Als je haar maar goed zit. Was het dat vrolijke liedje
van popgroep Vulcano dat de toon heeft gezet? In ieder geval is die uitdrukking
blijven naklinken. Met een goede kop, eh coupe
heb je een streepje voor. Met die gedachte in, en ook een beetje op het hoofd, sprong ik pas op de fiets
naar de kapper waar je terecht kunt zonder afspraak. Ideaal, want meestal stel
ik de knipbeurt zo lang mogelijk uit (‘wat een gedoe’) dat het van de ene op de
andere dag niet meer goed zit.
Even later zit ik op de wachtbank, bladerend in van die
lekker knisperende dure glossy bladen die daar ook eigenlijk alleen voor
bedoeld zijn. Veel te lezen staat er niet in. Starend naar glamour vrouwen in
pumps ter waarde van een half maandsalaris verheug ik me er al stiekempjes op om
met een spetterende coiffure en bijbehorende boost voor mijn ego het pand weer te verlaten.
“Ojee, wat smeert u in uw haar?”
De openingsvraag van de kapster is al niet relaxed.
Mijn hoop dat ‘olie’ het goede antwoord is, wordt direct
de bodem ingeslagen. Dat ik het merk niet kan noemen, blijkt bijna een
doodzonde.
“Maar uw haar is uw visitekaartje!”
Dat ik mijn haren ‘kennelijk’ zelf kleur, is uit den
boze.
“Het ruïneert de natuurlijke veerkracht. Ja, óók als u
henna gebruikt. Juist dan.”
Tijdens het knippen maant ze me herhaaldelijk rechtop te zitten.
“U laat uw hoofd steeds zakken!”
Ja, vind je’t gek?
Tegen het einde van de knipbeurt gooit zij het ineens over
een andere boeg.
Weet ik wel wat een prachtige krullen ik heb? Die komen
pas écht goed tot hun recht met de juiste producten. Er verschijnen potjes,
flesjes en een spuitbus foam die ik vast zo bij de lokale drogist zou kunnen halen,
voor een habbekrats. Maar hier krijg ik nu ‘toevallig net vandaag’ 50 procent
korting op het duurste product. Naast knippen heeft de kapster ook de tactiek
van verkoop in de vingers, dat moet gezegd. Evengoed trap ik met een lege tas
huiswaarts. Voor een slordige 20 euro knippen en voor tientallen euro’s
pappen&nathouden, Wella-omdatikhetwaarben? Dácht het niet.
De verwachte egoboost blijft ook uit. Sterker nog, ik kom
vertwijfelder thuis dan ik vertrok.
Hebben anderen dat nou ook, dat effect, in handen van dé
professionals?
Mijn mondhygiëniste geeft me er vaak van langs. Hoezo,
goed poetsen? Dat dát niet genoeg is, weet ik toch zeker zelf ook wel? Waarom
geen ragebollen en tandenstokers, meldt ze met scheve blik op mijn echtgenoot
die wel regelmatig zo’n satéprikker in zijn tandvlees steekt. Hoort dat bij de
service, dat ‘stoken’ in een goed huwelijk?
Het liefst ga ik naar kledingwinkels zonder advies.
Piekeren over wat leuk staat, dat doe ik het liefste zelf, achter de veilige
beschutting van het paskamergordijn.
De schoonheidsspecialiste is ook al niet mijn beste
vriendin. De zeldzame keren dat ik me onderhanden laat nemen, kijk ik na afloop
in de spiegel een beetje verschrikt in het gezicht van een volslagen vreemde.
En dan zit ik weer in een wachtkamer. Die van de
tandarts. Met kiespijn en een beetje bang voor de boor. Maar…er blijkt niks
mis. ”Het ziet er allemaal fantastisch uit!”
De Big Smile waarmee ik naar buiten rén (en daarmee zie
je er bijna altijd goed uit) komt ook een beetje door weer zo’n blad waarin ik
heb zitten bladeren. Happinez, met daarin een interviewtje met modeontwerper
Hans Ubbink. Zijn advies: “Doe gewoon aan waar je je lekker in voelt.”
Die avond zie ik op TV dat hij gaat stoppen. “De markt is
moeilijk.”
Wat zonde! Maar ik doe wel graag een suggestie voor doorstart
naar een nieuwe carrière, die van coach in positivisme. Met een vleugje ‘wees
jezelf’ voelt iedereen zich op z’n best. En reken maar dat dat goed is voor je ‘looks’.
Ha Linda,
BeantwoordenVerwijderenLeuk stukje en best herkenbaar! Ik werd vandeweek na het benen harsen door mijn schoonheidsspecialiste belaagd met een spuitbus met een verfrissende gezichtsspray voor op het strand...... 'Even je ogen en je mond dicht en dan zal ik hem eens opdoen'....... Hoe verzinnen ze het......
Groetjes, Ingrid