zondag 29 juni 2014

The man in the mirror



Met alweer dik drie maanden dat onze ouwe rooie ‘passed away’ (zoals de Engelsen dat zoveel mooier zeggen dan wij) was de tijd rijp voor nieuw (poezen)leven in de Hoornse brouwerij. Het dierenasiel leek een goed adres om zo’n wollige viervoeter uit een penibele situatie te bevrijden. Mispoes! ‘We hebben er bijna geen,’ zo meldde de gatekeeper toen ik op een zonnige vrijdagmiddag eens ging informeren. Tegen sluitingstijd, dat wel. Eerder was het werk niet klaar, vandaar. Zonder succes mountainbikede ik rechtsomkeert. Nog wel met een nageschreeuwde tip: dierenasiels.com.

Wat ons lokale asiel te weinig had, had die site teveel. Door de bomen het bos niet meer zien, geldt zeker ook voor katten. Lotjes en Dotjes in allerlei soorten en maten. Zelfs een statig ogende Lord, die volgens de beschrijving een schichtige kater bleek te zijn. What’s in a name?
Met een overdosis aan keuzestress ontsnapte ik even naar dat ándere kanaal waar je de duvel en zijn ouwe moer kunt kopen. En katten! Marktplaats.
Liefde op het eerste gezicht. Een nestje kittens op een Friese boerderij, met eentje met een gezicht om op te vreten. Figuurlijk dan, ik ben vegetariër.
Nosey leek een treffende naam voor het nieuwsgierig aagje met de zwarte neus die we met vier weken gingen bezoeken op een boerderij vlakbij Lemmer.
‘Vanaf 20 juni mogen ze weg,’ had de boerin de achtwekennorm becijferd. En ja… dat ene broertje waarvoor ze nog niemand hadden, was ook meteen onder de pannen. Ik was verkocht.

Een paar dagen voor de Grote Datum haalde ik een doos vol cat milk en juniorbrokjes bij de lokale supermarkt (ja, ik besef heusch wel dat dit allemaal producten van de commercie zijn, maar gun mij ook mijn lol) en haalde vast wat bollen wol uit de breimand. De competitie kon beginnen.
Opnieuw mispoes. ‘Ze zijn weg,’ luidde het korte antwoordmailtje.
Weg? Hoezo weg? ‘Weggelopen, en we hebben geen idee waar ze zijn,’ verduidelijkte een telefoontje. Verdronken in de sloot? Meegenomen door een kattenmepper? Opgegeten door een vos? Fantasie kan lelijk met je aan de loop gaan. Zeker toen ze een paar dagen later nog niet terug waren.

Op Marktplaats stond-ie, de eenjarige zwart-witte kater in Amsterdam die ‘dringend’ een huis nodig had. Zijn nerveuze getatoeëerde eigenaresse was in tranen bij het afscheid, maar ook opgelucht dat haar lieverd een nieuw leven kon beginnen. Het hare voelde chaotisch genoeg om weinig ruimte te hebben voor de verzorging van een dier. Was een posttraumatische stress stoornis misschien iets wat ze deelde met haar kat? Dankzij de database van het asiel waar zij haar kater had opgehaald, weten wij iets meer van zijn geschiedenis. Geboren in de zomer van 2013. Eind van het jaar gevonden in het Loetbos vlakbij Krimpen a/d IJssel. Sterk vermagerd en angstig.
‘Voedselgericht’ was hij opgenomen in het asiel, en een paar maanden later opgehaald door het meisje dat nu ook niet meer voor hem kon zorgen.
De eerste avond lieten we ‘Loetmans’ (zoals wij hem hebben genoemd, met nog een vleugje verleden) in de huiskamer. Toen ik de volgende morgen beneden kwam, was hij nergens te zien.
Zoeken was niet langer nodig bij het zien van de bloempot die uit de vensterbank was gevallen. Er was weinig kattenpsychologie voor nodig om te weten waar hij was: onder de bank. Bang! Hij liet zich er niet onderuit praten. Pas tegen de middag – etenstijd – kwam hij schoorvoetend tevoorschijn. Stapje voor stapje, behoedzaam mijn reacties bestuderend. Bij het opengescheurde etenszakje kwam de spinmotor op gang en dat was het voorzichtige begin van vertrouwen.

Sinds gisteren is hij niet meer alleen. Een kwartiertje na het ‘reserveren’ van Loetmans uit Amsterdam kwam er een bericht van over de Afsluitdijk. Ahoy, kittens terecht!
Het broertje van Nosey is nog in Friesland, drie katten… daar worden de buren niet blij van.
Zelf dartelt zwartneus hier in de rondte. Geboren en getogen in een hondenhuisje in de tuin was hij nooit eerder in een huis geweest, maar hij is wonderwel snel gewend. Behalve aan die grote kater, die blaast en gromt van angst. Zelf kan Nosey er ook wat van. “Je kan mijn rug op” lijkt hij te zeggen met zijn bodylanguage van dikke staart en ferm geblaas.




Allebei zijn ze zwart-wit, dus van discriminatie zouden we niet veel te vrezen moeten hebben. Maar een Amsterdammer en een Fries, dat is een wereld van verschil.
Gisterenavond rond bedtijd liep Nosey klaaglijk rond. Hem beneden in de huiskamer achterlaten, konden we niet over ons hart verkrijgen, want zelfs het zachtste kussentje kan moeder en boertjes en zusjes niet vervangen. Dus… lag hij de hele nacht tussen ons in, op het dekbed. Loetmans op het logeerbed in de kamer ernaast. Pedagogisch verantwoord? Ik ben bang van niet, maar ach, poezen kan je toch niet zoveel leren?



Het werd geen zorgeloos zondagsontbijt dit keer. Twee katten rustig (!) laten eten die elkaar wel én ook weer niet willen zien, dat vergt wat improvisatievermogen. Ik heb er vertrouwen in dat het goed komt. Ook Nosey heeft zijn issues, want denk maar niet dat je zorgeloos door het leven kunt springen als je nog ‘niks’ hebt meegemaakt. Vijanden duiken zomaar op; in de piano, in de computer, in de spiegel. Overal staan van die vervaarlijke brommende monstertjes klaar om zó op hem te springen. Witheet word je daar van. 



Het zal vast niet lang duren voordat hij het doorheeft… als ik nou een beetje aardiger doe tegen die poezen in de spiegel, dan doen ze vast ook veel liever tegen mij.
Is dat eigenlijk niet het geheim van het hele leven?
Zelfreflectie… dat heeft gewoon z’n tijd nodig.



 Samen voetbal kijken, best aardig... maar je wordt er wél doodmoe van!



Katten vind ik eigenlijk het leukst omdat ze zo over je heen lopen.























woensdag 18 juni 2014

Homo’s ophokken???


Gisteren schreef ik, zomaar uit de losse pols, een bescheiden gedichtje over de voordelen van, zo nu en dan, eventjes, hokjesgeest. Of beter bekkend: ‘thinking into the box’. Maar wat schetst mijn verbazing dat dit een vooruitziende blik blijkt - echt zonder voorkennis – van een voorstel van veel grotere afmetingen? Niet simpel doosjedenken, maar een volledig kamp inrichten voor een bepaald soort mensen. Ojee, die gedachte is geloof ook weer niet zó nieuw.

Soms laat ik mezelf even gaan. Zit ik zomaar wat voor mezelf uit te fantaseren, over een wereld zonder grenzen, waarin iedereen gewoon in het land zou mogen wonen waar hij of zij wil. De niet zo avontuurlijken van geest kiezen van nature al voor blijven zitten waar je zit. En met genoeg instroom van ‘vers bloed’, wordt het vanzelf wat spannender en dynamischer. Een massale migratie vrees ik niet. Er zijn vast zat ondernemers van hier die er brood (eh rijst) in zien om in Afrika ressorts aan te leggen; altijd mooi weer, de perfecte vakantiebestemming. Meer carrièrekansen voor de lokale bevolking, dus minder noodzaak om hierheen te komen. Laat staan in zo’n wiebelig schuitje met groot risico van omslaan. De asielzoekerscentra kunnen ook dicht. Of we bouwen ze om tot recreatieparken. Maar ach, ik ben maar een simpele geest, zonder greintje invloed.

De ochtend was nogal gevuld vandaag, dus toen ik het geniale idee tijdens de lunchtijd op de radio hoorde, was dat eigenlijk als ‘oud nieuws’. Maar daarom niet minder enthousiast! Een speciale wijk in Tilburg voor homoseksuelen. Geniaal gevalletje ‘thinking into the box’. Dát zou de maatschappij nog eens overzichtelijk maken. Waarom niet meteen het basisplan even doorontwikkelen?

Alle bejaarden bij elkaar. De doofheid groeit groepsgewijs, dus niemand stoort zich aan een oplopend aantal decibellen. En als ze de weg beginnen kwijt te raken, maakt het niet zoveel uit als ze per ongeluk bij de buurman binnenstappen. Hebben ze toch niet meer door. En hoe ver kan je nou eigenlijk verdwalen met zo’n hek eromheen? Een wijk voor volkstuinders, stinken ze lekker samen naar koemest. Voor naaktlopers, met misschien een permanente heteluchtverwarming op het centrale plein? Voor autofanaten, met wie weet een wasstraat in het midden? En natuurlijk ook een speciale wijk voor vegetariërs. Is dat gezeur over de barbecuedampen van de buren tenminste ook verstomd.

Maar hoho, ik ren mezelf alweer voorbij als een kip zonder kop. Veranderen, dat moet stap voor stap. Eérst die homowijk in Tilburg. Pardon, Gay Village. Gek hè, ik heb direct visioenen van de retromuziek die daar perfect zou passen. YMCA van de Village People. Zat daar niet zo’n Indiaan bij? Ja, die moet zijn heil wel zoeken in zo’n homokamp, zijn eigen reservaat is niet meer.

Alle homo’s bij elkaar. Handig, hek eromheen, klaar is Kees. Alleen… als je naar buiten gaat, is je veiligheid dan wel gewaarborgd. “Nu weten we straks waar we heen moeten voor potenrammen” twitterde vanmorgen iemand. Hoe serieus hij dat meent, kan je beter niet gaan afwachten.
Dus… bodyguards bij het hek? Vast gegadigden genoeg. En dat schept weer extra werkgelegenheid.

Om de herkenbaarheid te vergroten, moeten al die toekomstige wijken een eigen wapenschild krijgen. Een herkenbaar logo, zodat je direct weet waar je thuishoort. Het ontwerpen van een huismerk voor de Homo sapiens (Latijn: verstandige of wijze mens) kan volgens mij voorlopig nog wel even wachten.













dinsdag 17 juni 2014

Geluk? Dat koop je gewoon bij Blokker!







Ergens zit zo’n plek van binnen,
als die begint te schrijnen,
wat moet ik dan beginnen?


Die verraderlijk gemene streken,
zijn er gelukkig niet zo vaak,
want die pijn kan lelijk steken.


Zo van die zeurende kwalen,
niet chronisch, maar duurzaam,
want de prijs blijf je betalen.


Zo’n uitbraak overspoelt de rest,
met ook nog eens jaloezie op wie, 
mét pijn kan genieten … als de pest.


Kwestie van de juiste knoppen,
of mediteren op zijn kop?
Nee, gewoon met zeuren stoppen.


Verdriet hoort nou eenmaal bij het leven,
en hoewel het tuttig klinkt, het klopt,
we moeten het ‘een plekje’ te geven.


Maar liever niet zo in het licht,
beter wat koel en donker,
en graag een beetje uit het zicht.


Terwijl het idee nog wat moest rijpen,
vond ik zomaar wat ik zocht,
bij Blokker stond-ie voor het grijpen.


Een echte Tupperware, solide materiaal,
lekker luchtdicht afgesloten,
wég problemen, dat idee is geniaal.


'Out of the box' denken, voor de brede blik?
Soms is ‘in the box’ toch nét wat beter,
liefst met eromheen een roze strik.


PS
Misschien voor later, nog wat anders dan ‘the box’.
Geen betere ondergrond dan brokken,
voor … living on the rocks!



maandag 16 juni 2014

Dorst!!!

Is Nederland ziek? Mensen hangen steeds vaker op de bank en komen de deur nog nauwelijks uit. Er zijn van die perioden waarin we worden geteisterd door een ziektegolf. Het aantal ziekmeldingen loopt stevig op, de medische controleurs draaien overuren, met alle (gezondheids)risico’s voor hen van dien. In de herfst begint het vaak met een massale aanval van verkoudheid. Als de wind eenmaal sterker om de huizen giert en de regen de ruiten geselt, gaat die over in de ernstigere variant: het griepvirus.



De specifieke vogelgriep houdt zich niet aan de seizoenen, die kan gedurende het hele jaar de vleugels spreiden. De epidemie die nu in het beginnende zomerseizoen een aanslag doet op de gezondheid van onze bevolking kent ernstige symptomen. Verstarring in de blik, urenlang staren naar één punt, apathisch afgesloten zijn voor de buitenwereld, wat zich uit in tijdelijke acute doofheid. Schokkerige bewegingen van de ledematen, schorheid in de stem door uitbraken van ongecontroleerd schreeuwen, met pieken in de avonduren, zelfs gedeeltelijke verschuiving van dag- en nachtritme. En een bijna niet te stillen dorst.

Eind vorige week werd even gedacht aan heruitbraak van de Spaanse griep, de beruchte grieppandemie die 100 jaar geleden wereldwijd meer levens verwoestte dan de Eerste Wereldoorlog. Maar nee, onderzoek via bij slachtoffers afgenomen en op kweek gezette monsters wijst niet op uniformiteit met het ziektebeeld van destijds. Wel is er sprake van extreem oplopende hoge temperaturen, afgewisseld door perioden van trillen en rillen. Dat laatste wordt vooral veroorzaakt door het wanhopig zoeken naar verkoeling. Slachtoffers rennen onvoldoende gekleed naar buiten, alleen in hun hemd. Dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden, want oververhitte lichamen zijn extra gevoelig voor kou.




Het is verontrustend hoe snel, via het principe van de neergaande spiraal, de ziekte mensen in zijn macht krijgt. Om het besmettingsgevaar te keren, zijn woningen waar deze aandoening is geconstateerd gemarkeerd met afzetlinten. Zelfs complete straten zijn inmiddels nagenoeg afgesloten. Mensen vechten als een leeuw voor de gezondheid van hun dierbaren. Voor dat goeie doel worden levensmiddelen ingeslagen die – volgens de nieuwste inzichten – kunnen dienen als tegengif. Tomatensoep, wortelen, sinaasappelen, mandarijnen, witte bonen in tomatensaus, en paprika’s, in de oranje variant. Ook van de oranjetompouce worden goede resultaten verwacht tegen de kwaal die de medische codenaam 'WK20-14' heeft gekregen, maar in de volksmond inmiddels bekend staat als ‘oranjekoorts’.



Zelf heb ik nog nergens last van. Afkloppen! Vanavond mijn haar maar even preventief behandelen met oranje henna? Voorkomen lijkt me beter dan genezen.






vrijdag 13 juni 2014

Wereld van verschil





Als ik slaap dan ben jij wakker
In jouw nachten ben ik op

Nooit samen naar de sterren staren
Onze zon schijnt nooit gelijk op top

Licht en duister met hun eigen ritme
Nooit eens gelijk, of op dezelfde plek

Draaien, draaien, maar nooit nader
Het lijkt misschien een beetje gek
Maar…

waarom prikken we die bol niet lek?

donderdag 12 juni 2014

Holy Smoke


“Nooit meer naar sigaret ruiken!” Zo begon een mailtje dat vanmorgen mijn asbak… eh mailbox binnen rolde. Uurtje of tien, even pauzeren, koffietijd. Peukje erbij? Dacht het niet.


“eGo Smoker Pro,” lokt de onderwerpregel. Ligt het aan mij, dat ik bijna meteen visioenen krijg van een diepe (zwaar doorrookte) stem, een giga-joint of sigaar, smeulend in de handen van een donkere rapper of zo’n stoere mama, met op de achtergrond Bob Marly-muziek? 

Leuker wordt het niet. 
Het vervolg van de tekst doet het net, voorzichtig, aangewakkerde vuurtje van interesse direct weer doven. “Het gebruik van een elektronische sigaret is vele malen minder schadelijk als het roken van tabak, en is ontworpen als een alternatief om het roken van tabak te vervangen.”

“Doordat er geen verbranding plaatsvindt, krijgt u geen teer en andere carcinogene stoffen binnen. De damp van een elektronische sigaret is nagenoeg geurloos en snel vervlogen, hecht niet aan uw gebit, en is vrijwel niet storend voor uw medemens.”
Jaja, waar rook is, is vuur. Wat dacht je van niet roken? Wél zo gezond.

Of… niet?
“Rook gezond en bespaar tot €2000 per jaar!”
Nou ben ik best bereid wat extra geld te verdienen, maar wie zich laat leiden door zo’n stupide rookgordijn, is de sigaar. Deze belofte zet mij niet in vuur en vlam.
“Probeer het vandaag!” Ook het zoveelste uitroepteken trekt mij niet over de streep.
Ik denk dat ik nog maar even tot (over)morgen uitstel wat ik vandaag ook best laten kan

Holy smoke, dit geeft geen “light my fire” in de vredespijp.
Het enige rooksignaal dat ik hierop zou willen uitzenden, is SMHOK.

Smashing My Head On Keyboard.








woensdag 11 juni 2014

In de running, da’s andere koek!


Ik zit al een tijdje in de kamer als ineens mijn oog valt op dat ding in de hoek. Opklapbed? Nee, bij nadere inspectie blijkt dit USO (unidentified standing object) bedoeld voor heel andere activiteiten. Rennen! En dát is een gigantische stap voorwaarts. Een mooi staaltje ‘thinking out of’ het keurslijf.


Is er verschil tussen uit of óp de band springen? In sommige situaties is het eigenlijk gewoon hetzelfde. De vólslanke (met de nadruk op ‘vol’) Rubensvrouwen die hier lang geleden nog in hoog aanzien stonden, doen het nog steeds goed in sommige andere culturen. Dit van huis mee gekregen ideaalbeeld legt bij een van mijn ‘taalvriendinnen’ (uit het oosten van Turkije) flink wat gewicht in de schaal. Méér dan je zou zeggen, want als ze op een dappere dag de weegschaal tevoorschijn tovert uit de buffetkast in de huiskamer, tikt het zwarte wijzertje verdacht ver door naar de 100. Kennelijk kleedt het af, zo’n wijde blouse met hoofddoek.

Ook de (op)voeding van haar zoontje wordt met de mantel der liefde bedekt. Je kind overladen met moederliefde, dat gebeurt vooral calorierijk. Daar komt geen loopband aan te pas. Het enige wat aan de lopende band langs de supermarktkassa glijdt, zijn familiezakken chips en repen chocolade. Wat weldoorvoed betekent, daarover zijn de meningen verdeeld. Dit jonge ‘Michelin-prinsje’ wordt tot twee maal toe opgeroepen voor bloedonderzoek in het ziekenhuis. Zijn gewicht is zo hoog dat voor een aanval van suikerziekte wordt gevreesd. En - au - zijn armpjes zijn zo volrond dat de prikzuster de aderen nauwelijks kan vinden.

Tot zover kommer en kwel. Het gekke is, ik begrijp het nog óók. Emo-eten kennen we toch zeker allemaal. Is het niet aan den lijve, dan toch zeker wel van naam. (eten, niet omdat je honger hebt, maar omdat je jezelf troost met een bak chocoladeijs. Wees even eerlijk, wie heeft er niet eens een heel pak bastognekoeken naar binnen geschrokt, uit pure frustratie. Oké, wie weet vind je die koeken smerig. Dan misschien een familiezak tropische verrassingen? Het gaat om het idéé!)
In het leven van deze Turkse vrouw - weduwe geworden in een vreemd land dat het hare niet is – heeft zo’n aardverschuiving plaatsgevonden, dat er heel wat valt weg te schrokken.



En nu, ineens, staat daar een nieuwe aankoop in de huiskamer. Opgeklapt tegen de muur weliswaar, maar startklaar. ‘Gekocht op Marktplaats’ meldt ze trots. Of ze er écht iedere dag een half uurtje op rent, weet ik niet zeker. Maar het is een belangrijk stap voorwaarts, vooral omdat ze die zélf heeft gezet. En ontsnappen uit de tredmolen (of is het de mallemolen?) van vaste gewoontes, dat gaat nu eenmaal voetje voor voetje. Nu alleen nog even een beetje tempo maken ; - )





dinsdag 10 juni 2014

www.nueerstmaarweereensevenstevigaanhetwerk.nl


Zo’n beetje iedere ochtend ontwaak ik in een roes van alcoholnevel, nog slechts half verteerde brokken brie in de volle maag, tastend naast me over de lakens naar wie er nu weer naast me ligt. Terwijl ik me optrek aan het nachtkastje – langzaam, want hoofdpijn! – begint bijna automatisch die dagelijkse zware levensvraag op te wellen: waarmee (of met wie, haha) ik me deze dag nu eens zal vermaken. De resten van een slordig gerolde joint vertellen woordeloos waar die vrolijke dromen vandaan zijn gekomen.



Een roerig leven, dat – weesch gerust – bij lange na niet eens in mijn fantasie de boventoon voert. Maar misschien is dit wél hoe mensen uit andere landen en culturen - soms, met een steels oog - zich een beeld vormen van mijn dagelijks bestaan? En daarvoor hoef je niet eens zo ver van huis.

Een Noorse vriendin, gewend aan alcohol op limiet, verlekkert zich in onze supermarkten. Bij het zien van al die flessen, grijpklaar in de schappen, loopt het water haar in de mond. In het hoge noorden is de aanschaf van sterke drank en wijn alleen mogelijk in staatswinkels, de zogeheten Vinmonopolet, en ook nog eens stervensduur. Dus bijna nergens zoveel illegale stokerijen als daar. In haar beleving kan ik me hier dagelijks veel makkelijker een delirium drinken, bijna voor niets.
Wat een risico eigenlijk, als ik er, bij de ochtendkoffie (puur) eens goed over nadenk.

Als boeken bedoeld zijn om je aan het denken te zetten, dan is dat zeker gelukt met ‘Discipline’ van Marli Huijer (hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit). ‘Hoe overleven we in een wereld van overvloed?’ is de centrale vraag. Een eenduidig antwoord is er niet, en dat is goed, want zoveel mensen zoveel wensen. En hoe je je wapent tegen een nagenoeg onbegrensde hoeveelheid eten, drinken, tijd, spullen en niet te vergeten (social) media… dat blijkt zo eenvoudig nog niet. 

Om een beetje in de workflow te blijven, schijnen mensen in hoge nood hun heil zelfs al te moeten zoeken bij het downloaden van anti-apps om voor even gevrijwaard te zijn van voortdurende inbreuk op hun concentratie: ‘freedom’ en ‘selfcontrol’. Hoezo discipline?
Beduidend stukken duidelijker is het leven in landen als Noord-Korea en Iran, waar het regime met straffe hand zo’n beetje alle leefregels bepaalt. De broekriem wordt daar zo strak aangehaald dat het bijna onmogelijk is om uit de band te springen. Dan weet je tenminste nog eens waar je aan toe bent.

In het klein geldt het ook een beetje voor het leven van de freelancer. Door menigeen soms verward met ‘freewheeler’. “Lekker zeg, thuiswerken. Kan je altijd doen waar je zin in hebt.” 
Absoluut eens met stelling 1. Bij deel 2 van de bewering heb ik zo mijn twijfels. Voorbij lopen aan de vaat op het aanrecht, en de modderspatten op de ramen te negeren? Dát vergt pas een oersterke dosis discipline. Maar morgen is er weer een dag. Eérst aan het werk!

PS.
Morgen een vervolg met ‘lekker uit de band springen’. Óf overmorgen, want enige flexibiliteit moet er zijn. 

PS2.
Interesse in bewapening tegen tijdsverspilling?
http://macfreedom.com/
http://selfcontrolapp.com/

http://nueerstmaarweereensevenstevigaanhetwerk.nl  is in de maak.

donderdag 5 juni 2014

Niet sjiek, maar nét!

It’s summer. Dat stond bovenaan de pagina van het weekfoldertje van de Lidl, huis aan huis verspreid. Het tot strandjurk vermaakte visnet trok direct de aandacht. Zwart kant, en dat voor een habbekrats. Maar… kan dat nog op mijn leeftijd? Met het ritje naar het schap op de vroege ochtend was de vraag al half beantwoord. Evengoed was er een portie twijfel waarmee ik tussen de schuifdeuren naar binnen stapte.


Bikini’s, badpakken, felgekleurde pareo’s. Allemaal voor het grijpen, slechts een paar meter verwijderd van de paprika’s en tomaten. Met een schijnbeweging langs het groenteschap stond ik oog in oog met het felbegeerde nethemd. Want als jurkje was dit ‘net’ vast vooral bedoeld voor bikinibabes om mannen mee aan de haak te slaan.
Bijna in trance door het beslissingsproces (wel/niet kopen, dat vergt hogetoerensnelheid van de interne harde schijf) werd ik ongeduldig opzij geduwd door zo’n typje verveeld kauwgomkauwen - duh - verwend poppetje dat er overduidelijk aan gewend was vele heren in haar netten te strikken. Ze had al een indrukwekkend pakketje strandspul bij elkaar gegrist en trok bijna dat ene netjurkje maat S uit mijn hand. In één seconde was mijn wik- en weegproces teneinde, die slag was mijn!

En daar, een paar meter verderop, stond ze. De oudere mevrouw, jaartje of 70. Geen type grijze muis, maar knalgele rok en bloemige blouse. Haar knijpsessie in de avocado’s bleek ook een schijnbeweging. ‘Daar ben ik eigenlijk ook naar op zoek,’ fluisterde ze met een blik op de cellofaanverpakking in mijn hand. ‘Kunt u me vertellen waar ik die vind?’
Er was weinig fantasie voor nodig om haar te zien in de entourage van zo’n klassieke lingerieboutique waar de gedienstige hand van de verkoopster door de kier in het gordijn naar binnen komt, even voelen of de bustehouder wel de juiste pasvorm heeft met het welbekende kneepje van het vak.
Bijna automatisch schoot ik in de adviserende rol. Nee, niet knijpen, maar grijpen. Graaien in de grabbelbak. Met blije ogen nam ze mijn vondst in handen.
‘Denkt u dat dit me nog staat?’
‘Tuurlijk!’ overtuigde ik strijdlustig. Bibinibabe keek verbluft toe.

Ze leek wat misplaatst onder de felle neonverlichting, de grande dame, alsof ze zo was weg gestapt van een lunchsouper, de sterke vrouw achter de oud-directeur van de een of andere fabriek.
‘Wat ga je toch doen, lief, bij zo’n vreselijke discountsuperknaller?’
Maar zij was al jaren terug uit zijn schaduw getreden en eraan gewend geraakt haar eigen spoor te trekken. Niet in grijs, zoals een schaduw betaamt, maar kleurrijk. Ze had duidelijk aandacht aan haar make-up besteed voorafgaand aan deze shopsessie, rozige oogschaduw en felroze lippenstift.

‘Ik ga pas in oktober op vakantie,’ bekende ze, in de rij voor de kassa.
Vast een cruise naar de Cariben, met gekoelde witte wijn aangereikt door een witgehandschoende herenhand.
‘Het wordt een prachtig pinksterweekend, wie weet kunt u het dan al aan in de tuin?’
‘Goed idee!’ reageerde ze met stralende lach. De blosjes op haar wangen glommen extra vrolijk.

Niet sjiek, maar nét! Een paradijsvogel in de seniorengeneratie. 



woensdag 4 juni 2014

Sterk en stoer

Ze komt door de deur stuiven, de vrouw met de stoere stap, de stevige spijkerbroek en kort rood kapsel. ‘Met haar hoofd in de menie gevallen,’ zou mijn moeder gezegd hebben. Na wat gemompel bij de incheckbalie komt ze mijn richting uit, een plastic boodschappentas ritselend in haar hand.
‘Mooi shirt,’ spreekt ze goedkeurend, en laat haar ogen ongegeneerd over mijn lichaam glijden. Beleefd wegkijken, dat is duidelijk niets voor haar. Ze is het type open vizier.



Voor ons twee mannen aan het loket. Druk verwikkeld in wat eruit ziet als een gecompliceerde procedure.
‘Hoe laat heb jij je afspraak?’
‘Elf uur.’ Blik op de klok.
Zij weer. ‘Ik kwart over elf. Ik vind het hier een rotzaal. Is het druk op woensdag?’
Even aarzel ik. De familiezaal heb ik maar één keer van binnen gezien. Wat ik heb onthouden zijn die oncomfortabele draaikrukjes.
‘Ik zit in een apart kamertje. Ik ben van Gevangenenzorg’.
‘Oooh.’ Verbazing in haar blik. ‘Doe je dat helemaal vrijwillig?’
‘Eh ja.’
‘Waarom?’
Tsja, waarom? ‘Omdat ik denk dat het al straf genoeg is om gevangen te zitten. Daarom kom ik iedere twee weken een uurtje praten. En soms wat kleren brengen,’ zeg ik met een schuin oog op het plastic tasje in mijn hand.

Even staan we oog in oog, gewoon als twee vrouwen in een praatje.
Ik herken het logo op haar jeans.
‘Leuke spijkerbroek.’
‘Ja, goeie pasvorm.’

‘Maar, ken jij zoveel van die zalen dan?’ Ik hóór het mezelf vragen.
‘Oja, ik weet het niet meer precies. Vugt. Rotterdam. Breda, maar die is nou dicht. Bij mijn vader. Mijn broer. En nou hier weer…’
Een diepe zucht.
Wie ze bezoekt, dat laat ze in het midden. Haar blik zegt: wie in de bak zit, is een loser. Mijn doekje voor het bloeden dat je soms dingen doet die je eigenlijk misschien niet had willen doen, wappert ze resoluut weg.
‘Ik heb ook een kut-jeugd gehad. Maar ik zit mooi niet in de bak!’

Mijn beurt aan het loket. Ik schuif twee spijkerbroeken en een ruitjesoverhemd naar binnen.
Even later zitten we tegenover elkaar, de gevangene die ik inmiddels aardig ken en ik. Hij met een kersverse kralenketting om de nek, gemaakt op de crea, één uurtje maar per week. De avonden zijn saai. Vanaf vijf uur ligt hij aan één stuk door tv te kijken op bed, totdat hij in slaap valt. Het is niet gemakkelijk om binnen zitten. Maar buiten de boel draaiende houden is vast niet veel eenvoudiger.

Geloop en lawaai op de gang. Er huilt een baby. Geen rustige woensdagochtend.

Als ik me afmeld - bezoekerspasje weer inleveren, paspoort en Gevangenenpasje weer retour - zit zij waarschijnlijk nog boven. Dag sterke stoere rooie vrouw. Ik weet niet wie je bent, en waarschijnlijk zien wij elkaar nooit meer. Maar in mijn gedachten verdien jij een lintje.




De Franse slag, die is zo gek nog niet

‘Nou kan je je mooi uitleven in de tuin en hoef je nooit meer op vakantie!’ Het klonk bijna als ‘lekker puh’, die constatering van een bezoekster in ons nieuwe huis, mét tuin. Het huis is alweer dertien jaar oud, maar mijn ojee&onee zijn nog kersvers voelbaar.



De Duitsers? Die zijn altijd aan het spitten op het strand. Nou, wie een kuil graaft voor een ander… De Engelsen? Die slurpen de hele dag thee, mét melk. Geen wolkje, maar een complete wolkbreuk. De Spanjaarden? Die schuiven alles op de lange baan. Mañana, mañana.

Kijk, dát zijn nou de dingen die je ontdekt als je eens van je luie stoel komt. Vooral dat ze niet kloppen! Je hoeft er niet eens ver voor weg. Kijk naar ons Nederlanders, die zijn er ook in alle soorten en maten. Alleen al de drijfveer waarom ze op vakantie gaan (of eh… niet).
Je hebt er die sleuren hebben en houwen achter zich aan in de pipowagen op wielen, om lekker ergens anders de clown uit te hangen. Maar wel met de eigen potten en pannen bij de hand, liefst ook nog met het vertrouwde uitzicht door het raampje mét gordijntje, zelfgehaakt. Er zijn er ook die zich op Schiphol laten verrassen. ‘We boeken gewoon de eerste de beste last minute’. Met hun (uiteraard lichtgewicht) rugzak trippen ze naar onbekende verten.

Zelf hang ik er zo’n beetje tussenin. Wel het halve huishouden mee, maar graag richting nieuwe horizonnen. Als ‘hoe ouder hoe bezadigder’ de stelregel is, ontwikkelt mijn reisgedrag zich in tegengestelde richting. Vroeger – en ik schaam me er best een beetje voor – maakten manlief (toen nog vriend) en ik een Busreis naar Parijs. Waarom in vredesnaam? Als je je even kwaad maakt achter het stuur, scheur je binnen zes uur zeven rondjes om de Arc de Triomphe. Zeven ja, want je komt bijna niet meer uit de draaicirkel van botsende voitures. Dat probleem had je tenminste niet achterin de bus.

Veel van die trip ben ik vergeten. Vast verdrongen, in een vlaag van identiteitsvervaging, hobbelend in de dubbeldekker tussen al die mensen van de generatie waar ik nú bij hoor, maar met wie ik allang niet meer op reis ga.
Eén souvenir van die trip gaat al de rest van mijn leven mee. Gekregen van de lokale reisleider die bij Porte de la Chapelle, aan de rand van de stad, ineens voorin de bus stond. Met zijn donkere, krullerige bakkebaarden, zwarte pantalon en glimmende schoenen, was hij in mijn ogen dé Fransman ten voeten uit. Op gladde zolen schaatste hij over de glibberige kinderkopjes in Quartier Latin, wij met z’n alleen wankelend achter hem aan. Toch is het niet de personificatie van la douce France die nog dagelijks in mijn memoires rondspookt, maar zijn gedachtegoed. Met een licht vermoeid lachje op de lippen, dat verraadde dat zo’n tripje voor hem niets ‘oh la la’s’ meer had, legde hij iedereen die zweemde naar vragen of klagen het zwijgen op. Met gedecideerd handgebaar en een trefzeker credo: ‘Parijs is een stad voor makkelijke mensen!’

Die woorden zijn zo’n beetje het eerste wat ik in de vakantiekoffer prop. Valt het hotel tegen, stortregent het dagenlang of is het eten niet te pruimen? Dan ben ik weer even op busreis naar de Lichtstad. Er bestaat vast ook geen stereotiepe Franse volksaard, maar zij hebben wel iets bedacht waarvan ik graag mijn deel opeis: joie de vivre.
Er zijn in de wereld vele veldslagen gevoerd (en nog) maar met de Franse slag overwin je alles. Parijs is een stad voor makkelijke mensen. Dat geldt eigenlijk overal.