woensdag 10 juli 2013

Echt Bijzonder!

Er waren eens twee typen mensen. Goeie en slechte, makkelijk zat.
Alleen… hoe kon je eigenlijk weten welk van de twee je vóór je had?



De jeugd heeft de toekomst. Maar hoe verder je geboorte achter je ligt, hoe meer je aangeboren intuïtie lijkt te vervagen. Des te volwassener ik werd in jaren, des te meer ik de grip leek te verliezen op het onderscheid tussen ‘goed’ en ‘slecht’. Na iedere ronde verjaarskaarsjes uitblazen groeide de twijfel of die strikte scheidslijn eigenlijk wel bestond.

We worden bedrogen waar we bij staan. Onze hersens zetten alles overeind wat onze ogen ondersteboven zien. Zonder dat omzettingsproces zagen we de wereld op zijn kop. Maar wie weet ís de wereld wel upside down en weten we niet beter. Stel je voor! Lionel Richie zong het toch al? Het kan echt: dancing on the ceiling.

Dansend door het leven, dat leek een mooie manier om staande te blijven. In sprookjes! Want in werkelijkheid brachten rake klappen me vaker uit balans dan dizzy zwieren van genot.
Het duurde lang voordat ik dat durfde te bekennen, vooral aan mezelf. Loyaliteit aan waar je vandaan komt is geen sprookje, maar een talent van nature.
Zelf nadenken was niet nodig. Hoe ik mijn leven moest leiden werd me haarscherp voorgespiegeld. Maar op een dag viel, onvermijdelijk, de spiegel in gruzelementen, en ik ging verder op de tast.

Een reis door de tijd begon als angstsprong in het diepe. Als de nood maar hoog genoeg is, word je dapper als een leeuw. Mét vleugels. Een beetje uit het lood geslagen en mijn richtinggevoel kwijt was er nog één duidelijke koers: vluchten voor mijn verdriet.

In de loop der jaren hebben ze gelukkig wat aan klankkracht verloren, maar toch weerklinken ze nog, die echo’s uit het verleden. Jubelgeschal verdienen de dierbare vrienden die bereid zijn te luisteren naar af en toe een valse noot.
Stoïcijns en uitdrukkingsloos staan de ogen van degenen die zich moreel verplicht voelen hun betrokkenheid te simuleren, ondertussen denkend aan wanneer ik uitgepraat zal zijn. Niets in hun blik verraadt dat ze snappen hoe het voelt. Geen idee waarover ik het heb. Gelukkig maar, voor hen om wie de wereld bijna vanzelfsprekend draait, aan de goede ‘zelfkant’ van de maatschappij.

Vandaag bevond ik me weer even aan de ándere kant. De gevangenis. Iedere keer hoop ik maar dat het niet zo erg opvalt, dat het ontbreken van mijn basis geen al te sterk fundament vormt om op te bouwen. Hoewel, misschien is het wel juist daardoor dat ik me bijna één voel met de mensen mét een ‘verleden’? Andersom werkt het kennelijk net zo. De man die veroordeeld is tot bijna vier jaar omdat hij niet zachtzinnig te werk is gegaan, juist hij pikt mijn verdriet haarscherp op. Ze stuiteren in een bodemloze put, zijn vijf woordjes die onze rolverdeling even abrupt ondersteboven keert:
“Jij bent een bijzonder mens.”


Als ik even later, weer buiten, mijn ogen achter mijn zonnebril verstop, beslaan de glazen. Ik weet niet zo zeker of dat is van blijdschap of verdriet. Wat ik wel weet – opnieuw – is dat het niet bestaat: die strakke scheiding tussen goed en kwaad. En dat besef, dát is pas echt bijzonder!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten