Terugkomen van vakantie
is vaak een rare gewaarwording. Zodra je over de drempel stapt, gaat de knop
om. De koffers vol vuile was moeten open, de wasmachine moet gevuld. De
computer moet aan, want de mailbox moet geleegd. De persoonlijke post moet
worden uitgegraven tussen de stapels reclamefolders en kranten met oud nieuws.
Onkruid in de tuin, spinnenwebben tegen de ramen,
dorstige planten in de vensterbank. Zoveel dingen die om aandacht vragen,
schrééuwen…even geen idee waar te beginnen. Waarom lukt het niet dat relaxte
vakantietempo vast te houden? Waarom moet er zoveel moeten?
Ineens staat hij middenin de huiskamer. Onze ouwe trouwe
rooie kater. Thuis gebleven, omdat hij het haat voor twee weken opgesloten te
worden achter de tralies van het dierenpensioen. Dankzij de goede zorgen van de
buurvrouw, die dagelijks de bakjes brokken komt vullen, kon hij blijven
bivakkeren op zijn vertrouwde stek.
Evengoed werden we vroeger bij thuiskomst vaak wat bozig
begroet, wat héét: glad genegeerd. Want het was geen manier om hem in de steek
te laten, was de niet mis te verstane taal in zijn felle groene ogen, die de
eerste dagen vooral langs ons heen staarden. Oprecht contact, dat moet je
verdienen. Dat die negeersessies tegenwoordig niet meer als strafmaat worden gehanteerd,
is vooral een zaak van eigenbelang. Want ha, nu kan het aaien direct weer
beginnen, zodra we thuis zijn.
Nu is-ie terug, die verwijtende blik. Als sfinxachtig standbeeld
heeft katermans zich tussen de vakantiekoffers geposteerd. Als de personificatie
van beschuldiging blikt hij naar boven. Pas als hij op stille kussenvoetjes een
stukje door de kamer sluipt, valt het me op. Hij loopt op drie poten.
Nog diezelfde middag zitten we bij de dierenarts. Een
diagnose stellen blijkt lastig. Na wat knijpen en voelen is er nog niets
duidelijk. Zelfs het scheren van het zere pootje (oh wat mager, zonder al dat
haar) biedt geen soelaas. Even later staan we oog in oog met levensgrote
röntgenfoto’s. Het zou een tumor kunnen zijn, maar laten we uitgaan van de
minst erge optie - een ontsteking - stelt de dierenarts gerust. Met een doos
vol antibioticapillen, een pijnstillend drankje en een luid miauwende kater rijden
we terug naar huis. En bijna 200 euro armer, een fikse verhoging van het
vakantiebudget.
’s Avonds laat de patiënt zich koesteren op mijn schoot. Al
kroelend door de warme vacht, denk ik bijna automatisch aan wat ik ooit las:
het aaien van een hond, kat of konijn is stress-, cholesterol- en
bloeddrukverlagend. Dat komt door het vrijkomen van het hormoon oxytocine, luidt
de wetenschappelijke vertaalslag. Lekker rustgevend, heet het in gewone taal. De
droger roept met indringend gepiep, maar ik heb een goed excuus om te blijven zitten.
Even structureel werken aan mijn gezondheid, met een snorrend kacheltje op de
knieën. Is er een betere manier van ont-moeten? Deze is in ieder geval onbetaalbaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten