We zijn met
vakantie. Nee, geen exotisch oord met safari’s en geen cultuurschok naar
uitheemse religies. Ook de dagelijkse maaltijden vertonen weinig opzienbarende veranderingen
ten opzichte van thuis. Datzelfde geldt voor het uiterlijk van de autochtone
bewoners. Dus weinig redenen voor het concipiëren van sensationele
reisverhalen. En toch is er iets wat me van het hart moet.
Duitsland. Gewoon een landje over de grens. Geen spectaculaire
reis waarmee je de blits kunt maken op avondjes met kennissen. Evengoed nog
best veel te beleven. En nu we er toch zijn, gaan we ook tot het gaatje. Hi Ha
Heidelberg!
We delen een jeugdherinnering aan zo’n minuscuul
televisietje (of was het een cameraatje?) waarop je op een piepklein knopje aan
de onderkant kon drukken om een diaserie van vakantieplaatjes te laten
passeren. Meegebracht door de voorlopers van toen, de bofkonten die zich een
busreisje naar het toeristisch centrum van Duitsland konden veroorloven. Met
als hoogtepunt een rond wijnvat, zo groot dat er mensen in konden staan. Dat
wilden wij, tientallen jaren later, nu weleens met eigen ogen van dichtbij
beleven.
Dagen van tevoren ben ik een beetje lacherig. ‘Oh, kleine
Jodeljongen. Jij hebt voor mij gezongen,’ speelt ter voorbereiding de week voor aankomst regelmatig door mijn
hoofd. Wat moeten wij in vredesnaam op zo’n bejaardenstek?
Het loopt allemaal anders, want mijn reisgenoot krijgt
griep. Rillerig van de koorts en trillerig op de benen sleept hij zich –
gewapend met pillen en poeders – door de drastisch verkorte vakantiedagen,
doordat hij veel extra slaapt. Heidelberg… toevluchtsoord voor zwakken en
zieken, wordt ons walhalla. Op onze noodgedwongen halve kracht vallen we vast
niet uit de toon. Jodelahiti!
Waar knapt een zieke beter van op dan van dampende
groentebouillon of verse kippensoep, getrokken uit poulet van - oh zielig - een
versgeslachte hoen? Krachtvoer, uiteraard op grootmoeders wijze.
Op weg naar Hi Ha Heidelberg klampen we ons nog vast aan
het perspectief van solide vakwerkhuizen, Gotische letters op de gevels en
kinderkopjes op de straat.
Maar oh, wat een schrik. De enige kinderkopjes die ik zie
zijn van de pubers met smartphones en spijkerbroeken van de juiste snit die het
straatbeeld vullen. De kabelbaan is leeg. Wie wil er nou omhoog naar zo’n duf
kasteel? Hier beneden, daar gebeurt het.
Doner kebabs, ijsbars, waterpijpcafés. Niks geen zelfgebrouwen
groentesoep, maar een
Brauhaus, waar vreemd wordt gekeken dat wij niet aan het
bier gaan, maar kiezen voor cola light. Nog wel een kleintje. De rijkelijk
opgehangen tv-schermen tonen videobeelden van half ontklede meisjes die wat
zinnen proberen te zingen, ondertussen tonglikkend in de lens blikkend. Maar de
enige soep – asperge – is al uitverkocht en zalm kunnen we alleen bestellen in
combinatie met patat. En ook de sla - toch nog wat vitaminen - staat eigenlijk
alleen voor de show op de menukaart.
Toch een beetje gedesillusioneerd taaien we af. Geen
bejaardenbussen gezien. Maar dat wij Heidelberg niet oubollig, maar best een
beetje modern vinden, zegt dat eigenlijk niet verdacht eerlijk iets over
onszelf?
Tussen 2000 en 2008 heb ik in HD gewoond. In een 'Brauhaus' behoor je inderdaad bier te drinken. Maar HD heeft talloze grote en kleine restaurants (studentenstad bij uitstek, ook vandaar de jeugdige uitstraling) waar je rustig een cola light kunt nemen. Als je HD en de mooie omgeving (Schwetzingen, Karlsruhe) nog een kans wilt geven, laat het mij weten. :-)
BeantwoordenVerwijderenHa Viktor, jij bent internationaal georienteerd :)
BeantwoordenVerwijderenWe willen zeker nog graag eens terug, hebben vanmorgen al het advies gekregen om dat rond de herfst te doen. Bierfeesten, de koeien weer op stal, verse wijn. En wat in het vat zit, verzuurt weliswaar niet, maar waarom lang wachten? ;-). Dus graag... kom maar op met je tips. Dankjewel alvast.