Mijn allereerste baantje was op kantoor van een grote schoenenwinkel. Als vijftienjarige met minimaal ontwikkelde rekenvaardigheden moest ik alle ‘extra verkopen’ optellen. Over de waarde van sokken, veters en schoensmeer kregen de winkelmedewerkers provisie. Dat tellen gebeurde met een grote grijze ouderwetse rekenmachine. Modern materieel in vergelijking met de middelen van de gerimpelde boekhouder. Uren achtereen boog hij zich over een lijntjesschrift op A3-formaat waarin hij ellenlange nummerreeksen noteerde met een kroontjespen die hij om het kwartier vulde uit een glazen potje. Ongewild verknoeide ik op een middag in één seconde zijn fanatieke schoonschrift. Bij mijn theebeurt liet ik van de zenuwen zo’n plastic bekertje vallen en zag zijn blauwe sierwerk wegvloeien door het lichtbruine nat, met suiker!
Nu, een tijdperk later, betrap ik me erop hoe makkelijk het is om te blijven steken in de vaste patronen. ‘Wie schrijft, die blijft’ gaat niet meer automatisch op. Bijblijven luidt het parool.
De opmars van de e-reader lijkt niet meer te stuiten.
“Vroeger kreeg je vierkante ogen van de televisie. Tegenwoordig geldt dat ook al bijna voor het digitale boek,” hoor ik mezelf mopperen. Hoor ik nu ook tot de conservatieve categorie? Dat nooit!
Digiboeken hebben meerwaarde. Ze krijgen nooit een ezelsoor. Dat brengt me op het balkende beest dat zich in het algemeen niet snel stoot aan dezelfde steen. Géén theevlekken op mijn toetsenbord!
Het is een feit: er wordt anders gelezen. Betekent dit dat er ook anders moet worden geschreven? Absoluut! De tastbare brochure en folder worden steeds vaker vervangen door webpages en zelfs jaarverslagen staan hoe langer hoe meer online. Milieuvriendelijk - want minder papierverspilling - maar niet altijd oogvriendelijk; lezen op het beeldscherm is minder makkelijk dan op papier. Keuzemenu’s, taakbalken, bewegende advertenties, banners, pop-upschermen, zoek- en scrollfuncties. Zie daar nog maar eens doorheen te kijken. Niet zelden moet tekstuele informatie worden ingedikt. Kort en krachtig is de kreet voor teksten die worden gelezen op de PC.
Heb ik dat net lekker onder de knie, komt er weer wat nieuws: SEO. Search Engine Optimization, zoekmachineoptimalisatie in goed Nederlands, is bedoeld om maximale bezoekersstromen naar de website te trekken. Maar is het aantal surfers dat op je webeiland aanspoelt een realistisch doel?
‘Cloaking’ (het doorgeven van prikkelende termen - als porno, poker en pillen - aan zoekmachines; onzichtbaar voor de sitebezoekers, maar goed voor optimale linkdichtheid) zet de oorspronkelijke P’s van de marketingmix (product, prijs, promotie en plaats) in een verrassend nieuw licht. Maar wat koop je ervoor? In het echte leven ga je voor versgeurende krentenbollen ook niet naar de groenteboer, maar naar de warme bakker.
Het is nu juist de kunst om oprecht geïnteresseerden naar de juiste kanalen te sluizen. Trefzekere zoektermen waarop potentiële klanten een website kunnen vinden, zijn een succesvolle binnenkomer. Maar het echte doel gaat nog een stap verder: niet alleen binnenhalen, maar ook weten te boeien van bezoekers! En dat vraagt om duidelijke teksten met een goede inhoud. De professionele tekstuele vulling van een website beschouwen als iets ‘wat iedereen kan’ is pas écht een ‘missing link’.
Surfen naar informatie wordt steeds belangrijker en ik kies bewust voor ‘go with the flow’. Maar ook voor roeien met de riemen die je hebt. Als tekstspecialist fungeer ik graag als ‘anchorwoman’ voor de tekstuele inhoud van de website, content genaamd. Dát is waar ik me volop voor inspan: contente opdrachtgevers met een tekst die smaakt naar meer en uitnodigt tot lezen. En heldere teksten scoren ook nog eens hoger in de zoekmachines ook, dus dat is dubbele meerwaarde.
Breadcrumps, linkbait, linkerati. Ik heb me best verdiept in de technische aspecten, maar de uitvoering laat ik graag over aan de professionals op dat gebied: websitebouwers en SEO-specialisten. Want denken dat je alles kan, is linke soep. Oftewel: schoenmaker blijf bij je leest.
Toch wéér die schoenen. Gelukkig hoef ik niet meer te tellen. Woorden rijg ik succesvoller aaneen.