Wat
wil je later worden? “Gelukkig!” hoorde ik ooit iemand antwoorden, met zo’n
stralend gezicht dat het bijna niet anders kon dan dat-ie dat doel allang
bereikt had.
Als
lettermens heb ik nooit veel op gehad met cijfers. Toch denk ik nog weleens
terug aan mijn allereerste baantje – tijdens de zomervakantie – op kantoor bij
een schoenenwinkel. Eindeloze optellingen maken van de verkoopbonnen van de
dag, en oh wee als die net klopten. De baas van de boekhouding kalligrafeerde al
die eindbedragen in een dik boek, met een kroontjespen en echte inkt, tussen
smalle lijntjes op beige bladen. Zulke papieren vellen zijn allang vervangen
door digitale spreadsheets, en daar heb ik vast hoogstpersoonlijk een greintje
aan bijgedragen. In de tourbeurt van thee zetten voor het hele team draaide een
nerveuze naïeve vakantiekracht als ik ook haar rondje mee. Alleen al de grote
gasgeiser ontvlammen was doodeng. Daarna al die papieren bekertjes vullen met
kokendheet water en rondbrengen op een wiebelig dienblad bleek nét een inspanning
te veel. Precies boven het heilige boekhoudboek liet ik er eentje vallen – thee
met suiker – en daar vloeide de omzet van die week weg, in twee seconden.
Gelukkig was hij kaal, anders had de boekhouder ter plekke zijn haren
uitgetrokken. En nog een voordeel, ik was meteen retepopulair. Want dat iemand
zo stom kon zijn om dit per ongeluk te doen, dat kon niemand zich voorstellen.
Vroeger
was het leven best simpel. Stoere jongetjes werden brandweerman of politie.
Meisjes zuster of moeder. Of is dat te kort door de bocht? Ben bang van wel.
Zeker in de tegenwoordige tijd. Een timmermens (m/v) is al tientallen jaren
terug bedacht, maar inmiddels is bijna niet één beroep nog seksegevoelig. Hoewel
er natuurlijk accenten zijn. Neem een garage, daar hangen de vrouwen vooral nog
aan de muur.
Maar
die (verdwijnende) scheiding der seksen is bij lange na het enige niet. Wie een
beetje alert om zich heen kijkt, heeft vast gemerkt dat een heleboel beroepen
verdwenen zijn. En daarbij denk ik heusch niet alleen aan de schillenboer en de
scharensliep. Ook de secretaresse is foetsie. Ja écht. Zij (sorry, óf hij) is
allang geprofessionaliseerd in een managementassistente. Bekt veel beter, die
titel, maar eigenlijk is het toch nog oude wijn in nieuwe zakken.
Een
stap verder is de opkomst van een hele nieuwe range aan bezigheden die voorheen
niet eens bestonden. Ik denk niet dat er later nog veel studenten zuchtend en
dozen sjouwend door de schappen van Albert Heijn zullen lopen. De nieuwe
variant op de vakkenvuller is de webshopvuller. En stel je voor dat je je
geld kunt verdienen als #Vlogger (maker van video weblogs). Of lichaamsdelenmaker,
geheugenchirurg (voor het creëren van extra herseninhoud), ruimtearchitect verticale
landbouwer (in torenflats). Hoezo werkloosheid? De wereld ligt vol mogelijkheden.
Voorlopig
zijn veel van die functies vooral nog toekomstmuziek. Maar gisteren zag ik een
vacature die even extra de aandacht trok. Productieartiest!
Bij nadere
inspectie had het weinig meer om het lijf dan inpakken van spullen aan de
lopende band, liefst zo snel mogelijk. Maar zelf kreeg ik mijn associatie - het kunstig gegoochel met
jongleerballen - niet meer van het netvlies.
Is dát niet precies wat telt, in alle tijden? Je eigen talenten hoog houden. Die vertellen namelijk niet wat je wilt worden, maar wie je bent. En dát kan je niet jong genoeg leren.