Posts tonen met het label begrafenis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label begrafenis. Alle posts tonen

maandag 7 oktober 2013

Van de wijs


Vroeger luisterde ik eens verbijsterd naar Kindurrrrun voor Kindurrrrun. Mijn verbazing betrof een jong, onschuldig ogend jongetje dat vol verve zong over ‘een meisje’ in zijn hoofd. Poepoe, die was vroegwijs!
Niet hij maar ik bleek van de wijs, want zo’n wijsneus was hij helemaal nog niet. Pas na de derde of vierde keer drong het tot me door wat hij écht zong: een ‘wijsje’ in mijn hoofd. Haha, nog ver voor de uitvinding van die vermakelijke ‘Mama Appelsap’-spraakverwarring hoorde ik al wat ik … wilde horen?



Edoch, de beleving van muziek gaat dieper dan de klankkleur van woorden. 
Op het eerste gehoor lijkt het fijn, zo’n wijsje in je hoofd. Maar stel dat het nooit meer ophoudt, die fantoommuziek? Bij te hard gedreun bij de buren kan je altijd nog waarschuwen, of desnoods de politie bellen. Maar de stemmen stillen in je hoofd, dat lukt alleen met de botte bijl.

Want ohoh, zelf heb ik er ook weleens last van, zo’n liedje dat je er niet uit gehamerd krijgt. Door een associatie die ik niet eens door heb, wordt het zomaar aangezet. Catchy klanken uit de jaren ’70 en begin jaren ’80, en ik sta weer onder die discobol en op de oplichtende tegels (uit Saturday Night Fever). Dat gebeurt bijvoorbeeld bij Santana - ‘Say it again’ - Santana.

Op het moment vermaak ik me met het boek ‘Musicofilia’ van Oliver Sacks, boordevol wonderlijke relazen over mensen en muziek. Mensen die hun muzikale vaardigheden abrupt zijn kwijtgeraakt of – nog bijzonderder – mensen die na een klap op het hoofd of een flinke val ineens over grote muzikaliteit lijken te beschikken. 

Wie het dagelijks leven allang niet meer in de vingers heeft (en vroeger veel piano heeft gespeeld), bezit soms nog wel het fingerspitzengefuhl die de notenbalken muzikale inhoud geeft. Droog op de bank of zelfs nog levensecht, aan het klavier. Zelfs als ze niet spelen, hoort men de bekende melodieën nog, soms uren achtereen. 
Ook mensen die bijna doof zijn, schijnen soms nog wel te kunnen genieten van galmen uit het verleden. Zelfs degenen bij wie door Alzheimer bijna hun volledige geheugen achterstevoren is uitgewist, kunnen zich vaak nog wel haarscherp herinneren welke muziek in hun leven een rol speelde.

Dus...waarom hebben we het eigenlijk altijd vol eerbied over ‘toekomstmuziek’? Onze belangrijkste toonzetting betreft juist de tunes van toen. Wij hebben een complete jukebox uit het verleden onder de hersenpan; muziek die een repertoire aan emoties met zich meebrengt. Vaak zonder dat je zelf door hebt waar het door komt.

Muziek, dat is een klankbord voor het leven. En daarna! 
Is het macaber dat ik al weet welk liedje ik graag wil laten horen op mijn begrafenis? ‘Bittersweet symphony’ van The Verve. Naar mijn idee een mooie nasmaak aan het leven. Een soort pure chocolade met sinaasappelvulling zeg maar. Of dat dan ook geserveerd moet worden bij de koffie, in plaats van die eeuwige plak cake? Tsja, over smaak valt te twisten. Maar dat blijft hopelijk nog even toekomstmuziek.




donderdag 27 september 2012

De vicieuze cirkel van saamhorigheid




Het paradijs bestaat. Die gedachte bekroop me laatst even, bij een bezoekje aan een woongemeenschap voor ouderen. De saamhorigheid van het allereerste begin is nog springlevend, met het stijgen der jaren zelfs toegenomen. Wie zelf minder kan, laat bijna automatisch anderen dichterbij komen. Die dynamiek vraagt om aanpassing en meebewegen, oog hebben voor elkaars ontwikkeling.



‘Burenhulp’ heeft hier echt betekenis, maar ook zelfredzaamheid is een groot goed. Door elkaar - precies op maat - aan te vullen, maken de bewoners hun gezamenlijke kernkwaliteit compleet. Juist het onderling vertrouwen schept ruimte voor individuele zelfstandigheid.

Een vreemde nationaliteit vormt geen begrenzing, net zo min als een taalbarrière. Ver weg van haar ‘homeland’ West-Virginia voelt Beth zich toch één met de anderen, dankzij dat simpele gebaar, het bordje met een Hollands welkomsttafereeltje op haar deur. Je ergens thuis voelen gaat ook zonder woorden.
Zoeken naar geborgenheid, dat gaat ook over leeftijdsgrenzen heen. Qua jaren is de vroegere timmerman eigenlijk nog te jong voor pensioen, maar zijn geest is zo murw geslagen dat werken niet meer mogelijk is. Het rustiger ritme in het gastvrije dorpskarakter voelt voor hem als thuiskomen, en de dankbare glimlach van de medebewoners om zijn twee rechterhanden geeft hernieuwde kracht.

De kern van het ronde gebouw is de paradijselijke binnentuin, waar kleurrijke bloemen zich vrolijk voelen en zelfs een bananenboom prijkt met rijke vrucht. Een oude man leeft zich hier met liefde uit. Ondanks zijn bijna 90 jaren zijn de aangeboren ‘groene vingers’ nog actief, zelfs op de dag waarop zijn vrouw begraven wordt. “Wat moet je anders?” spreken zijn medebewoners, in stille berusting.
Maar als de begrafenisauto wordt voorgereden, volgt iedereen de stoet naar haar laatste rustplaats. Schoorvoetend en met het hoofd gebogen. Het verdriet om het verlies wordt hier gedragen door allemaal en dat maakt de cirkel rond, op de mooiste manier. The circle of life, en zelfs nog daarna.