woensdag 3 juli 2013

Mooie binnenkomer


Niets zo mooi als iets wat je niet helemaal verstaat. Waar een waas van mysterie omheen hangt, waardoor je nét niet (of misschien zelfs helemaal niet) begrijpt wat er gezegd wordt. Of gezongen, nóg beter. Vroeger kon ik – fooneeties – vele liedteksten (sorry, songlyrics) meezingen met Avro’s Toppop Discoshoooow. Totdat Gerard Cox op nummer één kwam te staan. ’t Is weer voorbij die mooie zomer. Nou, daar was geen aardigheid meer aan, want van kop tot teen te verstaan.



Het zomerse feestgevoel verdween helemaal toen ik eenmaal de betekenis leerde kennen van al die vreemde woorden. Flowerpower verliest subiet zijn kracht bij de associatie met zo’n zakje poeder van de bloemist. En die zo prachtig aaneengeregen nasale klanken van mamangkoeplupèn vallen in kruimels uiteen als je eenmaal door hebt dat moeder niets anders doet dan het brood in plakken snijden. En bovendien, waarom koopt ze geen voorgesneden boerenbruin bij de bakker?

Naarmate ik meer kennis kreeg van Engels, Duits en Frans begon ik mijn eigen taal weer meer te waarderen. Ik begon me zelfs een beetje te ergeren aan dat interessantdoenerige ‘international business’-gedoe. Human resource management? M’n neus! Waarom niet gewoon personeelszaken?
En waar is die ouwe, vertrouwde typiste van toen gebleven? Uitgewist door de office management assistent.

Toen ik besloot van tekst mijn beroep te maken, waren er opdrachtgevers die het wel plezierig vonden hun folders (en later ook webteksten) te laten larderen met wat internationaal jargon. Vooral om te imponeren. Overdreven opgeklopte buitenlandse termen probeerde ik zoveel mogelijk te vermijden. Maar, eerlijk is eerlijk, een overdosis aan overtuigingskracht heb ik nooit ingebracht om hen op andere gedachten te brengen. Zij kennen als geen ander het gangbare jargon van hun branche (eh… vak). En zeg nou zelf, wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Bovendien ben ik niet zo’n taalpurist in hart en nieren dat ik niet wil inzien dat een leenwoord soms beter ‘bekt’. Bij het vervangen van ‘attachment’ door ‘aanhangsel’ krijg je toch al snel een vieze smaak in de mond.

Maar er zijn grenzen! Toen ik afgelopen zaterdagmorgen ging shoppen bij de plaatselijke super, reed er vlak voor bij een witte automobiel onder de slagboom door. De chauffeur en ik parkeerden precies naast elkaar in de door stippellijnen gescheiden vakken. Hij was nét even eerder uitgestapt dan ik, en dat gaf me de kans zijn met kracht dichtgegooide portier te bekijken. Vooral de letteropdruk trok de aandacht. ‘Entrance Solutions’. Deuren dus!

Zou zo’n kreet echt de oplossing zijn om meer klanten trekken? De ‘mooie binnenkomer’ om meer in- en uitgangen aan te kleden? In dat geval, laten we hopen dat er een puur Hollands productieproces aan ten grondslag ligt, als winst voor onze economie. Deuren, gefabriceerd van stevig staal van vaderlandse bodem. Ik zou zeggen: moer-staal. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten