tijd
boodschappen zouden doen. Wie weet niet eens, want er waren er genoeg en je
kwam altijd wel een bekende tegen voor uitgebreide babbelarij. En geen boos
gejakker met duwende karretjes tegen je billen als je weer eens in de weg stond
in het gangpad. Ten eerste waren er niets eens karretjes maar mandjes, want in
het groot inkopen deed niemand. Ten tweede had er nog niemand haast.
Wat een sprong naar de huidige tijd. Regelmatig komen de
Albert-bestelautootjes en Appie-brommers hier de straat inscheuren. Moderne
appartementengebouwen hebben zelfs een koel- en vriesinstallatie naast de
brievenbus waar de duurbetaalde boodschappenjongen zijn bestelling volgens de
HACCP-normen kan afleveren. Snel en efficiënt, maar wat een koud gebeuren
eigenlijk. En dan ’s avonds na ontdooien en microwaven
snel nog even de broodnodige sociale contacten via Twitter en Facebook.
Toch bestaat het nog steeds, die ouderwetse aanpak van
rustig aan dan breekt het lijntje niet. In de bejaardenhuizen. Als je zelfs niet
meer met rollator en scootmobiel de deur uit kan, is er nu de indoorbuurtsuper in miniformaat. Het
lijkt een beetje op winkeltje spelen, een banaan voor twee dubbeltjes. Ik ben
bijna geneigd in mijn zakken te voelen naar plastic muntjes. Een zakje dropjes
van 25 gram. Voor de kleinkinderen natuurlijk? “Nou, de mensen lusten er zelf
ook wel pap van,” vertelt de winkeljuffrouw met gulle lach. Haar toonbank van
bordkarton op wielen wordt aan het einde van de winkelopening – van tien tot kwart
over elf – naar binnengerold en het rolluik gaat weer naar beneden.
In die vijf kwartier gaan het inslaan van de dagelijkse
inkopen en het uitwisselen van wetenswaardigheden hand in hand. Over vroeger en
de kinderen. Maar ook over dat de klanten eigenlijk niks mogen hebben, maar
toch lekker stiekem wat lekkers komen kopen.
Het favoriete artikel? Jan Hagel. Oh ja, en natuurlijk
Kletsmajoors!
Oh, ik verheug me nu al op ons samenzijn in het bejaardentehuis, gaan we rollator-wedstrijd houden!
BeantwoordenVerwijderen