Posts tonen met het label ansichtkaart. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ansichtkaart. Alle posts tonen

donderdag 31 juli 2014

Wereldwijde verrassingsbox


In de vakantietijd is er een kleine opleving. Kleurrijke kaarten uit verre oorden tussen de witte (of nog erger: lichtblauwe) zakelijke brievenbusvervuiling. Plaatjes van kastelen of grote ijsbergen, liefst in een sorbetglas met bovenop een aardbei. Postzegels met vreemde staatsieportretten, prikkelige cactussen of gezellige huisjes, en de handgeschreven boodschap wat gevlekt door zweet of de laatste nattigheid van een duik in zee. Tussen de regels lezen betekent in dit geval: hoe meer buitenlandse kreten – buon giorno, molto bene, ha det – hoe beter de kaartstuurder zich daar thuis voelt.

Binnenkort is het seizoen weer ten einde, en droogt de toch al niet royale kaartenstroom op tot minimaal twee weken voor kerst. Bovendien, ook die wenskaarten verdwijnen steeds meer uit het brievenbusbeeld. 
‘We maken wel 50 euro over naar een goed doel’.

De wereld wordt steeds meer digitaal en ontastbaar. Maar eureka, begin deze week kwam mij een geweldig initiatief onder ogen. Postcrossing. De moderne vertaalslag van de vroegere kettingbrief. Volgens het aloude beproefde voorwat-hoortwatprincipe ga je kaarten ontvangen vanuit de hele wereld. Het enige wat je ervoor hoeft te doen is zelf zo nu en dan een ansichtkaart sturen, liefst met een kenmerkend plaatje uit je eigen land. 


'It will turn your mailbox in a box of surprises’ belooft de website. Meteen denk ik terug aan die schoenendoos van mijn oma, uitpuilend met ‘reisbewijzen’ vanuit Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland en Spanje… landen die destijds, en zeker in mijn kinderbeleving, de ándere kant van de wereld waren. Mijmerend bekeek ik de magisch lichtblauwe zeeën. Ingekleurd. Pas vele jaren later zag ik dat aan een blauwe Middellandse Zee geen Caran d’Ache te pas kwam.


Graag bereid mijn blije vondst te delen, doe ik kond van Postcrossing aan een vriendin. Zij is meteen minstens zo enthousiast als ik, en rent in de lunchpauze naar de VVV voor ansichtkaarten van monumentaal Dordrecht. Logisch, wij generatiegenoten kennen onze klassieken, en vooral het genot van zo’n onvervalste papieren kaart, zonder digitale poespas!

Die avond hebben we, op afstand, contact.
Hoe moet je een profieltekst aanmaken?
Hoe koppel je in vredesnaam een persoonlijk plaatje - pardon een ‘avatar’ – aan je profiel?
Upload postcard image.
‘Heb jij een blauw rechthoekje? Bij mij staat er een groen rondje.’
Register ID-number card.
‘Weet jij waar dat nummer moet staan?’
Printscreens via e-mail. Foto’s van de betreffende ‘sitepages’ via WhatsApp. Gepingel en digitaal geloei alom. Anderhalf uur later hebben we allebei ons eerste adres om een kaartje te sturen. 'Kinderlijk eenvoudig'.


Ik ga’m zo meteen even op de post doen, mijn kaartje richting Moskou. Met de fiets, want de dichtstbijzijnde brievenbus is tegenwoordig al een aardig eindje weg.





zaterdag 5 mei 2012


Whatsapp-wijsheid

Vroeger kreeg je postpapier voor je verjaardag. Vrolijk bedrukte blaadjes met bijpassende enveloppen, de voering in de kleur van de bloemetjes op de brief.



Vorige week kreeg ik een smartphone.
Het bezit van de zaak betekende niet automatisch de start van het vermaak. Want met een slimme telefoon heb je niet meteen de wijsheid in pacht om er mee om te gaan.

Gelukkig was een handige en nogal technische vriend graag bereid een handje te helpen. In sneltreinvaart installeerde hij een serie programma’s. In een handomdraai. Zonder draaien zelfs, maar louter met wat vegen over het venstertje. Dat gaf het woord ‘fingerspitzengefuhl’ een compleet nieuwe lading.

Direct de eerste werkdag ging het al mis. Van de overflow aan informatie was ik alles vergeten. Met het handige apparaat onder handbereik voelde ik me juist erg ónthand.
Maar nieuwsgierigheid doet wonderen. Met wat haperende ‘trials’ en nog veel meer ‘errors’ begon ik voorzichtig te ontdekken welke wereldwonderen schuil gingen onder het uitnodigend spiegelende oppervlakte van het HTC-scherm. Stille wateren hebben diepe gronden. Hoewel, stil?

Vanmiddag klonk er een onbekend gezoem. Een verdwaalde bij? Nee, het indringende bzzzz bzzzz kwam uit het spiksplinternieuwe belapparaat. Op goed geluk drukte ik op wat icoontjes.
“Hi, hier ben ik dan op Whatsapp” stond er in beeld.
Een vriendin die ik al ken van onze allereerste lessen boomroosvis.
“Hoi, wat leuk jou hier te treffen,” priegelde ik professioneel retour. Want hé, ik sta mijn vrouwtje op de nieuwe virtuele wegen. Typen met twee vingers had ik al aardig onder de duim. Oké, wel met de leesbril op de neus en de bureaulamp op volle sterkte om die piepkleine lettertjes te kunnen lezen.

Uit mijn ooghoek zag ik haar aankomen, de postmevrouw, kleddernat van de regen, een stapeltje brieven in haar hand. De ansichtkaart die ik van de mat opraapte, was half doorweekt, het adres een beetje uitgeveegd. “Groeten van het strand” stond aan de linkerzijde. Een dikke waterdruppel maakte het handschrift van de afzender nog karakteristieker dan het van oorsprong al is. In gedachten schoof ik even naast haar, onder zo’n rieten afdakje.

Terug in de realiteit greep ik weer naar mijn slimme communicator, waarop de vriendin inmiddels was uitgelogd. Ja, we leven in een snelle wereld. Mijn vingers lieten een inktspoortje na op een paar van de witte toetsjes. Haastige spoed…

Al die communicatiekanalen openen nieuwe flitsende werelden, toch hoop ik dat ze nog af en toe binnen komen vallen… die ouderwetse kaarten met een mooie postzegel van heel ver weg.