donderdag 12 december 2013

Geluk? Dat is een kersenbonbon... en dan vooral het papiertje.

’t Is weer de tijd van ‘prettige kerstdagen en gelukkig nieuw jaar’. Los geschreven, die laatste twee woorden, anders betreft het alleen die ene dag: 1 januari. En geluk, daar kan je niet genoeg van krijgen. Maar, nog belangrijker, wat máákt nou eigenlijk ons geluk? Een subtiel tinkelend parelsnoer, romantisch verstopt in een wijnglas? Tien kilo afvallen? Of liggen winst en verlies heel anders? Het einde van het jaar is een mooie gelegenheid om de balans op te maken.



De boekhoudster die vroeger op kantoor tegenover me zat, deed het met een verbeten blik in haar ogen. Debet en credit vergelijken, in die tijd nog met het ratelende achtergrondgeluid van de rekenmachine met papierrol. Zelf heb ik weinig met cijfers. Vooral die ‘13’ van het huidige jaar klonk een beetje naar ongeluk. Toch slingerde ik ook eind 2012 braaf en vooral traditiegetrouw mijn goede wensen de wereld in. Geluk en gezondheid. De goden verzoeken? Of het geluk een handje helpen?

Het is mijn dochter die me soms prikkelt tot filosofische bespiegelingen met verrassende wending. Deze keer vroeg ze me naar mijn tien gelukkigste momenten van het afgelopen jaar. Poeh, da’s lastig. Omdat ze er niet waren? Misschien wel juist omdat ik niet kan kiezen.
Zelf doet ze het in haar dagboek, de balans opmaken. Maar dit jaar even niet. Te druk. Met het vastleggen van een terugblik op tien hoogtepunten bewaart ze haar herinnering aan 2013.
Nu ik nog. Tien! Tsja… ze zouden eigenlijk allemaal spontaan moeten komen bovendrijven. In de praktijk vergt het even nadenken, want ik wil natuurlijk wel de goeie dingen de eer gunnen. Niet zomaar iets simpels dat ‘wel okay’ was. Hoewel? Eigenlijk zijn het juist die dingen die het meest bijdragen aan geluksgevoel. Zulke momenten kunnen grijpen (en liefst ook eventjes vasthouden), volgens mij is dát geluk. Even spieken in het fotoalbum mag toch wel?




Het begon meteen goed, 1 januari 2013, met een vroege strandwandeling. Terwijl bijna overal de gordijnen nog gesloten waren, lieten wij de oliebollen en de bruiswijn van ons af waaien aan de schuimende golven in Sint Maartenzee. Door de schittering van de zon op de zandkristallen vlakte leek het even een fata morgana, maar de strandtent (die normaal gesproken toch afgebroken worden in de winter?) stond er echt. Nog open ook. En daar, naast onze koker van huis meegebrachte kindervuurpijlen – oudejaarsnacht ongebruikt vanwege de regen - en het schoolbord dat aangaf wat de pot schafte – erwtensoep met worst – stond het eerste bosje tulpen. Geluksmoment één: de lente hing alweer in de lucht.



Eind van de maand stond ik sinds lang weer eens op het ijs. Dankzij een dierbare buitenlandse vriend, die het schaatsen niet in de genen, laat staan in de benen had, maar het graag wilde leren. Terwijl ik de slag langzaamaan weer te pakken kreeg, voelde hij zich niets te groot voor oefenen achter een stoel, en later met nordic walking sticks. Toen ik me allang, moe en koud, achter de amaryllissen in de vensterbank had teruggetrokken, showde hij spontaan de kracht van de jeugd en schaatste tot aan het donker voor het vaderland weg. Geluk is soms even synoniem met trots.


In Holland staat een huis! Verre architectuurreizen zijn niet per se nodig. Zomaar, op één minuut lopen van station Zaandam, staat een ‘stapelpaleis’; de toren van Babylon gemaakt van huisjes die in de Zaanse Schans niet zouden misstaan. Een stadhuis met een kwinkslag. En dat mijn dochter en ik nog één minuutje verder de grootste Primark van Nederland zagen... dat was natuurlijk toeval.




De kat de bel aan binden is vast niet erger dan de kat een kap opzetten. Een oogoperatie was al iets onbegrijpelijk vervelends voor onze oude rooie kater. Maar dat hij daarna wekenlang 'gekapt' door het leven moest,  – niet naar buiten, niet lekker slapen, niet goed kunnen eten en, misschien wel het ergste, jezelf niet kunnen wassen – maakte dat leven een stuk minder leuk. De spinmotor draaide direct op volle toeren zodra het eindelijk af mocht.


Bange schapen? Dit tweetal kende geen angst. Op de dijk van Edam naar Hoorn sabbelden ze enthousiast aan mijn vingers, ieder aan een 'eigen' hand. Discriminatie kenden ze ook niet. Zwart en wit hadden ze allebei.


Islamdreiging? Angst voor Iran? Met Fatemeh uit Teheran op een mooie lentedag aan de Utrechtse Oude Gracht is misschien geluk op kleine schaal, maar om ‘vredeskunst’ in praktijk te brengen, moet je toch ergens beginnen?


Als je een lentefietstocht plant, reken je stiekem op zon en wind in de rug. Het enige blauw tijdens de eerste dag van Hoorn naar Joure was van de ‘flapperjassen’ die ons moesten beschermen tegen de hoosbui. Het vermogen om te blijven lachen, dát kunnen delen is geluk. Dan heb je zelfs nog energie over voor capriolen op de brug. In Sloten. Maar daar was het wel droog!



Iedereen kent vast de tv-beelden, gooi- en smijtwerk in Belfast, en dan niet voor de lol. Pas als je oog in oog met een van de vele hekken staat, die Katholiek en Protestant van elkaar moeten scheiden, voel je de dreiging. Was het daarom dat de vrolijke ‘home made’ chocoladecakejes op de overdekte markt in Belfast zo’n zoete aantrekkingskracht hadden? Geluk, dat is een calorieënbom!


Of is geluk vrijheid-blijheid? Op 5 mei offerden mijn dochter en ik (háár idee) onze vrije uurtjes op voor rennen met waterkannen, soepborden, juskommen, groenteschalen, vlees en vis, aardbeienbavarois. Bevrijdingsmaaltijd met een vleugje koningslied voor mensen die 'de oorlog nog hebben meegemaakt'.



Zoekt en gij zult vinden? Welnee, geluk, daar loop je soms zomaar tegenaan. Beetje te vroeg voor een vergadering (met de NS weet je het tenslotte maar nooit) is tijd doden zo moeilijk niet. Want daar hangt-ie ineens, dé jurk. Het leer is nep, maar het model is raak. En dat voor de helft van de prijs. Geluk, dat is inpakken en blij wezen!




De nieuwe wildernis? Die komt soms zomaar aan de achtertuin voorbij varen op de dag dat het lang broedende zwanenechtpaar met trots hun vijftal komt showen. Geluk hoeft niet altijd in kleur, soms is grijs mooi genoeg.





Elk nadeel heeft zijn voordeel. Niet kunnen tellen, dat betekent vooral dat je je nergens 'te oud' voor voelt. En hoe fijn als het na al die jaren nog lukt, hoepelen!


Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is de gelukkigste van het land? Geluksmomenten komen soms stap voor stap. Tientallen kilometers 'walking-talking' met je dochter, dat is bijpraten op de leukste manier.


Geluk, dat is vertrouwen. Om wat extra steun te geven aan de gedetineerde die ik twee keer per maand bezoek in de gevangenis, ga ik naar het Amsterdamse Paleis van Justitie voor zijn Hoger Beroep. Zijn volledige strafblad klinkt heel anders in de juridische taal dan de woorden die hij me heeft toevertrouwd. Maar de inhoud is identiek!


Gekkigheid kent geen tijd. Een kapotte wasdroger, da's lastig. Maar poseren met de afvoerslang om je nek als Oudhollandse meester zet alles even in een ander perspectief.

Nooit brand ik een kaarsje in de kerk, behalve die ene keer, in een eeuwenoude, ondergrondse kerk in Rome. De middag waarop mijn vader stierf. Al jarenlang had ik hem ('wegens omstandigheden') niet meer kunnen zien. Pas achteraf bleek dat zijn ziel was weggevlogen, precies op het moment dat mijn kaarslichtje hem kon verwarmen op zijn eenzame reis. Telepathie? Of simpelweg... geluk?


De grote bos lelies, die zie ik als eerste als ik sta te wachten voor het station om een hechte vriend van de trein te halen. Twee dagen na de begrafenis van mijn vader, waar ik niet bij mocht zijn, zitten hij en ik even later tegenover elkaar aan tafel, zijn troostbloemen naast ons in de vaas. Bij zijn leven had mijn vader problemen met ons contact, maar ik voel dat hij nu - eindelijk - kan zien én begrijpen, hoe gelukkig ik ben met deze band.




Geluk, dat is soms even de ogen sluiten voor de Regels. Precies op de eerste verjaardag van zijn dochtertje valt een van de bezoekdagen aan 'mijn' gedetineerde. Detectiepoortjes piepen gelukkig niet voor wol, en dat maakt het mogelijk een cadeautje mee naar binnen te smokkelen. In het bespreekkamertje komt mijn 'overtreding' uit de mouw, een zelfgebreide aardbeienmuts.




Is geluk een luchtkasteel? Als je jong bent, kan alles. Zelfs luchtkastelen worden waar. Eventjes voel ik me weer kind als een vriendin me het geheim van een basisschool laat zien. Het Kasteel van Doornroosje staat daar zomaar op het speelplein. Zie je wel, sprookjes bestaan!


Alles is te koop, maar soms ligt het gratis voor het grijpen.



Geluk met geen pen te beschrijven? Reken maar dat het lukt, na het vinden van de mooiste wol, kleurig en zacht, in dat piepkleine breiwinkeltje in een achterstraatje in Deventer. Geluk, dat is insteken, omslaan, doorhalen en... doorgaan!




Leiden in last én lol, aan dat ene tafeltje waar we elkaar sinds lange tijd weer eens live ontmoeten, zo mooi tussen onze woonplaatsen in. We mogen dan niet meer dicht bij elkaar wonen, gevoelsmatig blijken we niet erg uit elkaar gegroeid, de vriendin die ik al ken van de eerste klas basisschool en ik. Qua vorm lijken de cadeautjes waarmee we elkaar verrassen niet echt op elkaar, maar de boodschap op haar kerstbal voor mij en mijn metalen wandbordje voor haar is identiek: geluk, dat is 'good old friends'.


Zelfs ná de sint kan strooigoed gelukkig maken. Zolang er maar pepermolens zijn! Wat doe je als je net lekker zit te lunchen met je man en in één handomdraai ligt de tafel vol met rode, zwarte, gele korrels? Foto's maken! Goed geluk, dat is gekruid met het vermogen om te lachen. Vooral om je eigen stommiteiten.


Ogenschijnlijk een verzoekje met weinig diepgang. "Wil jij even wat foto's van me maken voor het digitale lijstje dat we mijn ouders willen geven voor hun 60-jarig huwelijk?" Wél bijzonder als het gaat om een onzekere vriend voor wie het leven vaak erg zwaar weegt. Voor de lens komt hij los, en geluk blijkt zo simpel als groeiend zelfvertrouwen, achter die donkere bril.



In vogelvlucht mijn terugblik op geluk, in dat ene jaar met '13'. Geen parels en paleizen. Ja, hooguit een luchtkasteel. Zelfs bij de tegeltjeswijsheden is er geen goed doortimmerde Gelukformule te vinden, het blijft dus waarschijnlijk een beetje een kwestie van gevoel. Het mijne zegt dat het vooral gaat om kleine dingen, en om het vermogen om pijn en verdriet een draai te geven naar een positiever perspectief. Tuurlijk, dat gaat niet zonder slag of stoot, daar is heel wat (wils)kracht voor nodig. Maar soms is een beetje onvermogen ook best handig. Kijk naar mij, zie je wel, ik kan niet tellen. Maar zo kom ik wél mooi uit op een rijtje van 25 geluksmomenten in plaats van tien! Eigenlijk zijn het er nog veel meer. Bovendien is het jaar nog niet om, dus wie weet wat er nog bij komt. Maar een mens moet maat weten te houden.

Is het daarom dat ik zo gelukkig ben met het boek dat ik gisteren - getipt door een vriendin - zomaar voor het grijpen zag in de rekken van de bieb? 
Groots en Meeslepend leven. 
    http://bit.ly/19jt3nZ


Vanavond ga ik erin beginnen, kopje thee erbij, met een kersenbonbon. Nee, niet omdat dat ik die nou zo verschrikkelijk lekker vind. Het gaat meer om het papiertje eromheen. Als je daardoor kijkt, ziet de wereld er heel anders uit. 


Tot slot wens ik iedereen voor 2014 een terugblik aan het einde met deze zin: 


En omdat muziek daarbij zo vaak de toon zet, hierbij een vrolijke noot.


PS
Best leuk, de balans opmaken. Met plezier heb ik mijn geluksmomenten op een rijtje gezet. En nu ben ik eerlijk gezegd heel benieuwd naar die van anderen. 
Wie wil er eentje delen? Of - liefst - meer? ; - )








woensdag 4 december 2013

Borstenbus


Je bent pas oud als je… naar de bus moet! Nee, niet zo bijziend dat je niet meer kan autorijden. Of zo stijf dat je je been niet meer over de stang van je mountainbike kan krijgen. Ik bedoel een heel ander vehikel. Die tweejaarlijks terugkerende sta-in-de-weg op de parkeerplaats in het centrum. De bus waar je naar binnen gaat en geen idee hebt wat je eindbestemming zal zijn. Of zelfs: of je nog wel een route te gaan hebt, of bent terechtgekomen op het doodlopend spoor.



Jarenlang fietste ik er in sneltreinvaart voorbij. De bus van het landelijke bevolkingsonderzoek borstkanker, ofwel de borstenbus. Nog te jong voor een uitnodiging op de mat. De verhalen van vriendinnen die me voorgingen, klonken verre van uitnodigend. Met een gruwel die niet zou misstaan in de van angstzweet gedrenkte entourage van de wachtkamer van de lokaal zo gevreesde kaakchirurg – ook wel bekend als ‘de slager’ – werd een schets gegeven van een soort martelpartij die zijn gelijke nauwelijks kent.

“Als mannen zekere delen van zichzelf hadden moeten laten onderzoeken, hoefden ze vast niet in de ‘waswringer’,” oppert een vriendin met een grimmige trek om haar mond. “Reken maar dat er dan een heel wat klantvriendelijker oplossing bedacht werd.”
“Tsja, bij jou zal het wel extra lastig zijn,” filosofeert een tweede, wat schimmig starend naar mijn magere cup A. “Jij hebt bijna niks, dus dat wordt ver uitrekken.”
Met boermetkiespijnhumor zocht ik emotioneel houvast aan een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Zodra die vermaledijde bus weer opdoemt in het straatbeeld, is het lachen me vergaan. Binnenstappen tussen die schuifdeuren door voelt vast een beetje als de opkomst van een bloednerveuze kandidaat in zo’n ouderwetse zaterdagavondquiz, alleen dan zonder kans op de koelkast. De plastic klapstoeltjes in het voorportaal zitten vol, en er wordt druk gepraat over van alles en nog wat. Afleidingsmanoeuvre pur sang. Mijn interesse gaat meer uit naar de blik van de vrouwen die weer tevoorschijn komen. Ogenschijnlijk ongeschonden.  

Kort nadat het mijn beurt is om in een van de drie pashokjes te verdwijnen, wordt de deur aan de andere kant geopend.
“Even het apparaat op de goede hoogte instellen,” articuleert de vrouw die mijn borstbeeld gaat vastleggen. Haar welwillende meewarigheid is vast lief bedoeld, maar maakt me eigenlijk extra nerveus, want kennelijk IS het dus erg? In die slordige vijf, hooguit zeven minuten foto’s maken, gaan mijn gedachten uit naar de vriendinnen die met minder mooie berichten geconfronteerd werden. En ook naar degenen die twee weken in de stress hebben geleefd vanwege ‘loos alarm’. En dan ineens… klaar.

Zoals met veel dingen in het leven waar je verschrikkelijk tegenop ziet, kan het bijna alleen maar meevallen. Na afloop trakteren een vriendin (die vlak voor me aan de beurt was) en ik onszelf op koffie met appeltaart. Met slagroom. Verdiend! Ik voel me stoerder dan ooit.

En dan, ver vóór de voorspelde termijn van twee weken, ligt daar dé brief op de mat. Half verstopt onder ‘Kracht’, het kwartaalblad van KWF Kankerbestrijding. Is dat een slecht voorteken? Dat kan toch geen toeval zijn? Met de lafheid van een struisvogelpoliticus schuif ik de enveloppe onder mijn bureaubeschermer. In de nacht spoken de ergste scenario’s door mijn hoofd. Overdag zijn het juist de praktische dingen die me afleiden van het onderwerp, of… juist niet.
Hoeveel tijd ben ik kwijt bij slecht bericht? Voel ik pijn links? Maar borstkanker doet toch helemaal geen pijn? Zo’n tumor komt als sluipwesp. Als een soort ‘pacman’ die je gezonde cellen verslindt.
Als dat het geval zou zijn, dan moet het proces gestopt worden, zo snel mogelijk. Nee, nog één nachtje slapen. Nog even niet. Alsof er ooit wel een goed moment bestaat om ziek te worden. En hé hypochonder, wie weet is er niets aan de hand!

Hoe lang kan je jezelf aan het lijntje houden? Tot het moment dat nieuwsgierigheid ontaardt in een vleugje dapperheid? Totdat mensen in de omgeving gaan vragen. Mijn dochter, een vriendin.
Ineens moest ik het weten. Zonder verder nadenken, met één ritsrats van mijn pink heb ik vanavond de enveloppe opengescheurd. En daar staat het…
“We hebben op de röntgenfoto’s géén aanwijzingen gevonden voor borstkanker.” Het woordje ‘geen’ in vet. Vier letters van verlossing, die het grote verschil maken.




Je weet nooit waar de finish van je leven ligt, maar deze actuele zekerheid van veiligheid legt gevoelsmatig even de hele wereld open. In gedachten wens ik veel, heel veel moed aan al diegenen die een ander bericht hebben gekregen en wel de moeilijke route moeten gaan. Hopelijk is die ‘busstop’ alleen een tijdelijke omweg met toch nog een eindstreep ver in het verschiet. 




Lintje voor Yvonne Graaf die me stimuleerde naar de bus te gaan. 
Een goeie push(up), maar dan anders ;- )


dinsdag 19 november 2013

Op je tellen passen... of juist loslaten?


Ja, morgen kan ik er weer tegen,
alleen maar leuke dingen op mijn bord,
besef van ‘ik kom niets tekort’,
blijdschap om alles wat ik heb gekregen.

Die euforie kan niet meer stuk.
Wat is de betekenis van pech?
Verlies, dat lijkt ineens wel erg ver weg,
want ik ben geboren voor ‘t geluk!


Maar ’s avonds als er niemand kijkt,
mogen de emoties even stromen.
Verlangen naar de mooiste dromen,
want dingen zijn soms anders dan het lijkt,


En zeg nou zelf, het is maar nét,
waarop jij je zelf wilt concentreren.
Optimisme moet je al doende leren,
dan lijkt je leven net een pretpakket.

Grijpen van momenten van geluk,
in plaats van grenzeloos verlangen,
gewoon een kwestie van goed vangen,
dan vallen ze niet zo heel snel stuk.





Maar ’s avonds als er niemand kijkt,
mogen de emoties even stromen.
Verlangen naar de mooiste dromen,
want dingen zijn soms anders dan het lijkt,


De durf je te kleden voor vrij leven,
in minirok of rare felle trui,
aan strakke regels fijn de brui,
de rode draad ook zelf geweven.

Niet beperkt door ritme of door maat,
lekker lallend liedjes zingen,
en ook ongebreideld swingen,
go with the flow, zoals het gaat.


Maar ’s avonds als er niemand kijkt,
mogen de emoties even stromen.
Verlangen naar de mooiste dromen,
want dingen zijn soms anders dan het lijkt,


Wie dat ene trucje eenmaal kent,
verandering van focus,
’t is bijna hokus pokus,
voelt zich door het leven echt verwend.

Voor wie bereid is om het zo te zien,
het leven, dat is prachtig.
Wie dat kan, die is krachtig,
en telt voluit, van één tot tien


Maar ’s avonds als er niemand kijkt,
mogen de emoties even stromen.
Verlangen naar de mooiste dromen,
want dingen zijn soms anders dan het lijkt,

Nog snel wat wijze woorden tot besluit,
nog eventjes vertellen,
je zegeningen tellen …
dat doe je toch ’t best, vooruit!



donderdag 31 oktober 2013

Hoe maak je het? Lekker weertje hè?



Je hebt van die ouders met kinderen die zich voor hen schamen. Ze mogen niet zingen, ze mogen niet dansen en al helemaal niet met de buurman lachen. Heb ik lekker geen last van. Ik dans, ik zing, ik spring, zonder commentaar op de achtergrond. En de buurman… haha, daar valt toch weinig mee te lachen ; - )



Mijn dochter en ik kunnen prima met elkaar door de bocht. Zelden heeft ze me vermanend toegesproken dat ik me moest ‘gedragen’ (ik andersom trouwens ook niet zoveel, geloof ik. Een beetje Pippie Langkous-gedrag, dat moest kunnen). Sterker nog, zij stimuleerde me juist vaak om de gekste dingen te doen, terwijl ze zelf liefst op afstand bleef toekijken hoe ik voor gek stond.
Maar ja, als iemand je recht op de man…vrouw af vraagt of je iets durft, dan moet het wel heel raar lopen, wil je je natuurlijke schaamte niet proberen te overtreffen. Of ben ik gewoon gek?

Andersom heb ik weleens last van plaatsvervangende schaamte als zij mij belt vanuit de trein. Onderweg ja, want dat is efficiënt. Dan heeft ze thuis weer meer schaarse tijd ter vrije besteding. En sommige dingen wil ze kennelijk graag even delen. Zelf houd ik er niet zo van, bellen met onbekenden om me heen. Veel meer dan ‘ben tien uur thuis’ krijg ik niet over mijn lippen. Die vreemdelingen hebben er toch zeker helemaal niks mee te maken wat ik heb meegemaakt of van plan ben mee te maken?
Mijn dochter kent die gêne duidelijk niet. Onbevangen verhaalt ze de dingen van de dag, zonder hoorbaar ingehouden stemgeluid. Wie niet horen wil… moet maar gewoon een koptelefoon opzetten met een eigen tegengeluid. Wie weet ligt daar de generatiekloof?

Net kreeg ik een e-mail. Afzender: mijn dochter. “Zou jij dit weekend geen ‘gekke’ sms’jes naar mij willen sturen? We zitten in zo’n klein hutje, zodat mijn telefoon voor het grijpen ligt. Bovendien heb ik er allerlei muziek op gezet voor ons samen, dus niet handig als er dan net een raar berichtje binnenkomt. Stuur maar gewoon heel neutrale sms’jes, in de trant van: hoe maak je het? lekker weertje hè?”


Even voel ik me Edina uit ‘Absolutely Fabulous’. Slinger ik echt zoveel gekke berichten de virtuele wereld in? Maar, een gewaarschuwd mens telt voor twéé, dus komend weekend mag ik lekker dubbel los. Informeren naar het weer, en vragen hoe het ermee gaat, tegelijkertijd!


woensdag 30 oktober 2013

Reallife soap


Een van de voordelen dat de zomer weer voorbij is, is dat de goeie televisieseries weer beginnen. Avondenlang onderuit op de bank te hangen, grote zak kruidnoten op schoot, probeer ik te vermijden. Maar er zijn van die programma’s die ik liever niet wil missen. Vooral omdat ze, naar mijn idee, zo ijzingwekkend dicht schuren langs het echte leven. Bovendien is dit kijken verre van passief; door de knap opgebouwde spanning balanceer ik niet zelden op het puntje van mijn stoel, buik in van het meeleven.

Het is vast geen toeval dat mijn voorliefde ligt bij programma’s die te maken hebben met het gevangenisleven.  Maar, komt die betrokkenheid voort uit mijn vrijwilligerswerk voor Gevangenenzorg? Of ben ik juist voor die organisatie actief geworden omdat ik al zo gefascineerd was naar de wereld achter muren en prikkeldraad?

Een van mijn favorieten – Penoza – is al toe aan serie drie. Dat betekent zondagavond niet te zwaar tafelen, want een inkijkje in de praktijken van onze nationale maffia ligt soms behoorlijk zwaar op de maag. Het gaat er niet misselijk aan toe.
Ook ‘Overspel’ is er weer zo eentje voor met geknepen billen op de bank. In de eerste aflevering van reeks twee heb ik meteen weer de spanningsdraad te pakken. In het halfduister van de cel weet een vrouwelijke veroordeelde ladingen pillen in een stoelpoot te verzamelen. Rubber dopje eronder en geen haan die ernaar kraait. Totdat ze ze allemaal tegelijk inneemt…
Orange is the new black’ verhaalt al even intrigerend over een Amerikaanse vrouwengevangenis, waar het woord ‘bitch’ een diepere dimensie krijgt. Als op een middag een van de ladies zich terugtrekt op het toilet, klinkt er telefoongezoem. Haar hoofd schiet meteen op alarmfase drie, want het bezit van zo’n mobiel is absoluut verboden. Ze vindt die relikwie uiteindelijk, verstopt achter een losse tegel in de wc-muur.

Penoza, Overspel en ‘Orange is the new black’ zijn stuk voor stuk bedacht. Ongebreidelde fantasie? Ik zou eerder zeggen uitstekende research. Want zo gáát het in de gevangenis. Hoe strakker de regels, hoe meer de verbeeldingskracht wordt geprikkeld die regels te ontwijken.



Iets anders wat ik pas zag op TV leek wel een sprookje. Dealers, junks, bankovervallers, zedendelinquenten, geweldplegers en moordenaars met z’n allen in vrede samen levend op een eilandje vlakbij Oslo (nee, niet Utøya, maar Bastøy). Het bleek echter allerminst een verzonnen verhaal, maar een reportage (‘Altijd wat’ van de NCRV) over een Noorse gevangenis waar (zware) criminelen hun laatste straffase doorbrengen. De gevangenen runnen zo veel mogelijk zelf de bedrijven die op het eiland gevestigd zijn. Er is bos- en tuinbouw, runderteelt, een paarden- en een schapenfokkerij. Ze vangen vis met een eigen vissersboot. Er is een constructiewerkplaats, een timmerwerkplaats, een wasserij en een bibliotheek. Het idee erachter: als je mensen jarenlang opsluit in een cel of kooi, zijn ze niet goed voorbereid op terugkeer in de maatschappij. Mijn idee!

In Nederland is de roep om gedetineerden harder te straffen en minder privileges te geven groot. Staatssecretaris Veiligheid en Justitie Fred Teeven wil vermindering van activiteiten, van cursussen en van proefverlof. “Minder recidive (herhaling van misdrijf en veroordeling) door versobering van de gevangenis,” heet de officiële rode draad van zijn beleid.
In Noorwegen denken ze daar heel anders over. “De meeste misdadigers kunnen en willen veranderen, mits je hen eigen verantwoordelijkheden geeft en het aandurft hen als gelijken te behandelen,” meldt de gevangenisdirecteur van Bastøy.


“Maar misdadigers verdienen straf,” hoor ik de tegenstemmen al vóórdat ze spreken. En ze hebben nog gelijk ook. Maar is vrijheidsberoving al niet een straf op zich? Wij, mensen van ‘buiten’ willen ons o zo graag vergapen aan een inkijkje achter de tralies. Anders waren al die gevangenisseries niet zo populair. Laten we dan – andersom – de mensen in de gevangenis ook de kans geven zichzelf voor te bereiden op terugkeer naar ‘buiten’. Ze zijn weliswaar (soms gigantisch) in de fout gegaan, maar met het stempel ‘eens een dief altijd een dief’ spat hun toekomstperspectief als zeepbel uiteen.
Ieders leven is soms net een ‘reallife soap’. En wie kan daarin zijn handen wassen in volmaakte onschuld? Aan welke kant van de tralies dan ook.



Tot slot, wie dit een pleidooi voor een veel te ‘softe’ aanpak vindt, wil ik graag overtuigen met harde cijfers. De recidive op Bastøy bedraagt 29% (er loopt permanent wetenschappelijk onderzoek aan de Universiteit van Oslo naar dit cijfer). Voor heel Noorwegen is de recidive rond 72%. Recidive in Nederland bedraagt tussen 75 en 80%. Tel uit je winst.


Benieuwd naar gevangeniseiland Bastøy?

dinsdag 29 oktober 2013

Granny (‘s geheim van de) Smit


Mijn lievelingsappels zijn van die krakendverse groene. Zo eentje waar je graag je tanden in zet. Een stevige bijt en sappig tot en met de laatste hap. Rimpelige huidjes ho maar, maar wel luisterend naar de naam ‘Granny Smith’. Steeds toepasselijk, want de grannies van nu doen niet meer aan grijze haren en rimpels.


We weten het allemaal: in beweging blijven, gezond eten en niet te laat naar bed. Stuk voor stuk factoren om brein en body fit te houden. Maar een lekkere portie peptalk, dat is misschien wel de beste start van de dag!
Was het uit verlangen daarnaar dat ik deze morgen deelnam aan de online zelftest van een van de nationale (nog bestaande) bladen: Hoe oud wordt u? ‘Mensen die veel vrienden hebben, hard werken en in een gezonde omgeving wonen, worden op een gezonde manier oud — zo blijkt uit langlopend onderzoek,’ zo luidde het hoopgevende intro. ‘Benieuwd naar hoeveel levensjaren u nog mag verwachten?’


Opzienbarend waren ze niet, de vragen naar mijn leefgedrag. Roken, drinken, sporten. Maar ook slapen, relaxen en meer dingen die het leven aangenaam kunnen maken. Alles in de juiste balans.
Blij maakte de uitkomst: 90,2. Een voorspelling uit de losse pols, nog vager dan via de glazen bol. Maar evengoed een mooi perspectief. Nog vier decennia te gaan.

 

Bejaarden zijn een uitstervend soort. En dat bedoel ik beslist positiever dan het er staat. Oud van dagen, dat past tegenwoordig prima in combinatie met jong van geest. En de kreet ‘daar ben ik nu te oud voor’ wordt steeds minder gehoord. De gemiddelde leeftijd ligt tegenwoordig niet alleen hoger dan vroeger, ook is ‘ouder worden’ volgens mij nu veel leuker dan toen.

De wandelstok is vervangen door van die kekke verende nordicwalking sticks. Het duurt vast niet lang meer voordat rollators worden omgeruild door skateboards en rollerskates.
De tijd dat grootmoeders alleen maar zaten te breien? Die komt terug! Creativiteit kent geen tijd. Maar in plaats van sokken met vier pennen, leeft de granny van nu zich uit op ‘wild breien’ en knutselt een complete fietsjas in elkaar.



Ook zelf hullen ze zich in smaakvolle kledij. Geen bloemetjesblouse en grijze spoeling, maar grandiva’s met een ‘grannylicious hairdo’.


En vlak vooral de virtuele wereld niet uit. Ook voor mensen van ‘zekere leeftijd’ is een tablet allang niet meer zo’n flinterdunne laffe koetjesreep die al smolt tussen je vingers voordat je de aluminium wikkel verwijderd had. Samsung of Apple, dát is de toekomst.




An apple a day, keeps the doctor away. Die wijsheid uit grootmoederstijd is nog steeds van kracht. Misschien dan wel een Granny Smith? Want de moderne ‘granny’, die kent als geen ander het geheim van de smit van levenskunst. Ieder jaar je verjaardag vieren met plezier en een hoofd vol toekomstplannen. Die levensinstelling geeft ‘lang zal ze leven’ een veelbelovend vrolijke noot.





PS. 
Wie zelf zijn of haar toekomstperspectief wil testen: 
http://bit.ly/inqaUx


Tot slot ook nog even wat creatieve inspiratie:
Granny's website breien
http://www.grannysfinest.com/


vrijdag 25 oktober 2013

X


“Wat doe je?” Die vraag voert steevast de boventoon op bijeenkomsten waar ze elkaar treffen, ZZP’ers, ZelfZorgendePersoonlijkheden die denken dat ze’t allemaal zelluf wel kunnen. Ik mag het zeggen, want ik ben er ook zo eentje die – twintig jaar terug alweer – besloot de stoute schoenen aan te trekken en het eigen pad te kiezen.

Het klinkt vrijer dan het is, dat ‘free’ in ‘freelancer’. In drukke tijden voelde ik me niet zelden een ZelfZwoegendePaardenkracht. Maar ook nu, in de economisch magerder en daardoor soms wat minder drukke tijden, blijkt ‘vrijheid’ een beperkend begrip.
Want we kunnen het niet alleen. Niet in hoogtijdagen, waarin we een beroep moeten doen op elkaars professionele steun en toeverlaat, al was het maar om het werk af te krijgen. En ook niet nu we elkander vooral nodig hebben voor het betere gunnen en gegund krijgen. We bennen op de wereld om mekaar te helpen nietwaar? Want ‘het schaep met de vijf poten’, daarvan zijn er niet zoveel.

Ken je beperkingen. Maar ook je kwaliteiten. Balancerend tussen die twee koos ik ooit een beroepsnaam die wat mij betreft de lading prima dekt. ‘Tekstschrijver.’ Niet meer en niet minder dan dat. Interviews, artikelen, websites. Tekst, tekst, tekst. Schoenmaker hou je bij je leest, ik kon er prima mee uit de voeten.
Tot halverwege deze week. Samen met een collega (ja, ook tekstschrijver) bezocht ik een symposium voor ondernemers van allerlei achtergrond. ZZP’ers aller sectoren, verenigt u. Inspirerend, zo’n zee aan ZoekendeZakenPartners, en nog wel in de stimulerende thuisbasis van het ministerie van Sociale Zaken en – vooral – Werkgelegenheid.

Maar… “werken is helemaal niet nodig,” opende een van de gastsprekers zijn oratie over de kracht van social media. Het woord ‘workshop’ werd gaandeweg steeds lachwekkender, want volgens de in strak kostuum gestoken redenaar was er bij hem nauwelijks werk aan de winkel, terwijl het geld evengoed bijna vanzelf binnenrolde. “In minder dan veertien maanden had ik mijn eerste miljoen verdiend.” Ondertussen waren er, volgens ZijnZeggenPreek vele gevolgd. Een wakkere kijk op slapend rijk worden? Hoe dat dan allemaal gebeurde, daarover bleef hij in het vage. “Passieve geldstromen, via internet.” Jaja.




Ondanks een hoge dosis argwaan stond ik me in de koffiepauze toch even af te vragen waar je die i-rijkwordenterwijljeslaapt-app zou kunnen downloaden. Ik schrok op uit mijn dromelarijen toen er een vrouwsverschijning in mijn blikveld schoof. Haar baan? Verleidingskunstenaar! 
Even doorvragen – “wat doe je?” – maakte het allemaal wat minder spannend dan de beroepsnaam en het bijbehorend decolleté deden beloven: reorganisatieprocessen begeleiden. Evengoed, mijn ZelfZoProfessioneel klinkende functienaam stak er maar magertjes bij af. Tekstschrijver. Al die dubbele medeklinkers, je gaat er maar van spugen en spetteren. Veel te veel “ksssst”, niks uitnodigends en mysterieus. Tekstschrijver, het bekte ineens niet lekker meer. Sexy ho maar!

Bereidwillig dacht ze mee over alternatieven. Lettercreatief, woordkrachtpatser, zinverbinder ? De ideeënstroom kwam abrupt ten einde toen de ‘selfmade financial hero’ zijn tweede gastcollege had afgerond. Vol overgave gooide ze haar verleidingskunsten in de praktijk en even later stonden ze zij-aan-zij aan een statafeltje te eten. Het was duidelijk, Mrs ZwierigeZwoelPlakker en Mr ZelfZuchtigPak hadden een klik. Hij had zeven (!) sateetjes op zijn bordje. Van die vette, waarschijnlijk uit blik. Ach, een multimiljonair wil ook weleens royaal eten.



Huiswaarts in de trein (tsja, die rijkdom-app is nog niet gedownload, dus de Rolls met chauffeur laat nog even op zich wachten) kreeg ik een geniale ingeving. 
Kort en krachtig. Liefst een beetje internationaal. Geinig geschreven.
TXT.
Kan nóg korter. Met een vleugje wiskunde (het enig leuke dat ik van dat vak heb overgehouden is het wegstrepen).
X!
Alsof dat niet superintrigerend is.

Vanmorgen was ik bij de Open Coffee, een maandelijkse netwerkbijeenkomst waarop ik deze keer onder andere sprak met een Engels vertaler, een fotograaf, een PR-man, een marketingdeskundige en een professionele toerist. Allemaal wilden ze ook weten wat ik doe.
Geloof me, die ene "X" kreeg ik niet over mijn lippen.
Ik ben toch weer teruggevallen. Met wat aarzeling in de stem. Tekstschrijver? Ik hoorde het zelf, dat vraagteken aan het einde. Eigenlijk best goed. Dat nodigt uit tot doorvragen en meer willen weten. Want woorden rijgen, tekstbeeld kleien, zinnen smeden, woordbeeld bouwen dat doe ik allemaal ook. En nog veel meer ; - )





,