Geen plek ter wereld waar je je zo thuis voelt als…
thuis. Tenminste, als het goed is. Maar wat als je de trap niet meer op durft?
Of zelfs niet meer goed uit de voeten kunt op de begane grond? Je boodschappen
niet meer kunt doen of laat staan een potje voor jezelf kunt bereiden? Nou, dan
komt toch zeker de Toverfee van de Thuiszorg? Jaja… sprookjes!
Wie wil het nog? Wonen in
een bedompt gebouw met grijs gewolkt linoleum op de vloer, lange gangen die
ruiken naar te gare bloemkool die wordt rondgebracht in rammelkarren? Goed
nieuws, zulke bejaardenhuizen zijn een uitstervend soort. Rusthuizen zijn toch
zeker niet meer van deze tijd? Ook mensen op leeftijd moeten zoveel mogelijk in
beweging blijven. Want we weten het toch allemaal: rust roest.
Een beetje seniorencentrum
van nu bruist van de creatieve en culturele activiteiten. Wel bepalen steeds
meer rollators en scootmobiels in zo’n woongemeenschap voor ouderen het
straatbeeld, natuurlijk overdekt, want anders vatten de bewoners kou. Die
beschutting lijkt te gaan verdwijnen.
We waren op de goede weg,
begrepen best dat ook ouderen graag zelf willen bepalen hoe ze hun leven leven.
Juist ouderen, de mensen met de
meeste levenservaring. Logisch toch?
Dus werd er
‘levensloopbestendig’ gebouwd. Gelijkvloerse woningen, of anders met een solide
traplift. Huizen zonder drempels, met brede deuren en ruime hallen om voldoende
draaicirkel te bieden voor wie in een rolstoel belandt.
En niet te vergeten de
solide ondersteuning door professionele zorgverleners. Iemand die de scepter
zwaait, en vooral de zwabber laat wapperen, in het huishouden, liefst ook onder
de bank. Iemand die je een handje helpt onder de douche. En natuurlijk alles
precies op de manier waarop de oudere dat graag wil. Zorg vanuit het
cliëntperspectief!
In zo’n context leek het
besluit van onze heren en dames politici om het fenomeen ‘bejaardenhuis’ een
zachte dood te laten sterven zo zorgwekkend niet.
Scheiden van wonen en
zorg, weer eens wat anders dan een scheiding van tafel en bed. Simpel gezegd:
lekker in je eigen vertrouwde huis blijven wonen en de zorg inkopen die jijzelf
nodig acht.
Alleen wie er extreem
slecht aan toe is (in jargon: zorgzwaartepakket 3 of 4) en zeer intensieve zorg
en begeleiding nodig heeft, dag en nacht, komt nog in aanmerking voor zo’n
centrum voor ouderen. De bofkonten die er wat beter aan toe zijn, houden lekker
de regie over hun eigen leven. Klinkt goed, maar als er nauwelijks nog spelers
overblijven om de door jou bedachte scènes vorm te geven, wat is dan nog de
lol?
Net nu er steeds meer
ouderen komen (ook doordat we met z’n allen steeds langer blijven leven) worden
de mensen die de gedachte van ‘extramurale’ zorg buiten de muren van het
zorgcentrum in praktijk kunnen brengen, massaal ontslagen
Ze leefden nog lang en
gelukkig? Dat wordt zo steeds meer een sprookje. Eentje met een nare nasmaak,
zo’n beetje als te lang gekookte laffe lof. In Afrika krijgt men minstens tien
kinderen om verzekerd te zijn van een goed verzorgde oude dag. Ik ga alvast eens
informeren wat mijn dochter later voor mij kan betekenen. Al kan ik maar bij
haar in het kippenhok.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten