dinsdag 28 mei 2013

Vrije focus

Het is het eerste wat opvalt als we via een van de vele bruggen over de rivier de Spree Berlijn binnenrijden: de tientallen meters hoge sculptuur van mensfiguren die elkaar de hand reiken. Verbeelding van verbroedering, waarschijnlijk van aluminium, zo licht deinen ze op de golven en in de wind. Dat die lichtheid jarenlang niet vanzelfsprekend was, is allang geen wereldnieuws meer. Toch lijkt het streven naar broederschap juist hier actueler dan ooit.



De volgende dag valt er regen. Eigenlijk de beste omlijsting van de atmosfeer op die bijzondere plek in het voormalige oosten van de stad die, ‘geheeld’, alweer een tijdje trots de Duitse hoofdrol speelt. Een kronkelige rij van wat op het eerste gezicht lijkt op dunne boomstammetjes. Wie dichterbij komt, ontdekt waardoor die bruine kleur veroorzaakt wordt. Roest. Geen houten stammen, maar ijzeren staven. Hun opstelling is niet toevallig, maar volgt de vroegere lijn van gewapend beton: de Berlijnse Muur. 


Die historische scheidslijn tussen oost en west is grotendeels verdwenen, maar de gevolgen hangen nog bijna tastbaar in de lucht. Komt het door de kapel, opgetrokken uit hetzelfde ruwe beton ter nagedachtenis? Or door de honderden toeristen die ieder een eigen taal lijken te spreken maar saamhorig de metalen trappen beklimmen van de uitkijktoren, om vanaf hoogte uit te blikken over een gebied dat tegenwoordig vrij toegankelijk is?



Beneden lekken dikke druppels langs de ijzeren staven. Wie goed zoekt, vindt hier en daar voldoende ruimte om te passeren. Buik in, want roest geeft af. 
De tralies van het IJzeren Gordijn waren heel wat hechter gesloten. Dat betekende echter niet dat lijdzaam werd afgewacht. Rust roest!

Waar gevangenschap wordt aangescherpt, groeit de creativiteit. Dat tonen de kleurrijke schilderijen op de East Gallery, van betonblokken uit de Muur.



Heel wat grauwer, maar minstens zo indrukwekkend, de creatieve tijd toen de Muur nog stond. Mensen die wanhopig sprongen, soms van de tweede of zelfs derde verdieping, in het brandweerkleed. Ontsnappingstunnels, gegraven onder de huizen van toen. Vluchtpogingen in de achterbak van een auto, hoopvol de vrijheid tegemoet. Adem in, vooral van angst, vanwege het risico dat de vluchtstrook uitliep op doodlopend spoor. Historische film- en fotobeelden tonen de verstarde blik van degenen die beseften dat hun vluchtpoging de vrijheid definitief deed vervliegen. 



Zoals altijd lijkt het vooral het klein menselijk leed dat de grootse impact pijnlijk tastbaar maakt. De zwart-witfoto’s van de bruid, balancerend op een keukentrapje, om boven de muur haar ouders aan de andere kant een glimp te gunnen van haar grote dag. Het verstilde beeld van jonge ouders, hun baby’s verheffend boven het prikkeldraad. Vermengd met emoties is de regen een verhullende zegen.


Even later in de boekwinkel is er dat ene boek dat doet denken aan mijn oma. Zij probeerde mij als klein meisje vroegwijs te maken door een gecompliceerde politieke kwestie drastisch te versimpelen: "Stel, ineens kon je niet meer bij mij komen thee drinken met een koekje omdat ik aan de andere kant van het prikkeldraad woonde." 
Precies daarom blijven mijn ogen aan dat kinderboek even wat langer hangen. 

Wandelend door Berlijn, kan ik het niet laten om in de ogen van oude mensen te zoeken naar restanten van bijna dertig jaar 'gevangenschap'. Ook al is die Muur weg, het naijleffect slijt pas echt met de komst van een nieuwe generatie, voor wie de vrije focus synoniem is met 'fairness'. Het reclame-billboard van die jongen die lekker tafelvoetbalt met zijn grootmoeder lijkt ineens extra vrolijk. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten