zaterdag 26 mei 2012

Marokko watervast


een kijkje achter de deur van een andere cultuur


In gedachten zie ik ze nog, de piramides van kruiden, kleurrijke blikvangers in kerriegeel en saffraanrood. De verbaasde blikken van de jonge poesjes, hun vacht nog pluizig vers en onaangetast door een nooit meer weg te likken grijzig vuil. Op wiebelige pootjes wankelen zij de woeste wereld tegemoet, soms opgetild door een eeltige hand die hen terugzet achter de veilige beschutting van een roestig wiel.



In mijn hoofd galmen ze na, de doodskreten van de kippen, bij het ochtendkrieken nog rondscharrelend, een uurtje later als poulet in de kraam. Rode guillotineplekken in de nek, kakelverse kip zonder kop. Zelfs de trotse hanen doorlopen dezelfde circle of life. De rauwe kreten van de slachters doen de rest.

Ik ruik ze nog, die karakteristieke luchten van de medina’s van Fes en Marrakech, een mengsel van zoet fruit, kruiden en onbereid vlees. En niet te vergeten de vlagen van versgezette muntthee, klevend aan een mysterieuze ceremonie van inschenken: van zilverkleurig potje in de glaasjes en weer terug. Pas als de suiker in kolossale brokken helemaal is opgelost, is de toverdrank gereed.

Zodra een flard van mijn Nederlandse tongval wordt opgevangen, blijken ze voortdurend op scherp te staan, de verkopers van sierraden, sjaals en andere souvenirs. “Kijken kijken, maar niet kopen. Allesj gggratisj.” En dat ‘allemagggtig pragggtig’ kan ik op het laatst al helemaal niet meer horen.
Maar, wees eerlijk, zou ik anders reageren als er een leger wandelende portemonnees door mijn leefwereld paradeerde? Klikklakkend voor het vastleggen van herinneringen en daarna weer snel terug naar thuis?



Op weg naar de uitgang van die wirwarwereld van een fata morgana stappen mijn slippers door het nat. Maar niet over nadenken wat dat allemaal kan zijn. Op ooghoogte de gul glimmende paprika’s en pepers, op de grond knielend de oude vrouwtjes, rimpelige handjes hoopvol opgehouden, hun prevelende klanken ‘madame, monsieur’ bescheiden zacht. Kleurrijke kleden genoeg, maar geen tapijt om mee weg te vliegen. De enige zekerheid dat iedere dag de zon weer opgaat.



Foto’s maken is soms mensonterend, maar wie weerhoudt me van de feilloze werking van het fotografisch geheugen? De muilezels en paarden op Djemaa el Fna, het centrale plein van Marrakech, wachtend in de brandende zon. Twee aan twee aangespannen bij de koetsjes voor toeristen die de wereld van gekkigheid wil willen beleven, maar liefst op veilige afstand.
Nog erger de zwoegende ezeltjes voor de schillenkar, de rug soms bedekt met littekens van stok of zweep. Geen luxepaardjes, en de menner zelf ziet er niet veel glorieuzer uit.



Tussen al die ezels door weerklinkt een symfonie van eindeloos getoeter brommers, zo nu en dan onderbroken door het ‘Allah Akhbar’ van de imam. Even later zijn er de deinende bergen van mannenbillen. Buigen voor Allah dat doet iedereen.




De lassers, de houtbewerkers, de slachters en vooral de mannetjesmakers; stoer, wijduit en de handen in de zak. De pruttelende potten op het vuur - tajine, de Marokkaanse stoofschotel. Hier is nog tijd voor de maaltijdbereiding, en koken is een mannenzaak. Mijn grootste verbazing betreft de lichamelijkheid van de mannen - zoenen en omhelzen - in een land waar homo’s niet bestaan.



De scheiding der seksen houdt de maatschappij overzichtelijk. Moeders in kleurrijke gewaden, met in hun armen kostbare pakketjes in doeken gehuld. Op weg naar de kliniek op die ene dag dat prikken voor baby’tjes gratis zijn. De vrouwen bukkend bij de beken, omringd door veelkleurige natte doeken. Het vuil spoelt met het water mee.



Nooit vergeet ik de eindeloze glow in the dark van een nachtje slapen onder de sterrenhemel in de Sahara. De eindeloze oasestroken onder de palmen, waar rijke oogsten worden behaald dankzij een ingenieus irrigatiesysteem; via een kanaaltje met zanddammetjes krijgt ieder veldje bij tourbeurt het kostbare water. De oude nomadenman die iedere dag op de brommer water komt halen bij de put, 30 liter in iedere fles. 


