zaterdag 5 mei 2012


Whatsapp-wijsheid

Vroeger kreeg je postpapier voor je verjaardag. Vrolijk bedrukte blaadjes met bijpassende enveloppen, de voering in de kleur van de bloemetjes op de brief.



Vorige week kreeg ik een smartphone.
Het bezit van de zaak betekende niet automatisch de start van het vermaak. Want met een slimme telefoon heb je niet meteen de wijsheid in pacht om er mee om te gaan.

Gelukkig was een handige en nogal technische vriend graag bereid een handje te helpen. In sneltreinvaart installeerde hij een serie programma’s. In een handomdraai. Zonder draaien zelfs, maar louter met wat vegen over het venstertje. Dat gaf het woord ‘fingerspitzengefuhl’ een compleet nieuwe lading.

Direct de eerste werkdag ging het al mis. Van de overflow aan informatie was ik alles vergeten. Met het handige apparaat onder handbereik voelde ik me juist erg ónthand.
Maar nieuwsgierigheid doet wonderen. Met wat haperende ‘trials’ en nog veel meer ‘errors’ begon ik voorzichtig te ontdekken welke wereldwonderen schuil gingen onder het uitnodigend spiegelende oppervlakte van het HTC-scherm. Stille wateren hebben diepe gronden. Hoewel, stil?

Vanmiddag klonk er een onbekend gezoem. Een verdwaalde bij? Nee, het indringende bzzzz bzzzz kwam uit het spiksplinternieuwe belapparaat. Op goed geluk drukte ik op wat icoontjes.
“Hi, hier ben ik dan op Whatsapp” stond er in beeld.
Een vriendin die ik al ken van onze allereerste lessen boomroosvis.
“Hoi, wat leuk jou hier te treffen,” priegelde ik professioneel retour. Want hé, ik sta mijn vrouwtje op de nieuwe virtuele wegen. Typen met twee vingers had ik al aardig onder de duim. Oké, wel met de leesbril op de neus en de bureaulamp op volle sterkte om die piepkleine lettertjes te kunnen lezen.

Uit mijn ooghoek zag ik haar aankomen, de postmevrouw, kleddernat van de regen, een stapeltje brieven in haar hand. De ansichtkaart die ik van de mat opraapte, was half doorweekt, het adres een beetje uitgeveegd. “Groeten van het strand” stond aan de linkerzijde. Een dikke waterdruppel maakte het handschrift van de afzender nog karakteristieker dan het van oorsprong al is. In gedachten schoof ik even naast haar, onder zo’n rieten afdakje.

Terug in de realiteit greep ik weer naar mijn slimme communicator, waarop de vriendin inmiddels was uitgelogd. Ja, we leven in een snelle wereld. Mijn vingers lieten een inktspoortje na op een paar van de witte toetsjes. Haastige spoed…

Al die communicatiekanalen openen nieuwe flitsende werelden, toch hoop ik dat ze nog af en toe binnen komen vallen… die ouderwetse kaarten met een mooie postzegel van heel ver weg.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten