Het geldt vooral voor maandagmorgens. Het mooiste moment
van de dag, de grens tussen ontwaken en nog even blijven liggen, heel eventjes
maar. Er zijn honderdenéén smoesjes te bedenken om er niet ééntweedrie uit te
springen, maar je vol overgave je koesteren onder het dekbed dat precies-nu-nét-zo-lekker-warm-is,
en waarom ’s avonds – als je erin moet – zo ijzig koud?
Eén reden voor liggen blijven is dat de donzige dekmantel
nog even afsluit van de werkelijke wereld en de dingenvandedag. Maar de
wekkerradio op het nachtkastje rukt me onherroepelijk uit de sluimerstand.
Ineens krijg ik kippenvel, onder het dons. Vandaag wordt er ontruimd! Dik 100
asielzoekers moeten vandaag vertrekken uit de kantoorflat in Slotervaart. De
projectontwikkelaar en eigenaar heeft andere plannen met het onroerend goed.
Begrijpelijk en volkomen legaal. Alleen, met de winter voor de deur, een hele
groep mensen (met kinderen?) lukraak op straat zetten? Dat klinkt als
on(t)roerend fout.
Gisteren was het precies 70 jaar geleden dat (op 29
september 1943) de laatste razzia plaatsvond in Amsterdam. Honderden Joden
werden uit hun huizen gehaald en weggevoerd. Het is vast niet politiek
verantwoord om die link te leggen met uitgeprocedeerde asielzoekers, en toch is
die er gevoelsmatig wel.
In gedachten knoop ik het koordje van mijn badjas vast.
Het is nog vroeg, eerst koffie, douchen en aankleden kan zo wel. Het is zelfs
nog donker. De ochtendkrant ligt op de mat, de poes smikkelt zijn zakje
zachtvoer, de Senseo snort een vers bakje, de ontbijtkoek krijgt een laagje
roomboter (niet te dik!), de kachelplaat voelt behaaglijk warm. Van die zalige
vanzelfsprekendheden waarvan ik me nooit afvraag waarom ik ze verdien. Dáárom. Die
honderdplus (bijna ex-)bewoners, van wat in de volksmond al bekend staat als de
Vluchtflat, hebben geen vanzelfsprekendheden.
De mannen en vrouwen uit Somalië, Sudan, Ethiopië en
Eritrea zijn zonder verblijfspapieren. Zonder elektriciteit en warm water ook,
heb ik begrepen. En zeer binnenkort dus ook zonder dak boven hun hoofd. Als ons
internet eruit ligt, gillen we al moord en brand (ja, ook ik, toegegeven). Ik
herinner me nog hun zwerftocht van het tentenkamp in Osdorp en de St. Jozefkerk
in Amsterdam-West (de ‘Vluchtkerk’) naar de Vluchtflat. Een lekker dagje kantoor
hoort er vanaf vandaag ook niet meer bij.
Een nomadenbestaan. Eigenlijk precies wat ze gewend zijn.
Wat zullen ze zich thuis voelen in ons vaderland. Ons volkslied een beetje
aanpassen, wat multicultureler? Dan misschien ook maar een nieuwe melodie? Wat te
denken van ‘Vluchten kan niet meer’, van Jenny Arean en Frans Halsema?
‘Schuilen kan nog wel, schuilen bij elkaar.’
Als ik het lichtje boven het bureau aanknip en de
knalgele reclameboekjes zie liggen, die afgelopen weekend in de brievenbus
rolden, voel ik schaamte. De Drie Dwaze Dagen van de Bijenkorf. Volgens mij
zijn het er heel wat meer.
Ik wens veel wijsheid aan Burgemeester Eberhard van der
Laan en het Openbaar Ministerie. En misschien ook een vleugje barmhartigheid?