Een vakantie is pas eigenlijk echt mooi als die een beetje een ontdekkingstocht is. Dat is gelukt, want ik heb het met eigen ogen gezien: het einde van de wereld. Midden in het Atlasgebergte, het dorpje Imlil, alleen bereikbaar voor stoere bergwandelaars en autorijders met stevige vierwieler en... een sterke maag.



Voor altijd zal ik ze koesteren: de blije blikken van het driejarige meisje naar de zelf geblazen zeepbellen, dansend in de lucht. Ook al is ze geboren in een tent bekleed met oude jassen en een handvat van een jerrycan als deuropener, hoe een bellenblazer werkt begrijpt ze intuïtief. 



Onze supermarkten kunnen er nog wat van leren! De verse bakgeuren in de broodbakkerij waar jongetjes de door hun moeders geknede en met doeken omwikkelde deegballen komen brengen, om te worden afgebakken in de centrale oven. Want ja, een fornuis thuis, dat is voor velen nog een luxeproduct.




Niet alleen in de stad, ook tussen de vele kashba's die als 'zandkastelen' uit het landschap oprijzen, wordt er hard gewerkt door de ezels. 


Ook de paardenkracht van de mensen is imponerend. Dat hier geen sportschool met powertraining in de buurt is, is geen groot gemis.


In het drukke verkeer van Marokko gebeuren verrassend weinig ongelukken. Zou dat komen doordat iedereen zo goed is ingespeeld op de eindeloze slierten auto’s kriskras door elkaar? Ritsen wordt hier niet geregeld met een verkeerslicht, maar met veel handgebaar en bijpassende mopperij en ‘wagga wagga’, ten teken van oké.

En zelfs iets dat er bij eerste oogopslag uitziet als een ernstig verkeersongeval, blijkt gewoon een vermoeide drommedaris die zichzelf even pauze gunt. 



Rondtrekkend door Marokko leer ik ook het verschil te zien tussen de oogopslag van Arabieren en Berbers. De eerste de machthebbers, de pettendragers van de gendarmerie. En de norse blik van de opperober in het grijze pak. Bij iedere afrekensessie op een hooggelegen terras in Marrakech staat hij paraat, aan zijn priemende blik ontsnapt geen enkele dirham.
Hoe anders de zienswijze van de Berbers, het natuurvolk uit de bergen en de woestijn. 


Ook zonder hun trotse blauwe gewaden en tulbanden, gevouwen van tien meter katoen, herken ik de zachtheid van hun diepbruine blikken en tegelijkertijd de kracht waarmee ze zich naar binnen boren. Voor hen is geld niet synoniem met geluk.
Een bewijs is het zilveren bedeltje, het handje van Fatimah voor levensgeluk, gekregen uit een goed hart van een Berberman, ook al kocht ik niets. 
Datzelfde geldt voor de gulle Berber die genoegen nam met mijn allerlaatste muntjes voor een sjaal met gouddraad, gesponnen op grote klossen midden op straat.
I love you,” roept zijn diepe basstem het kersvers geleerde zinnetje achter me aan. Ik weet zeker dat hij liefde heeft meegeweven in zijn kunstig handgeweven sjaal.



De allermooiste souvenirs zijn watervast, want die neem ik voor altijd mee in mijn hoofd en in mijn hart. Als we opstijgen van Marrakech, liggen daar ver in de diepte een heel andere stad en heel ander land dan twee weken terug. Nu hebben deze een gezicht gekregen.


Zodra we landen op Schiphol wordt het geroezemoes overstemd door smartphones voor een snelle melding aan het thuisfront. Pas als mijn eerste SMSje al is weggestuurd, realiseer ik me de gekkigheid van dit jachtige gedrag. Kastjes worden opengerukt, koffers worden opgetild. Geen tijd voor vreugde over een veilige landing, maar haast en stress. In de smalle slurf van het vliegtuig naar de aankomsthal is links en rechts inhalen toegestaan. Topdrukte!

Zelf houd ik even in achter een oude man op sloffen, ondersteund door zijn al even oude vrouw, gekleed in een lange mantel met capuchon. Ze lijken even hulpeloos en niet op hun plaats, maar ik weet precies waar ze perfect passen en voel een soort verbondenheid. Dankzij de kennismaking met een cultuur die zo anders is dan de mijne, maar die ik van heel nabij heb mogen beleven, al was het dan maar even. En dat verandert je beeld... voor altijd!









vrijdag 18 mei 2012


Marocco, through familiar eyes


Sometimes a driver is so much more than just the person who brings you from one spot to the other. We had that lucky experience in Marocco with Said Selman. Landed in Marrakech we felt a little bit ‘unknown’, but picked up by Said in the white Kangoo, things changed in another perspective. Nearly two weeks he was not only our driver, but also our guide, personal host and even very soon: friend.

The tours in the car were so much more than the trip from A to B. Those gave also interesting inside information about Marocco. Said gave answers on all our questions, and he took away all our wondering about a culture which is so different from what we are used to back home, in Holland. Mostly seriously, but also with a tasty dosis of humour, like the meaning of ‘Ouarzazate’ ;-)

It felt a bit like we were just ‘the three of us’ on holiday. Mostly because Said did not hesitate to take us to the secret spots of the real Marocco, and so we saw much more than the superficial touch from most tourists.

It sounds maybe strange that one can be homesick to a ‘far country’, but that is possible! Because Said gave us the chance to see his homeland through his eyes, and to feel Marocco through his heart. That special welcome makes us sad to go, but with adding that one letter ‘i’ it explains the feeling we will think back with: ‘said’, which means: happy!

Thank you so much for your hospitality and friendship, Said. This made our wonderful time in Marocco much more than just some holiday. We will always remember. Why? Well, the best answer on that question you know: why not?

Dick en Linda van Pelt



zaterdag 5 mei 2012


Whatsapp-wijsheid

Vroeger kreeg je postpapier voor je verjaardag. Vrolijk bedrukte blaadjes met bijpassende enveloppen, de voering in de kleur van de bloemetjes op de brief.



Vorige week kreeg ik een smartphone.
Het bezit van de zaak betekende niet automatisch de start van het vermaak. Want met een slimme telefoon heb je niet meteen de wijsheid in pacht om er mee om te gaan.

Gelukkig was een handige en nogal technische vriend graag bereid een handje te helpen. In sneltreinvaart installeerde hij een serie programma’s. In een handomdraai. Zonder draaien zelfs, maar louter met wat vegen over het venstertje. Dat gaf het woord ‘fingerspitzengefuhl’ een compleet nieuwe lading.

Direct de eerste werkdag ging het al mis. Van de overflow aan informatie was ik alles vergeten. Met het handige apparaat onder handbereik voelde ik me juist erg ónthand.
Maar nieuwsgierigheid doet wonderen. Met wat haperende ‘trials’ en nog veel meer ‘errors’ begon ik voorzichtig te ontdekken welke wereldwonderen schuil gingen onder het uitnodigend spiegelende oppervlakte van het HTC-scherm. Stille wateren hebben diepe gronden. Hoewel, stil?

Vanmiddag klonk er een onbekend gezoem. Een verdwaalde bij? Nee, het indringende bzzzz bzzzz kwam uit het spiksplinternieuwe belapparaat. Op goed geluk drukte ik op wat icoontjes.
“Hi, hier ben ik dan op Whatsapp” stond er in beeld.
Een vriendin die ik al ken van onze allereerste lessen boomroosvis.
“Hoi, wat leuk jou hier te treffen,” priegelde ik professioneel retour. Want hé, ik sta mijn vrouwtje op de nieuwe virtuele wegen. Typen met twee vingers had ik al aardig onder de duim. Oké, wel met de leesbril op de neus en de bureaulamp op volle sterkte om die piepkleine lettertjes te kunnen lezen.

Uit mijn ooghoek zag ik haar aankomen, de postmevrouw, kleddernat van de regen, een stapeltje brieven in haar hand. De ansichtkaart die ik van de mat opraapte, was half doorweekt, het adres een beetje uitgeveegd. “Groeten van het strand” stond aan de linkerzijde. Een dikke waterdruppel maakte het handschrift van de afzender nog karakteristieker dan het van oorsprong al is. In gedachten schoof ik even naast haar, onder zo’n rieten afdakje.

Terug in de realiteit greep ik weer naar mijn slimme communicator, waarop de vriendin inmiddels was uitgelogd. Ja, we leven in een snelle wereld. Mijn vingers lieten een inktspoortje na op een paar van de witte toetsjes. Haastige spoed…

Al die communicatiekanalen openen nieuwe flitsende werelden, toch hoop ik dat ze nog af en toe binnen komen vallen… die ouderwetse kaarten met een mooie postzegel van heel ver weg.