Het paradijs bestaat. Die gedachte bekroop me laatst even,
bij een bezoekje aan een woongemeenschap voor ouderen. De saamhorigheid van het
allereerste begin is nog springlevend, met het stijgen der jaren zelfs toegenomen.
Wie zelf minder kan, laat bijna automatisch anderen dichterbij komen. Die
dynamiek vraagt om aanpassing en meebewegen, oog hebben voor elkaars
ontwikkeling.
‘Burenhulp’ heeft hier echt betekenis, maar ook zelfredzaamheid
is een groot goed. Door elkaar - precies op maat - aan te vullen, maken de
bewoners hun gezamenlijke kernkwaliteit compleet. Juist het onderling
vertrouwen schept ruimte voor individuele zelfstandigheid.
Een vreemde nationaliteit vormt geen begrenzing, net zo
min als een taalbarrière. Ver weg van haar ‘homeland’
West-Virginia voelt Beth zich toch één met de anderen, dankzij dat simpele
gebaar, het bordje met een Hollands welkomsttafereeltje op haar deur. Je ergens thuis voelen gaat ook
zonder woorden.
Zoeken naar geborgenheid, dat gaat ook over
leeftijdsgrenzen heen. Qua jaren is de vroegere timmerman eigenlijk nog
te jong voor pensioen, maar zijn geest is zo murw geslagen dat werken niet meer
mogelijk is. Het rustiger ritme in het gastvrije dorpskarakter voelt voor hem als
thuiskomen, en de dankbare glimlach van de medebewoners om zijn twee
rechterhanden geeft hernieuwde kracht.
De kern van het ronde gebouw is de paradijselijke binnentuin,
waar kleurrijke bloemen zich vrolijk voelen en zelfs een bananenboom prijkt met
rijke vrucht. Een oude man leeft zich hier met liefde uit. Ondanks zijn bijna
90 jaren zijn de aangeboren ‘groene vingers’ nog actief, zelfs op de dag waarop
zijn vrouw begraven wordt. “Wat moet je anders?” spreken zijn medebewoners, in
stille berusting.
Maar als de begrafenisauto wordt voorgereden, volgt
iedereen de stoet naar haar laatste rustplaats. Schoorvoetend en met het hoofd
gebogen. Het verdriet om het verlies wordt hier gedragen door allemaal en dat
maakt de cirkel rond, op de mooiste manier. The
circle of life, en zelfs nog daarna.