woensdag 4 juni 2014

Sterk en stoer

Ze komt door de deur stuiven, de vrouw met de stoere stap, de stevige spijkerbroek en kort rood kapsel. ‘Met haar hoofd in de menie gevallen,’ zou mijn moeder gezegd hebben. Na wat gemompel bij de incheckbalie komt ze mijn richting uit, een plastic boodschappentas ritselend in haar hand.
‘Mooi shirt,’ spreekt ze goedkeurend, en laat haar ogen ongegeneerd over mijn lichaam glijden. Beleefd wegkijken, dat is duidelijk niets voor haar. Ze is het type open vizier.



Voor ons twee mannen aan het loket. Druk verwikkeld in wat eruit ziet als een gecompliceerde procedure.
‘Hoe laat heb jij je afspraak?’
‘Elf uur.’ Blik op de klok.
Zij weer. ‘Ik kwart over elf. Ik vind het hier een rotzaal. Is het druk op woensdag?’
Even aarzel ik. De familiezaal heb ik maar één keer van binnen gezien. Wat ik heb onthouden zijn die oncomfortabele draaikrukjes.
‘Ik zit in een apart kamertje. Ik ben van Gevangenenzorg’.
‘Oooh.’ Verbazing in haar blik. ‘Doe je dat helemaal vrijwillig?’
‘Eh ja.’
‘Waarom?’
Tsja, waarom? ‘Omdat ik denk dat het al straf genoeg is om gevangen te zitten. Daarom kom ik iedere twee weken een uurtje praten. En soms wat kleren brengen,’ zeg ik met een schuin oog op het plastic tasje in mijn hand.

Even staan we oog in oog, gewoon als twee vrouwen in een praatje.
Ik herken het logo op haar jeans.
‘Leuke spijkerbroek.’
‘Ja, goeie pasvorm.’

‘Maar, ken jij zoveel van die zalen dan?’ Ik hóór het mezelf vragen.
‘Oja, ik weet het niet meer precies. Vugt. Rotterdam. Breda, maar die is nou dicht. Bij mijn vader. Mijn broer. En nou hier weer…’
Een diepe zucht.
Wie ze bezoekt, dat laat ze in het midden. Haar blik zegt: wie in de bak zit, is een loser. Mijn doekje voor het bloeden dat je soms dingen doet die je eigenlijk misschien niet had willen doen, wappert ze resoluut weg.
‘Ik heb ook een kut-jeugd gehad. Maar ik zit mooi niet in de bak!’

Mijn beurt aan het loket. Ik schuif twee spijkerbroeken en een ruitjesoverhemd naar binnen.
Even later zitten we tegenover elkaar, de gevangene die ik inmiddels aardig ken en ik. Hij met een kersverse kralenketting om de nek, gemaakt op de crea, één uurtje maar per week. De avonden zijn saai. Vanaf vijf uur ligt hij aan één stuk door tv te kijken op bed, totdat hij in slaap valt. Het is niet gemakkelijk om binnen zitten. Maar buiten de boel draaiende houden is vast niet veel eenvoudiger.

Geloop en lawaai op de gang. Er huilt een baby. Geen rustige woensdagochtend.

Als ik me afmeld - bezoekerspasje weer inleveren, paspoort en Gevangenenpasje weer retour - zit zij waarschijnlijk nog boven. Dag sterke stoere rooie vrouw. Ik weet niet wie je bent, en waarschijnlijk zien wij elkaar nooit meer. Maar in mijn gedachten verdien jij een lintje.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten