donderdag 5 september 2013

Tralies in je hoofd


De slepende schoorvoet is al een voorbode. De plof van het grote lichaam op de plastic stoel vertelt de rest. Zelf doet hij er het zwijgen toe, tegenover me aan het formica tafelblad. De strijdbaarheid van twee weken terug lijkt totaal vervlogen.
‘Hoe gaat het met je studie?’ Een ridicule vraag, want het antwoord staat te lezen op zijn gezicht, in hoofdletters. Schouders worden opgetrokken, samengeknepen lippen spreken voor zich, neergeslagen ogen schreeuwen wanhoop.



De menselijke ‘mood’ is een mysterieus ding. Bij mijn vorige bezoek was ik voorbereid op neerslachtigheid van grote hoogte. Net de dag ervoor was de teleurstellende uitslag van het hoger beroep bekend: geen strafvermindering. Evengoed geen spoortje depressie te bespeuren, toen. Hij had voor de resterende tijd zelfs al een nuttige bestemming in gedachten. Leren, een veiligheidscertificaat behalen. ‘Het allereerste diploma van mijn leven!’ Het plan werd nog geen praktijk, en zo te zien blijft dat voorlopig zo.

Misschien heeft de wetenschap van nog twee volle jaren moeten ‘zitten’ even tijd nodig om in te dalen? Zijn dagen rijgen zich aaneen in slapen, eten, slapen, eten. Met tussendoor een verplichte dweilbeurt van sanitair en aanrecht. Voor wie niet naar de werkzaal gaat, is dat zijn ‘pakkie an’. Zelfs rennen doe hij niet meer. De zo zorgvuldig opgebouwde spiermassa’s in zijn triceps lijken hun stoere elan te verliezen. Het metalen rek op de binnenplaats mijdt hij meer en meer, en ook gevoelsmatig is er even niets om zich aan op te trekken.

Oké, de lucht is blauw, maar wat heb je aan een mooie nazomer als je leefwereld zich beperkt tussen het carré van een omtraliede binnenplaats met camera’s op alle hoeken? Begrenzingen in ruimte en tijd, want twee jaar is een verre horizon, zeker voor wie even geen toekomstperspectief ziet.
Echte vrijheid heeft hij eigenlijk nooit gekend. Een leven gedreven door cocaïne – scoren! – heroïne – scoren! – laat weinig ruimte voor andere belevenissen. Geen leven, maar overleven. Nu, achter tralies, is hij clean. Maar gevoelsmatig is de ‘rook om zijn hoofd’ nog lang niet verdwenen. Op heldere momenten beseft hij het donders goed; als hij straks vrij zal zijn, wordt het lastig een nieuw leven op te bouwen. Vooral omdat er weinig is om op terug te vallen.

Gisterenavond is hij eventjes de fout ingegaan, bekent hij fluisterend kleur, naar me overhellend over het grijze vlak. Pas toen de verleiding écht te groot werd, had hij het ingeslikt, het XTC-pilletje dat altijd zijn weg weet te vinden tussen tralies en detectiepoortjes door. Nog vóór de intrede van de lang verwachte verlossende roes had hij zichzelf met schrik wakker geschud. Pas met zijn middelvinger in de keel, kotsend boven de toiletpot, kwam hij volledig bij zijn positieven. Bij het zien van het felgekleurde rondje was de angst voor de UC* voorbij, maar voelde zijn gevangenschap des te benauwender.

Als ik na een uur vertrek, geven we elkaar een high five. Zijn symbolische strijdkreet is een belofte om de knop om te zetten naar sporten, leren en positief in het leven staan, vooral aan zichzelf. Maar in zijn ogen lees ik dat hij nog nauwelijks gelooft dat het gaat lukken.
Ontsnappen uit de gevangenis, da’s lastig. Maar losbreken uit de tralies in je hoofd, dat is pas écht een moeilijke weg, met onbekende bestemming. Niet langer wegduiken in verdovende middelen, maar het leven – mét de fouten die je begaan hebt – onder ogen zien.

Ik kan alleen maar hopen dat hij voldoende vertrouwen in zichzelf weet te vinden om die weg te durven gaan. En hopelijk is er dan straks in de maatschappij ook voldoende geloof en vertrouwen in hem.




*een gedetineerde kan onderworpen worden aan een urinecontrole ('UC') om na te gaan of hij gedragsbeïnvloedende middelen heeft gebruikt; dat zijn middelen die vallen onder de Opiumwet (Opw), alcohol of medicijnen die niet zijn voorgeschreven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten